• Retour

L'ambiance terrestre, les facultés et le savoir sont sans importance pour le mûrissement de l'âme

L’ambiance dans laquelle vit l’âme lors de son incarnation sur la Terre est sans importance pour son développement vers le Haut. Il est aussi totalement sans importance quelles facultés terrestres l'homme possèdent et sur quelle marche il se trouve dans le savoir terrestre. L'homme peut faire preuve des plus grands talents terrestres, il peut être instruit sur tous les domaines et capacités terrestres, il peut même être dans un haut degré de savoir, et être spirituellement très inférieur à un homme qui, dans la vie terrestre, ne possède pas tous ces avantages mais est spirituellement très développé ; la maturité spirituelle est beaucoup plus reconnaissable là où tous les avantages terrestres sont exclus, parce que ces hommes sont beaucoup plus intériorisés et plus liés avec Dieu, parce que dans leur travail sur l'âme ils ne sont pas limités par certaines influences extérieures. Parfois il semble qu’une âme bien formée puisse demeurer seulement dans un corps bien formé, de même que la Vérité puisse être seulement là où est enseignée ou reçue la sagesse comme si le degré du savoir dépendait du fait que les pensées intellectuelles soient plus ou moins développées chez l'homme, et vraiment ces avantages apparents peuvent être un obstacle qui remette en question le mûrissement de l'homme. L'homme, dont les pensées sont par ailleurs pointues et logiques, peut soutenir dans les domaines spirituels la plus grande erreur, or l'erreur n'aidera jamais au progrès spirituel. Seulement la vie dans l'amour apporte cela, et donc l'homme n'a pas besoin d'avoir en rien des talents reconnus du point de vue mondain pour être sur une marche spirituelle très haute, parce qu’en lui demeure l'amour, et seulement cela élève vraiment l'homme. La volonté de servir Dieu, peut être développée fortement dans un homme qui du point de vue terrestre est très petit et faible, parce que vraiment cette volonté attire Dieu en tant que l'Éternel Amour, et cela aide l'homme ou son âme à atteindre la maturité spirituelle, et donc une âme bien formée peut se développer beaucoup plus chez un homme qui ne partage pas son attention entre des vicissitudes spirituelles et terrestres. À celui-là la tâche est pour ainsi dire plus facile, parce que les attaques venant de l'extérieur n'entrent pas par effraction sur lui, alors que l'homme du monde qui dispose d'extraordinaires facultés peut être beaucoup plus en arrière que cette autre âme car il ne les emploie pas pour le salut de son âme.

Amen

Aardse omgeving, capaciteiten en kennis onbelangrijk voor het rijp worden van de ziel

Het heeft geen betekenis voor de positieve ontwikkeling van de ziel in welke omgeving deze haar belichaming op aarde doormaakt. Het is ook helemaal onbelangrijk welke aardse capaciteiten de mens bezit en op welk niveau van aardse kennis hij staat. De mens kan aards de voortreffelijkste eigenschappen hebben, hij kan in alle aardse gebieden en bekwaamheden goed thuis zijn, hij kan ook een hoge graad van kennis bezitten en toch kan hij geestelijk beduidend lager staan dan een mens die in het aardse leven al deze eigenschappen niet bezit en geestelijk hoog ontwikkeld is; ja, vaak is de geestelijke rijpheid veel eerder daar herkenbaar, waar alle aardse eigenschappen wegvallen, want deze mensen zijn innerlijker en meer met GOD verbonden, omdat ze in de arbeid aan hun ziel niet door welke invloeden van buitenaf dan ook worden belemmerd.

Het heeft soms de schijn, als zou een welgevormde ziel alleen in een welgeschapen lichaam kunnen wonen, als zou de waarheid alleen daar te vinden zijn, waar kennis wordt onderricht en ontvangen en als zou de graad van weten afhankelijk zijn van meer of minder hoog ontwikkeld verstandelijk denken van de mens, en toch kunnen juist die schijnbare voordelen een hindernis zijn die het rijp worden van de mens op losse schroeven zetten. De mens wiens denken anders scherp en logisch is, kan juist in geestelijk opzicht de grootste dwaling verdedigen, maar dwaling zal er nooit toe bijdragen geestelijk vooruit te gaan. Dit levert alleen een leven in liefde op en daarom hoeft de mens volstrekt geen door de wereld erkende goede eigenschappen te hebben en kan toch op een zeer hoog peil staan, omdat de liefde in hem aanwezig is, en deze echter de mens pas waarachtig verheft.

De wil GOD te dienen kan net zo sterk ontwikkeld zijn bij een mens die er aards heel klein en nederig voor staat, want juist deze wil trekt GOD, als de eeuwige LIEFDE, aan. Deze helpt echter de mens, ofwel diens ziel, op de eerste plaats geestelijk rijp te worden en dus kan een welgevormde ziel zich veel eerder ontwikkelen bij een mens die zijn opmerkzaamheid niet verdeelt tussen geestelijke en aardse belevenissen. In zekere zin heeft hij het iets makkelijker omdat de verleidingen van buitenaf hem niet zo bestormen, terwijl de mens van de wereld die over buitengewone gaven beschikt, maar deze niet gebruikt voor het heil van zijn ziel, ver achter kan staan bij die andere ziel.

Amen