• Retour

Le bas état de l'âme - l'absence de compréhension

Lorsque l'état de l'âme est si bas qu'il ne reconnaît plus l'Amour de Dieu, alors la preuve est faite qu’elle a été pourvue d’une manière horriblement insuffisante et qu’il ne lui a rien été offert pour la fortification dont elle a besoin. L'homme fait preuve d'une incroyable absence de compréhension envers tout le spirituel, il reste non impressionné, parce que toutes ses pensées sont tournées seulement vers la vie terrestre. Mais l'âme n'est pas reconnue et donc elle n’est pas pourvue. Tous les sentiments de l'homme orbitent autour de buts purement terrestres, l'âme est donc forcée de servir le corps, pendant que toutes ses pensées, son ressenti et sa volonté doivent être tournés seulement vers sa conservation et elle-même souffre indiciblement, parce que cela la sert peu. Il lui manque complètement la paix intérieure, la conscience d'être d'Origine divine, le désir pour l'unification avec Dieu, tout cela rendrait l'âme indiciblement heureuse, mais elle est comme une esclave asservie et doit toujours seulement faire ce qu’exige le corps, et le vrai but, l'unification avec Dieu, s'éloigne toujours davantage. Parce que vu que le corps se sert toujours plus d'elle, elle devient toujours plus mondaine et perd toute liaison avec Dieu et cela est son naufrage et sa ruine.

Amen

Lage zielentoestand – Onbegrip

Wanneer de staat van de ziel zo gering is, dat ze de liefde van God niet meer herkent, dan is het bewijs gegeven, dat ze ontzettend karig bedacht werd en haar niets ter versterking, wat ze nodig had, aangeboden werd. De mens heeft ongelooflijk weinig begrip voor al het geestelijke. Hij raakt niet onder de indruk, want al zijn denken betreft louter het aardse leven. Maar de ziel wordt niet erkend en dus ook niet bedacht.

Het gehele voelen van de mens draait om puur aardse doelen. Daarom is de ziel gedwongen om het lichaam te dienen, doordat al het denken, voelen en willen slechts de instandhouding van het lichaam dienen mag en de ziel onuitsprekelijk lijdt, omdat dit maar weinig nuttig voor haar is.

De innerlijke vrede, het bewustzijn van goddelijke afkomst te zijn, het verlangen naar de vereniging met God, dat de ziel zo onnoemelijk gelukkig zou maken, ontbreekt haar volkomen. Ze is als een onderdrukte dienares en moet nu steeds alleen doen, wat het lichaam verlangt en steeds verder verschuift het eigenlijke doel, de vereniging met God. Want omdat het lichaam haar geheel voor zichzelf opeist, wordt ze steeds wereldser en verliest ze elke verbinding met God en dat is haar ondergang en haar verderf.

Amen