Dieu est Amour, et l'Amour vous mène souvent par des voies merveilleuses, pour que vous arriviez à Lui. Et une fois que vous aurez reconnu Son Amour et Sa Conduite précise, vous Le louerez et vous Le remercierez sans arrêt, et vous prononcerez Son Nom dans la plus bienheureuse admiration et penserez au temps sur la Terre avec une très grande gratitude. Et la foule des armées célestes s’y joindra dans un chant de louange qui résonnera pour l'honneur continu de Dieu, ce divin Amour vous assistera et donnera à chacun ce qui est bien pour le salut de son âme. Et maintenant vous comprendrez, que vous n'êtes jamais dépourvus de la Garde divine. Sa Volonté vous guide, et Sa Providence est tournée seulement vers vous qui êtes Ses créatures. Dans cette certitude vous pouvez tranquillement passer à travers la vie terrestre, parce que chaque pas est pré-marqué et déterminé par Son Amour infini. Et si seulement vous levez votre regard vers Lui, chaque pas devra être pour vous une Bénédiction, il devra apporter le progrès à l'âme, il devra être fait de sorte que vous avanciez vers ce qui est votre dernière destination. Parce que votre vie terrestre est seulement une phase dans l'Éternité. Elle est le parcours nécessaire qui mène d'une marche à une autre. La vie terrestre ne peut pas être évitée, car tout doit être effectivement comme c’est, parce que le Créateur divin dans Sa Sagesse connaît tous les moyens qui mènent au but, et ces moyens sont l’unique voie vers le Haut qui préfigure d’inimaginables Magnificences. Et ce parcours à travers la vallée terrestre est l’Acte de plus grand Amour et de Miséricorde, parce qu'il offre aux êtres qui sont immensément loin de Dieu, toutes les possibilités de s'approcher de Lui pour l’unification définitive. Aucun être ne peut arriver arbitrairement de l'abîme le plus profond à la plus haute maturité, c'est-à-dire que l'infini Amour de Dieu ne peut pas diminuer cet éloignement de Ses créatures, parce que cela serait totalement contre la Sagesse divine, contre les Lois divines et contre l'Ordre divin et donc ne pourrait procurer rien de parfait. Chaque être doit se développer vers le Haut, et pour cela l'Amour de Dieu lui donne toutes les occasions imaginables. Il veut rendre accessible à l'être le plus haut bonheur et donc il s’efforce constamment de former l'être de sorte qu’il puisse participer à ce bonheur. Et tout ce qui sert l'être pour son développement vers le Haut lui est assigné par l'Amour de Dieu. L'Amour divin laisse seulement souffrir l'être parce que toute souffrance diminue la distance de Dieu. Et chaque rapprochement de Dieu est un état de bonheur. Donc, l'être doit prendre la souffrance sur lui pour arriver au bonheur. Il doit passer un temps limité en tant qu’être lié pour pouvoir vivre dans la liberté pendant des temps illimités. En outre il doit passer à travers l'Œuvre de Création pour accueillir la Force divine et l'avoir sous une forme augmentée, il doit avoir aspiré à l'unification avec la Force spirituelle, pour pouvoir être rendu un jour heureux à travers l'exaucement. L'être doit avoir reconnu être procédé de Dieu, désirer revenir à Lui et s'acquitter des conditions imparties qui sont l'unification avec l'éternelle Divinité. Et ainsi l'Amour divin S’efforce continuellement d’apporter la Libération à tout le spirituel procédé de Lui.
Amen
TraducteursGod is de liefde en die liefde leidt u vaak op wonderbaarlijke wegen, opdat u tot Hem geraakt. En eens zult u Zijn liefde en Zijn wijze leiding herkennen en u zult Hem loven en Hem zonder ophouden bedanken en u zult Zijn naam in de meest zalige bewondering uitspreken en in enorme dankbaarheid aan de tijd op aarde denken. En de hemelse heerscharen zullen met lofgezang, dat voortdurend ter ere van God klinkt, instemmen. Deze goddelijke liefde zorgt voor u en geeft iedereen, wat bevorderlijk is voor zijn zielenheil.
En nu zult u begrijpen, dat u nooit zonder goddelijke bescherming bent. Zijn wil leidt jullie en Zijn zorg betreft enkel jullie, die Zijn schepselen zijn. In deze zekerheid kunt u zorgeloos door het aardse leven gaan, want elke stap is voor u uitgestippeld en door Zijn eindeloze liefde voor u bepaald. En als u maar uw blik tot Hem verheft, moet ook elke stap voor u tot zegen zijn. Deze moet de ziel vooruitgang brengen. Deze moet als het ware gezet worden om dat te worden, wat uw uiteindelijke bestemming is.
Want uw aardse leven is slechts een fase in de eeuwigheid. Het is de noodzakelijke gang, die van de ene trede naar de andere leidt. Het aardse leven kan niet overgeslagen worden, zoals hoegenaamd alles moet zijn, wat het is. Omdat de goddelijke Schepper het in Zijn wijsheid herkent als middel tot het doel. Als de enige weg omhoog, die een onvoorstelbare heerlijkheid betekent. En deze gang door het aardse dal is een daad van de grootste liefde en barmhartigheid, doordat deze gang de wezens, die enorm ver van God verwijderd zijn, alle mogelijkheden biedt Hem te naderen tot de uiteindelijke vereniging.
Geen enkel wezen kan eigenmachtig van het laagste peil tot de hoogste rijpheidsgraad geraken. Dat wil zeggen, dat zelfs de eindeloze liefde van God deze afstand tot God niet kan verminderen, omdat dit de hele goddelijke wijsheid, de goddelijke wet en de goddelijke ordening tegen zou spreken en dus niets volmaakts op zou kunnen leveren.
Elk wezen moet zichzelf opwaarts ontwikkelen en om die reden geeft de liefde van God hem elke denkbare gelegenheid. Ze wil het hoogste geluk voor het wezen toegankelijk maken en ze spant zich daarom onophoudelijk in om het wezen zo te vormen, dat het deelachtig kan worden aan dit geluk. En alles, wat het wezen nu tot zijn opwaartse ontwikkeling dient, is hem door de liefde van God toebedeeld. Alleen de goddelijke liefde laat het wezen lijden, want elk leed vermindert de afstand tot God. En elke nadering tot God betekent de gelukstoestand.
Daarom moet het wezen leed op zich nemen om tot geluk te komen. Het moet een beperkte tijd van gebonden zijn doormaken om voor onbegrensde tijd in vrijheid te kunnen leven. Het moet bovendien het scheppingswerk doorlopen hebben om goddelijke kracht opgenomen en dus zichzelf vermeerderd te hebben. Het moet de vereniging met geestelijke kracht nagestreefd hebben om door de vervulling eens gelukkig gemaakt te kunnen worden. Het wezen moet zijn oorsprong uit God herkend hebben, naar Hem terugverlangen en aan de voorwaarden voldoen, welke de vereniging met de eeuwige Godheid tot gevolg hebben. En zo spant de goddelijke liefde zich onophoudelijk in om alles, wat uit haar voortgekomen is, de bevrijding te brengen.
Amen
Traducteurs