Pour pouvoir enseigner la Vérité, les êtres de l'au-delà doivent en être chargés par le Seigneur, parce qu'autrement il serait commis un immense abus de la Force spirituelle et à l'humanité celle-ci serait offerte dans une mesure exagérée, mais dans un sens totalement faux, et il ne serait possible d’exécuter aucun contrôle de l’intention dans laquelle les Enseignements du Royaume spirituel seraient transmis aux hommes. Et cela créerait un immense dommage pour les hommes, parce qu'ils ne pourraient humainement pas vérifier où est la Vérité du mensonge. Pour pouvoir accomplir la fonction d'enseignant dans le Royaume de l'au-delà, il doit être atteint un état de perfection spirituelle telle que l'être enseignant lui-même doive être instruit dans toute la Vérité et puisse dès lors employer sa Force spirituelle pour la transmettre aux hommes. Dans beaucoup de cas pour les fils terrestres qui étaient jusqu'à présent dans une totale ignorance, l'actuel savoir des hommes est une preuve inattaquable de l’action de la Force spirituelle. Mais maintenant cette Force doit se manifester selon de parfaites Instructions, si tous les doutes des hommes doivent être abattus et que soit reconnaissable l’Action divine. Et donc n'importe qui n'est pas autorisé à annoncer la Vérité aux hommes sur la Terre, ce travail revient plutôt à un groupe spirituel qui exécute ce travail en toute conscience et responsabilité et pour cette raison il est choisi par Dieu Lui-même. Et donc l'homme peut avoir la conviction qu'il est sous la protection de ceux-là mêmes qui sont dans la Vérité, alors tous ses doutes tombent, et il écoutera avec une attention redoublée le chuchotement des Forces spirituelles de l'au-delà, vu qu’il sait que le pouvoir du malin est insuffisant pour agir de la même manière sur l'homme, là où existe seulement la volonté pour la Vérité.
Amen
TraducteursOm de waarheid te kunnen onderwijzen, hebben de wezens in het hiernamaals opdracht van de Heer nodig, want er zou anders een buitengewoon misbruik gemaakt worden van de geestelijke kracht en de mensen zou begrijpelijkerwijs geestelijke kracht in overvloed geboden worden, echter op een geheel verkeerde manier. Dat wil zeggen: er zou geen controle uitgevoerd kunnen worden op de bedoeling van het overdragen van de leringen uit het geestelijke rijk. En zo zou er voor de mensen een schade ontstaan, die niet te overzien is, omdat het van menselijke zijde niet te doorgronden zou zijn, waar de waarheid zich van de leugen scheidt.
Om het ambt van onderwijzer in het rijk van hiernamaals te kunnen bekleden, moet een geestelijke staat van volmaaktheid bereikt zijn, zodat het onderrichtende wezen zelf in alle waarheid onderricht is en nu van zijn geestelijke kracht gebruik kan maken om deze aan de mensen over te dragen. In veel gevallen is de verandering van de vroegere totale onwetendheid van een mensenkind naar de huidige kennis van de mens een onaantastbaar bewijs van het inwerken van de geestelijke kracht.
Maar nu moet deze zich ook in vlekkeloze onderrichtingen uiten, als alle twijfels van de mensen overwonnen moeten worden en een goddelijk werken herkenbaar moet zijn. En daarom is het niet iedereen toegestaan om aan de mensen op aarde de waarheid te verkondigen. Veel meer is dit de taak van een geestelijke kring, die in alle nauwgezetheid en zich bewust van deze verantwoordelijkheid, dit werk uitvoert en die hiervoor door God Zelf bestemd is.
En als de mens zich aan deze overtuiging, dat hij in de bescherming staat van degenen, die zelf in de waarheid staan, overgeven kan, zijn alle twijfels ongegrond. En als hij met dubbele oplettendheid naar de influisteringen van de geestelijke krachten in het hiernamaals luistert, weet hij toch, dat de macht van het boze ontoereikend is om op dezelfde manier op de mensen in te werken, waar alleen de wil naar de waarheid aanwezig is._>Amen
Traducteurs