Comparer communication avec traduction

Autres traductions:

Le sermon du dimanche – la Divinité - la Force de la nature – le savoir et la foi

«Bénis soient ceux qui cherchent Mon Amour, à eux Je veux Me révéler....» Ainsi dit le Seigneur et dans tous les temps Il fait résonner de façon audible Sa Voix aux hommes pour le salut de leur âme. Et ceux qui s’occupent de Sa Voix, puiseront l'Eau vive toutes les fois qu’ils la désirent, et dans les heures de misère et d'affliction du corps et de l’âme ils seront fortifiés à travers l'Amour du Père céleste. Et ainsi le Seigneur vous donne toujours et en tout temps sa Grâce et Il ne permet pas que soit laissé sans Aide celui qui se fie à Lui. Il connaît toutes les misères, et Il connaît les cœurs de ceux qui souffrent. Il veut les rafraîchir selon leur dignité. Il n'abandonnera pas les Siens et demeurera toujours près d'eux. Il fera briller le Soleil sur les justes et sur les injustes, et Il rendra même accessible Sa Parole à tous les hommes sur la Terre, mais ne sentira la Bénédiction de Sa Parole que seulement celui qui L’accepte dans la foi et l'amour pour le Seigneur, qui Le prie en toute humilité pour Sa Miséricorde, qui Lui confesse sa faiblesse et demande son renforcement, qui le désire avec tout l'amour et se recommande à Sa Bonté et à Sa Miséricorde. À ceux-ci l'Amour divin leur assure constamment Garde et Protection, et Ses fils ne seront jamais abandonnés, parce qu'Il les connaît et mène plein d'Amour leur destin, pour qu'ils se retrouvent dans l'éternelle Patrie et puissent entrer dans la Maison du Père. Toutes les bonnes Forces spirituelles poursuivent avec une pleine ardeur seulement un but, c’est de guider tout ce qui est spirituellement imparfait vers la perfection, et donc leur fervente tendance est de leur donner en premier lieu l'annonce de l'Omnipotence, de l’Amour et de la Bonté de Dieu, de la destination de l'être terrestre et de son rapport vers le Créateur. Seulement lorsque l'être terrestre l'a compris, le travail d'une lente transformation des pensées matérialistes peut commencer. Et donc dans l'homme il doit d'abord être réveillé la foi dans une Divinité, pour ensuite pouvoir aller plus loin, parce que là où manque la foi, tout Enseignement qui parle d'Éternité est caduc et est donné inutilement aux hommes. Ceux qui sont dans la foi reconnaissent une éternelle Divinité en tant que Puissance en liaison directe avec les hommes, et à la Volonté de laquelle ils sont totalement soumis. Et cette foi est la première condition pour toute tendance ultérieure. Celui qui se représente la Divinité comme étant une puissance de la nature qui se manifeste certes avec une régularité constante, qui a laissé se lever l'homme, mais qui n'est pas déterminante sur son destin et ses actes, ses pensées ne peuvent pas être influencées d’une manière qui forme sa vie en vue de l'Éternité, pas plus que sa Vie après la mort corporelle. Et donc au monde spirituel de l'au-delà il revient en premier d’instruire l'homme dans la juste foi, et cela demande une incroyable fatigue et une grande patience car durant ce temps l'humanité s'est préparée une doctrine qui cherche justement à rendre tout compréhensible d’une manière purement naturelle, ce qui cache le but de toute la Création. La recherche scientifique trop zélée est la mort de la foi. Les hommes pensent savoir et donc ils n'ont plus besoin de la foi, ils pensent pouvoir sonder tout par la science, et par conséquent ils se trouvent dans une fausse foi, parce que celle-ci ne sert à rien, et trouble seulement toute pensée humaine, tandis que par contre la foi pure et enfantine dans un éternel Créateur en tant que Guide de tout ce qui existe, introduit l'homme dans le savoir et ne le laisse pas dans l'erreur. Plus l'homme sur la Terre s’efforce de rester uni avec Dieu, plus il observera la Création avec un esprit plus éveillé, et une foi profonde lui donne seulement la confirmation de ce qu’il reconnaît comme Vérité, parce qu'alors lui sont offertes des preuves d’une autre sorte que celles que la science humaine peut donner, preuves qui fortifient seulement la foi, mais qui semblent peu perceptibles par celui dont la foi est encore faible. Une foi profonde est donc la première condition et seulement alors l'homme peut travailler sur lui-même, pour arriver à la plus haute perfection.

Amen

Traducteurs
Traduit par: Jean-Marc Grillet

Zondagspreek – Godheid – Natuurkracht – Kennis en geloof

‘Zalig zijn degenen, die Mijn liefde zoeken. Aan hen wil Ik Mij openbaren’. Zo spreekt de Heer en Hij laat tot in alle tijden Zijn stem hoorbaar klinken voor de mensen tot heil van hun ziel. En degenen, die acht slaan op Zijn stem, zullen, zo vaak als zij daar naar verlangen, levend water putten. En in het uur van de nood en de ellende zullen zij zowel lichamelijk als wat de ziel betreft, gesterkt worden door de liefde van de hemelse Vader.

En zo schenkt de Heer jullie altijd en op elk moment Zijn genade en Hij laat niet toe dat degenen, die op Hem vertrouwen, zonder hulp zijn. Hij kent alle nood, en Hij kent de harten van degenen, die lijden. Hij zal hen naar waardigheid verkwikken. Hij zal de Zijnen niet verlaten en voortdurend in hun nabijheid verblijven. Hij zal de zon laten schijnen over de rechtvaardige en de onrechtvaardige en Hij zal ook Zijn woord voor alle mensen op aarde toegankelijk maken.

Maar de zegen van Zijn woord zal alleen maar diegene gewaarworden, die het in geloof in en liefde voor de Heer aanneemt. Die Hem in alle deemoed smeekt om Zijn erbarmen. Die Hem zijn zwakte bekent en om versterking vraagt. Die in alle liefde naar Hem verlangt en zich aan Zijn goedheid en barmhartigheid toevertrouwd. Deze is de goddelijke liefde nabij en Hij is voor hen de voortdurende steun en bescherming en nooit zullen Zijn kinderen verlaten zijn, want Hij kent ze en leidt met volle liefde hun lot, opdat ze de weg naar het eeuwige Vaderland vinden en eens binnen kunnen gaan in het huis van de Vader.

In volledige eensgezindheid streven alle goede geestelijke krachten alleen dat ene doel na, namelijk al het onvolmaakt geestelijke naar de volmaaktheid te leiden. En het is dus hun ijverige streven om hun in de eerste plaats Gods almacht, liefde en goedheid en ook de bestemming van het wezen op aarde en zijn verhouding tot de Schepper bekend te maken. Pas wanneer het aardse wezen dit begrepen heeft, kan het werk aan een langzame verandering van het materialistische denken beginnen.

En daarom moet er in de eerste plaats in de mens het geloof in een Godheid opgewekt worden om daarop te kunnen bouwen. Want waar het geloof ontbreekt, is elke leer, die op de eeuwigheid wijst, broos en tevergeefs aan de mensen gegeven. Degenen, die in het geloof staan, erkennen een eeuwige Godheid als een met de mensen in rechtstreekse verbinding staande macht, aan Wiens wil ze volledig onderworpen zijn. En dit geloof is de eerste vereiste voor al het verdere streven.

De gedachten van degene, die onder de Godheid een natuurkracht verstaat, die zich wel in een onveranderlijke wetmatigheid uit, die de mensen liet ontstaan, die echter niet bepalend is voor hun noodlot en werken, kunnen niet zo beïnvloed worden, dat hij zijn leven vormt met het oog op de eeuwigheid, op zijn leven na de lichamelijke dood. En daarom is het in eerste instantie de taak van de geestelijke wereld in het hiernamaals om de mensen in het juiste geloof te onderwijzen. En dit vereist een ongelofelijke inspanning en geduld in een tijd, waarin de mensheid zelf een leer bedacht heeft, die alles wat de gehele schepping bevat juist op een puur natuurlijke manier begrijpelijk probeert te maken.

En het overijverige wetenschappelijke onderzoeken is de dood van het geloof. De mensen denken te weten en hebben daarom het geloof niet meer nodig. Maar ze geloven door de wetenschap alles doorgrond te hebben en staan dus in een verkeerd geloof. Want dit geloof is nutteloos, want het verwart enkel al het menselijke denken, waartegenover het pure kinderlijke geloof in een eeuwige Schepper als Bestuurder van alles wat bestaat de mensen dan ook de kennis binnenleidt en hen niet in dwaling laat.

Hoe meer de mens zich op aarde inspant om met God verbonden te blijven, met een des te helderder geest zal hij de schepping ook bekijken. En het diepe geloof geeft hem alleen de bevestiging van dat, wat hij als waarheid erkent, want hem zullen bewijzen van een andere soort gegeven worden dan dat de menselijke wetenschap hem geven kan. Het diepe geloof is de eerste voorwaarde. En pas dan kan de mens aan zichzelf werken om tot de hoogste voltooiing te komen._>Amen

Traducteurs
Traduit par: Peter Schelling