• Volver

Llevar el Evangelio a todas partes

Cada hombre que predica el Evangelio a las almas contribuye a su salvación... igual que cada hombre que procura traer mi Palabra a los semejantes - mi Palabra que contiene la divina Doctrina de Amor. Cada uno que estimula al prójimo al amor ya predica este Evangelio, si a la vez enseña que estos son los Mandamientos más importantes que he dado a los hombres y los informa sobre el efecto de su cumplimiento.

Todo que contribuye a educar a los hombres al amor ya es obra de Redención, porque el hombre se redime únicamente mediante el amor... y hay que poner el amor en práctica para facilitar de esta manera la Redención del propio alma. Porque luego el amor siempre busca la unión con Jesucristo, el Redentor divino, pues a continuación únicamente Él puede proporcionar al hombre la verdadera Salvación - al hombre que tiene fe en Él...

Es irrevocable que el hombre debe encontrar a Jesucristo porque una Redención sin Él es imposible. Por eso cada hombre que llama la atención de los semejantes a Jesucristo o los lleva a Él está haciendo obra de Redención. He aquí una colaboración en la viña... es sembrar la semilla de la divina Doctrina del Amor en los corazones humanos... Es un trabajo consciente que el hombre realiza para el bien de las almas de los semejantes.

Todo aquel que ha encontrado a Jesucristo y que mediante Él ya encontró la Redención del pecado y de la muerte, él no se cansará a informar al prójimo y a ayudarle a alcanzar su salvación... y todo aquel que ha encontrado a Jesucristo no parará antes de que también el prójimo le haya encontrado, por lo que cada vez de nuevo hablará del Amor y estimulará al prójimo a seguir el camino del amor cuya meta es Jesucristo. Pues no parará antes de que aquel también haya logrado la salvación del pecado y de la muerte.

Mientras el hombre todavía se encuentre lejos del divino Redentor Jesucristo, el amor en él aún no ha llegado a ser poderoso, porque precisamente el amor conoce y reconoce al divino Redentor y no puede sino anunciarle. Y aquel que ha encontrado a Jesucristo no puede sino divulgar Su Evangelio del Amor a todos aquellos con los que tenga roce, pues será continuamente activo para Él... por eso me traerá muchas almas porque les aporta mi Palabra, lo que es la tarea de cada uno que –él mismo– recibe mi Palabra y la desea, por lo que también Yo me dirijo a él - y no importa si recibe mi Palabra directamente, si la lee o la oye... Si deseáis oír mi Palabra, siempre soy Yo mismo El que os la dirige.

Por eso la divulgación del Evangelio es tan necesaria, y cada uno que se somete a esta misión será bendecido... si ayuda a redimir las almas de los semejantes... si les pone de manifiesto que, y por qué, deben ser redimidos si algún día quieren llegar a ser bienaventurados...

Aquel que vive en el amor ha encontrado a Jesucristo, y le brilla la Luz del reconocimiento. Pero a todo aquel que aún no está redimido hay que enseñarle... hay que presentarle la Imagen del divino Redentor Jesucristo, y hay que estimularle que se dirija a Él... y que le invoque que también él obtenga la Redención mediante Él y su Obra de Redención.

Por eso está bendecido cada ser humano que divulga mi Evangelio al mundo porque él me trae almas que estaban perdidas durante mucho tiempo - las que llegarán a la salvación mediante Jesucristo mismo que también a él le ha redimido con su Sangre.

Amén.

Het uitdragen van het evangelie - Jezus Christus

Ieder mens draagt bij tot verlossing van de zielen, die dezen het evangelie preekt, die probeert mijn woord dat de goddelijke leer van de liefde tot inhoud heeft, aan de medemensen over te brengen. Ieder die de medemensen aanspoort tot liefde, verkondigt het evangelie wanneer hij tegelijkertijd leert dat dit de voornaamste geboden zijn die Ik de mensen heb gegeven en wanneer hij ze in kennis stelt van de uitwerking van het nakomen van die geboden. Alles wat ertoe bijdraagt de mensen tot liefde op te voeden is al verlossingswerk, omdat alleen door de liefde de mens zich zal verlossen en omdat de liefde moet worden beoefend om dus de verlossing van de eigen ziel mogelijk te maken. Want de liefde zoekt dan ook steeds de verbinding met Jezus Christus, de goddelijke Verlosser die nu pas werkelijke verlossing kan brengen aan de mens die in Hem gelooft.

De mens moet onherroepelijk de weg naar Jezus Christus vinden, omdat een verlossing zonder Hem niet mogelijk is. En daarom doet ieder mens verlossingswerk die de medemensen wijst op of leidt naar Jezus Christus. Dit is een arbeid in de wijngaard, het is een uitstrooien van het zaad - dat de goddelijke leer van de liefde is - in de harten van de mensen. Het is een bewuste arbeid die de mens verricht tot heil van de zielen van de medemensen.

Wie zelf Jezus Christus heeft gevonden, wie door Hem de verlossing vond van zonde en dood, zal het nu ook niet moe worden tegenover de medemens getuigenis af te willen leggen en ook hem te helpen verlost te worden. Wie zelf Jezus Christus gevonden heeft rust niet eerder dan dat ook de medemens Hem vindt en hij zal daarom steeds weer spreken over de liefde en de medemens aansporen ook de weg van de liefde te gaan die Jezus Christus als doel heeft. Hij zal niet eerder rusten dan dat ook die ander verlossing heeft gevonden van zonde en dood.

Zolang de mens ver van de goddelijke Verlosser Jezus Christus afstaat is ook de liefde in hem nog niet krachtig geworden, want deze zal de goddelijke Verlosser kennen en erkennen en kan niet anders dan van Hem getuigen. En wie Jezus Christus gevonden heeft kan niet anders dan Zijn evangelie van de liefde verkondigen aan allen met wie hij in aanraking komt. Hij zal onophoudelijk werkzaam zijn voor Hem en hij zal Mij daardoor veel zielen brengen, omdat hij hen nader brengt tot mijn woord, zoals het de taak is van ieder die zelf mijn woord ontvangt, die het begeert en die Ik daarom ook aanspreek, ongeacht of dit rechtstreeks gebeurt of door het lezen of horen van mijn woord. Want steeds ben Ik het zelf die u mensen aanspreekt wanneer u mijn woord begeert te horen. En daarom is het verkondigen van het evangelie bovenal nodig. En ieder zal gezegend zijn die deze missie op zich neemt dat hij helpt de zielen van de medemensen te verlossen, dat hij dezen vertrouwd maakt met het weten dat en waarom hij moet worden verlost, wil hij eens gelukzalig worden.

Wie in de liefde leeft heeft Jezus Christus gevonden en in hem straalt het licht van het inzicht. Wie echter nog niet is verlost moet onderwezen worden. Het beeld van de goddelijke Verlosser Jezus Christus moet hem voor ogen worden gesteld en hij moet worden aangespoord zich tot Hem te wenden en Hem te vragen dat ook hij verlost wordt door Hem en Zijn werk van verlossing. En daarom is ieder mens gezegend die mijn evangelie uitdraagt in de wereld, want hij brengt Me zielen die lange tijd verloren waren en die gered zullen worden door Jezus Christus zelf die ook hem heeft verlost met Zijn bloed.

Amen