Qué es el mundo y su materia.... Esta pregunta ocupa a muchas personas y, sin embargo, no pueden resolverlo en virtud de su razonamiento. Todo lo visible es materia, es decir, sustancia que se ha condensado en forma. Hasta cierto punto, solo se hizo visible a través de la compresión, porque anteriormente era invisible, es decir, sustancia espiritual. La sustancia espiritual es una fuerza que ha surgido de Dios y que, según Su voluntad se convierte en lo que es, tan pronto como Dios pretendía que tuviera una determinada forma.
Esta forma es nuevamente la unión de innumerables sustancias, es decir, una estructura que puede disolverse para liberar cada sustancia si es la voluntad de Dios. Entonces, cualquier forma es destructible, es algo que no tiene una duración eterna, porque es solo la capa de sustancias espirituales que se deben desarrollar más alto y, por lo tanto, no permanecen en la capa para siempre. Esta materia en sí misma es también una sustancia espiritual, es decir, fuerza condensada por la voluntad de Dios, que, sin embargo, también se disuelve y se dispersa constantemente y por las remodelaciones, ella misma después de largos tiempos puede albergarse en una forma. aduro es invisible para el ojo humano, pero que se usa de una forma diferente para permanecer en ella. Entonces, algo espiritual vive en cada forma, un ser que es inconsciente de sí mismo, pero que quiere unirse con los mismos seres
Así que todo lo que es visible es fuerza espiritual que todavía se encuentra en las primeras etapas del desarrollo, mientras que lo espiritual ya más maduro es invisible para el ojo humano, pero que se sirve de otra forma para permanecer en ella. Entonces, en cada forma vive algo espiritual que es inconsciente de sí mismo, pero que busca unirse con los mismos seres para aumentar la fuerza. Porque cada ser lucha por la perfección. Tan pronto como la materia se disuelve, es decir, cuando una forma se desintegra, lo espiritual que se ha liberado se esfuerza hacia la misma esencia, y se une para animar una nueva forma. Este proceso es la base del eterno convertirse y fallecer en la naturaleza, por lo que es la razón del continuo vivir y morir en la naturaleza ...
Las sustancias espirituales pasan a través de toda la creación, en parte aisladas y en parte unidades incontables. Y las formas circundantes también corresponden en su tamaño y tipo. Todo lo que contiene esta materia es espiritual. Pero la materia consiste en tales sustancias espirituales que están al comienzo del desarrollo y, por lo tanto, también pueden ser visible para el ojo humano, porque solo lo espiritual más maduro es invisible. Por lo tanto, todo lo visible debe verse como imperfecto, es decir, algo espiritual distante de Dios que comienza su curso de desarrollo. Lo espiritual que está contenido en ello ya ha pasado por este camino y ya se está esforzándose hacia Dios, por lo que una destrucción, es decir, un fallecimiento o disolución de la forma, es decir, la caducidad de la materia, corresponde a la voluntad de Dios, porque esto permite que lo espiritual sigue tomando su curso de desarrollo....
Amén
TraductorWat is de wereld en wat haar materie? Deze vraag houdt vele mensen bezig en toch zijn zij niet in staat met hun verstandelijk denken deze vraag op te lossen. Alles wat zichtbaar is bestaat uit materie, d.w.z. uit "stof" die zich samengeperst heeft tot een vorm. Zij is als het ware pas door het samenpersen tot een zichtbare stof geworden, want tevoren was de materie als geestelijke substantie onzichtbaar.
Geestelijke substantie is een van GOD uitgegane kracht die overeenstemmend met Zijn Wil tot dat wordt wat zij is, zodra GOD haar een bepaalde vorm toegedacht heeft. En deze vorm is dus weer de samensluiting van talloze substanties, dus een maaksel dat zich oplossen kan, om elke aparte substantie weer vrij te geven wanneer GOD dat wil.
Elke materiële vorm is dus vernietigbaar. De materie is iets dat geen eeuwigheid's bestaan heeft, want zij is alleen het omhulsel van geestelijke substanties die zich ontwikkelen moeten en daarom niet voor eeuwig in deze omhulsels blijven. Weliswaar bestaat de materie ook uit geestelijke substantie, d.w.z. uit door goddelijke Wil samengeperlte geestelijke kracht die door oplossen, vervliegen en weer nieuwe vormen aannemend bovendien netzo wordt, dat zij zich na een eindeloos lange tijd zelf in zo'n vorm kan belichamen.
Dus bestaat alles wat zichtbaar is uit geestelijke kracht die nog in het begin staat van ontwikkeling. Terwijl het al rijpere geestelijke voor het menselijke oog onzichtbaar is, zich echter van een zichtbare vorm bedient om daarin zijn verblijf te nemen. In elke uiterlijke vorm leeft dus iets geestelijks, een wezen dat zich zijn "zelf" onbewust is. Dat echter naar aaneensluiting met gelijke wezens verlangt om zijn hoeveelheid kracht te vermeerderen door deze aaneensluiting, want ieder wezen streeft naar voleinding.
En zodra de materie oplost en een vorm uiteenvalt streeft dat vrijgeworden geestelijke tot het hem gelijke geestelijke, en verenigt zich om een nieuwe vorm te doen herleven. Deze toedracht ligt het voortdurende ontstaan en ook het vergaan in de natuur ten gronde, en is de aanleiding tot gestadig leven en sterven in de natuur.
Want de geestelijke substanties doorlopen de gehele schepping, deels afzonderlijk en deels in talloze samenvoegingen. Dienovereenkomstig zijn ook de hen omhullende vormen in grootte en aard, want alles wat omhulsel is van het geestelijke bestaat uit materie.
De materie zelf bestaat uit zulke geestelijke substanties die in het begin van hun ontwikkeling staan en daarom voor het menselijke oog zichtbaar zijn, alleen het reeds rijpere geestelijke is onzichtbaar.
Daarom moet alles wat zichtbaar is als nog onvolmaakt beschouwd worden, d.w.z als het geestelijke dat nog ver van GOD verwijderd is en zijn weg van ontwikkeling pas begint. Daarentegen heeft het geestelijke dat het in zich bergt reeds deze weg afgelegd, en streeft er al naar, naar GOD te komen. En daarom is een vernietiging (uit liefde en wijsheid =opm.v.d.uitg.) d.w.z. een vergaan of oplossen van de vorm niet tegen de wil van GOD, omdat daardoor voor het geestelijke de voortzetting van ontwikkeling mogelijk wordt gemaakt.
Amen
Traductor