• Volver

Afluencia de poder espiritual.... Estado de madurez....

Escuchad la voz divina: El acceso a todo lo espiritual se abre para vosotros humanos desde la hora en que cultiváis el amor en vosotros y por lo tanto ya tenéis un efecto espiritual. Porque el amor, que es verdaderamente desinteresado, es obra espiritual en sí mismo, y por eso también crece en sí mismo a través de cada nuevo acto de amor, y por eso la persona que es activa en el amor alcanzará la madurez espiritual, porque todo lo espiritual, por así decirlo, se conecta con un niño terrenal amoroso y, por lo tanto, también aumenta el poder espiritual. Si la afluencia del poder espiritual se expresa durante el tiempo de la existencia espiritual, entonces tal existencia terrenal no se ha vivido en vano, porque ya produjo la unificación con lo espiritual, y por lo tanto ya debe estar seguro el estado de madurez, donde tiene lugar la unificación ininterrumpida con lo espiritual.

Si vosotros los humanos siempre buscáis uniros con el bien, entonces naturalmente el ser humano también debe estar dispuesto a hacer lo que reconoce como bueno....No puede luchar por algo cuyas posesiones no le parecen valiosas, y por lo tanto sólo desee lo que es realmente su necesidad más íntima.... Y si ahora ama desinteresadamente, es inevitablemente atraído hacia Dios.... Es atraído por todo poder espiritual, cuyo punto de partida es a su vez la Deidad eterna.... Y desea todo lo divino desde el fondo de su corazón y por lo tanto pide poder espiritual, por así decirlo. Quiere aumentar en sí mismo el anhelo por Dios, el amor a Dios y todo poder bueno, porque esto le ayuda a acercarse a la Deidad eterna, y sus peticiones y suplicas, por lo tanto, están siempre dirigidas a Dios....

Y el anhelo del niño terrenal crece cuanto más se entrega a Dios de todo corazón porque es presa del amor divino. Porque es un desbordamiento constante de este en el corazón del niño terrenal, que por lo tanto es amorosamente activo, y por lo tanto nunca pueda ser abandonado del buen poder espiritual, ya que se conecta continuamente con este a través de cada pensamiento espiritual, a través de cada conversación espiritual y a través de ponerse simplemente en contacto con Dios y a través de la oración sincera. La oración en sí misma transmite un flujo indescriptible de poder espiritual, porque cuando una persona ora, abre su corazón para cada don de gracia de arriba.... Suplica a Dios que le de fuerza, y por lo tanto, también es el destinario de esta fuerza, ya que está dispuesto a aceptar la ayuda de Dios. Y así el espíritu va creciendo constantemente, y esto tiene como consecuencia la madurez espiritual, porque la persona que pide constantemente el Espíritu de Dios, también debe madurar en la misma medida, ya que se sirve de la gracia divina, que hace que su camino en la tierra sea fácil de caminar....

amén

Aanvoer van geestelijke kracht – Staat van rijpheid

Hoor de goddelijke stem: De toegang tot al het geestelijke opent zich voor jullie vanaf het moment, dat jullie de liefde beoefenen en dus al geestelijk werken. Want de liefde, die werkelijk onbaatzuchtig is, is al geestelijk werk op zich. En zo neemt ze ook in zichzelf door elke nieuwe daad van liefde toe en daarom zal de mens, die in de liefde werkzaam is, tot geestelijke rijpheid komen, omdat al het rijpe geestelijke zich als het ware met een mensenkind verbindt, dat in liefde werkzaam is en dus ook de geestelijke kracht vergroot.

Wanneer in de tijd van het bestaan op aarde de aanvoer van geestelijke kracht zich uit, dan is zo’n bestaan op aarde niet tevergeefs geleefd, want het bracht reeds de vereniging met het geestelijke tot stand en dus moet de graad van rijpheid gewaarborgd zijn, waar de vereniging met het geestelijke onophoudelijk plaatsvindt. Als jullie mensen altijd proberen je te verenigen met het goede, dan moet de mens natuurlijk ook bereidwillig zijn te doen, wat hij als goed herkent. Hij kan niet iets nastreven, waarvan het bezit hem niet waardevol lijkt, en hij zal dus alleen maar naar dat verlangen, wat voor hem werkelijk de meest innerlijke behoefte is.

En als hij nu onbaatzuchtig liefheeft, wordt hij onvermijdelijk naar God getrokken. Hij wordt aangetrokken door alle geestelijke kracht, waarvan het uitgangspunt weer de eeuwige Godheid is. En hij verlangt uit het diepste van het hart naar al het goddelijke en eist in zekere zin de geestelijke kracht op. Hij wil het verlangen naar God, de liefde voor God en alle goede krachten in zich vergroten, omdat dit hem helpt om de eeuwige Godheid te naderen en dus is zijn vragen en smeken altijd tot God gericht.

En het verlangen van het mensenkind groeit, naarmate het zich inniger aan God overgeeft, want het wordt gegrepen door geestelijke kracht. Het is een voortdurend overgaan van deze kracht in het hart van het mensenkind, dat dus liefhebbend werkzaam is. En het kan dus nooit door goede geestelijke kracht verlaten worden, omdat het zich voortdurend door elke geestelijke gedachte, door elk geestelijk gesprek en door juist het contact met God door innig gebed met deze kracht verbindt.

Het gebed brengt op zich al toestroom van geestelijke kracht in een onbeschrijflijke hoeveelheid tot stand, want als de mens bidt, opent hij zijn hart voor elke genadeschenking van boven. Hij smeekt God om kracht en is dus ook ontvanger van deze kracht, omdat hij bereidwillig is de hulp van God aan te nemen. En zo vergroot de geest zich voortdurend en dit heeft de rijpheid van de ziel tot gevolg, want de mens, die voortdurend geest uit God vraagt, moet in dezelfde mate ook uitrijpen, want hij bedient zich toch van de goddelijke genade, die zijn weg op aarde tot een gemakkelijk begaanbare weg maakt.

Amen