Comparar anuncio con traducción

Otras traducciones:

Libertad del Espíritu..... Sueño..... Reino espiritual..... Materia.....

El espíritu del hombre como tal es familiar con toda la creación y, por lo tanto, puede apresurarse por el universo sin obstáculos, no hay espacio ni tiempo establecido como límite para él, es capaz de tomar una estancia en cualquier lugar y el cualquier momento y, por lo tanto, puede alejarse de su capa exterior incluso en un sueño, ya que no requiere un espacio de tiempo para él para volver al cuerpo. El Espíritu proviene de Dios y, por lo tanto, está presente en todas partes al mismo tiempo, y el hombre puede, por lo tanto, estar atado al tiempo y al espacio, pero el Espíritu en él es libre..... él conoce, ve y oye todo, solo que no es perceptible para el hombre como tal mientras sea todavía demasiada materia y tenga poco sentido para la vida del Espíritu.

Y así, ahora también os resultará comprensible, que todo el conocimiento pueda ser transmitida al hombre a través de este Espíritu, que solo depende de la voluntad de aquel escucharlo. Y el hombre no puede aferrarse con asombro a un proceso que está enteramente en la esencia del asunto. La cobertura terrenal es solo una área temporal y extranjera..... pero, el Espíritu está en el reino de lo espiritual desde la eternidad. Entonces, incluso en el tiempo terrenal, dado que no hay un límite de movimiento establecido para él, debe permanecer principalmente allí..... y también debe ser su esfuerzo por describir el hogar real lo más detallado posible a la persona que es su caparazón en la tierra.....

Si la voluntad del hombre viene a su encuentro, es capaz de revelar secretos inesperados a este y se esfuerza en todos los sentidos para elevarlo al reino espiritual y apartarlo de la tierra. La más mínima voluntad del hombre es suficiente para que el Espíritu siga adelante, porque el vuelo a la cima hacia las esferas espirituales es muy bienvenido para él, si tan solo pudo atravesar la oscuridad espiritual de la persona y esta misma voluntad lo haya liberado..... Pero cuando el Espíritu está todavía completamente encadenado, cuando está encerrado en el caparazón humano y tiene que permanecer en este hasta que la persona, es decir, su voluntad, se haya vuelto activa por sí misma, de modo que es comprensible que la persona siempre se mueva mentalmente en la tierra. Nunca intentará el ascenso a la cima con sus pensamientos y, en consecuencia, no puede tener ningún otro conocimiento además de su sabiduría del mundo terrenal.

El propósito de la vida en la tierra es y sigue siendo el despertar del Espíritu divino en sí mismo, la liberación del mismo de los lazos de las tinieblas, que es la materia..... Porque solo la persona que comienza a superar la materia libera los grilletes del Espíritu al mismo tiempo. Y solo entonces el Espíritu puede lograr lo inesperado..... Porque solo ahora puede desarrollarse y el reino espiritual está abierto a él, y ahora también puede permitir que la gente eche un vistazo a este..... Él puede, por así decirlo, acercar el reino espiritual a las personas, aumentar el anhelo por este, de modo que la voluntad del hombre sea solo para el logro de la gloria espiritual.....

Lo que se revela al hombre en el sueño es a menudo una representación pictórica de la vida espiritual; y también en tales casos en que las advertencias deben transmitirse a las personas, indicaciones directas a cualquier acontecimiento. Pero el Espíritu siempre querrá expresarse a la persona, siempre querrá transmitir algo del reino espiritual a la conciencia de la persona para influir en sus pensamientos para que se vuelva más hacia lo espiritual. Es tan extremadamente importante de cuidarse de tales pensamientos y prestarles atención, pero el hombre en su pensamiento sobrio está más que feliz de rechazar todos esos pensamientos que le podrían distraer de su actividad terrenal.....

Así que prefiere perseguir lo que no es importante y descuida la cosa más importante en la vida y, en consecuencia, amordaza la chispa espiritual que duerme en él, hasta que reconoce la materia como completamente inútil y por su propia voluntad se esfuerza hacia arriba..... es decir, que le da la libertad al espíritu en sí mismo para elevarse en cualquier momento al reino de lo espiritual..... Entonces podrá sacar más y más, porque la verdad ilimitada puede llegar a él a través del Espíritu divino que se ha vuelto activo en él mismo.....

Amén

Traductor
Traducido por: Hans-Dieter Heise

Vrijheid van de geest – Droom – Geestelijk rijk – Materie

De geest van de mens is als zodanig met de hele schepping bekend en daarom kan hij ongehinderd snel door het heelal gaan. Er is hem geen grens aan ruimte en tijd gesteld. Hij is altijd in staat om overal te verblijven en hij kan daarom ook in de droom van zijn uiterlijk omhulsel weggaan, omdat er voor hem geen tijd nodig is om weer in het lichaam terug te keren. De geest is uit God en dus overal tegelijkertijd aanwezig. En de mens kan dan dus wel aan tijd en ruimte gebonden zijn, de geest in hem is echter vrij. Die weet, ziet en hoort alles, maar voor de mens als zodanig is hij niet hoorbaar, zolang hij nog te zeer materie is en voor het leven van de geest weinig belangstelling heeft.

En zo zal het voor jullie nu ook begrijpelijk zijn, dat alle kennis door deze geest op de mens overgedragen kan worden. Het ligt alleen maar aan de wil van de mens om deze geest te horen. En de mens kan van verbazing een gebeurtenis, die in de aard van deze zaak ligt, niet begrijpen. Het aardse omhulsel is immers een voorbijgaand, vreemd gebied. Maar de geest is van eeuwigheid af aan thuis in het geestelijke rijk. Dus moet hij ook in zijn tijd op aarde, omdat hem geen grens aan zijn bewegingsvrijheid gesteld is, zo veel mogelijk daar verblijven. En het moet ook zijn streven zijn om de mens, die zijn omhulsel op aarde is, zo veel mogelijk uitvoerig het eigenlijke Vaderland te beschrijven.

Als de wil van de mens hem tegemoetkomt, dan is hij in staat om onvermoede geheimen aan hem te openbaren en spant hij zich op elke manier in om hem te verheffen in het geestelijke rijk en hem van de aarde af te doen keren. De geringste wil van de mens is voldoende, zodat de geest zich naar voren dringt, want voor hem is de vlucht omhoog, de geestelijke sferen in, hoogst welkom, als hij maar eenmaal de geestelijke duisternis van de mens zou kunnen doorbreken en juiste deze wil hem bevrijd heeft.

Wanneer de geest zich echter nog volledig in boeien bevindt, wanneer hij in het menselijke omhulsel opgesloten zit en daar net zo lang blijven moet, tot de mens, dat wil zeggen diens wil, zelf werkzaam geworden is, dan zal de mens begrijpelijkerwijs steeds in gedachten op de aarde vertoeven. Hij zal nooit proberen om met zijn gedachten de vlucht naar de hoogte te nemen en hij kan daarom ook geen andere kennis buiten zijn aardse wereldwijsheid hebben.

Het levensdoel op aarde is en blijft juist de opwekking van de goddelijke geest in zich. Het bevrijden van de goddelijke geest uit de banden van de duisternis, die de materie is. Want alleen de mens, die de materie begint te overwinnen, maakt tegelijkertijd de boeien van de geest los. En pas dan kan de geest het onvermoede volbrengen. Want hij kan zich nu pas ontplooien. Voor hem staat het geestelijke rijk open en hij kan nu ook de mens een blik in het geestelijke rijk laten werpen. Hij kan, om zo te zeggen, het geestelijke rijk dichter bij de mens brengen, het vurige verlangen hiertoe doen toenemen, zodat de wil van de mens alleen nog maar het verlangen naar geestelijke heerlijkheid betreft.

Wat zich in de droom aan de mens openbaart, is vaak een beeldende voorstelling van het geestelijke leven. En ook in gevallen, waar de mens gewaarschuwd moet worden, zijn dit directe verwijzingen naar één of andere gebeurtenis. Maar steeds zal de geest zich tegen de mens willen uiten. Steeds zal hij iets uit het geestelijke rijk aan het bewustzijn van de mens over willen dragen om de gedachten van deze mens te beïnvloeden om zich meer naar het geestelijke toe te keren.

Het is dus buitengewoon belangrijk om juist zulke gedachten te koesteren en aandacht aan deze te schenken. Maar de mens verwerpt in zijn nuchtere denken al te graag zulk soort gedachten, die hem af zouden kunnen doen dwalen van zijn aardse bedrijvigheid. Hij streeft dus liever het onbelangrijke na en slaat geen acht op het belangrijkste in het leven en knevelt dus de in hem sluimerende geestvonk net zo lang, totdat hij beseft, dat de materie volledig waardeloos is en hij uit eigen wil naar de hoogte streeft. Dat wil zeggen, dat hij de geest in zich de vrijheid geeft om zich altijd in het rijk van het geestelijke te verheffen. Dan zal hij steeds opnieuw kunnen scheppen, want de geestelijke waarheid kan hem onbeperkt toegestuurd worden door de in hemzelf werkzaam geworden goddelijke geest.

Amen

Traductor
Traducido por: Gerard F. Kotte