Compare proclamation with translation

Other translations:

The original debt could not be redeemed by the being itself....

Through endless long times you had to endure torments for which you lack any concept.... And yet, these torments were not enough to erase the great original sin you had committed by falling away from Me.... through the conscious rebellion against Me.... This sin was not to be blotted out by yourselves, even if eternities were to pass, because you began it.... as you have often been told.... in a state of brightest realization, thus you were able to recognize Me Myself as loving God and creator even though I was not visible to you.... as well as being aware of the fact that you yourselves had come forth from Me.... that you were therefore the same as your creator from eternity and had called love into being for you.... You therefore went against love, you rejected love, which however was your primal element.... You lost everything divine and consciously turned away from Me.... Had you been somehow deficiently formed then your sin would not have been so immeasurably great, but precisely your perfection, which was inherent in you as divine creatures, also let you recognize what you did.... and yet you committed this sin, and the consequence of it was the fall into the abyss, the consequence was the hardening of the spiritual substance, because My love radiation was missing and this substance was now completely incapable of activity, thus it succumbed to death. You knew what you were doing and yet did not shrink from turning against Me.... against the eternal love.... And this guilt was immeasurable and could never be atoned for by the being itself, but it was cause for complete turning away from Me, for a separation, which could no longer be cancelled on the part of the guilty. Only the circumstance that that spiritual that fell away from Me was once emanated power by Me.... thus My part.... caused Me to find and initiate a way which brought My creatures back to Me. For the first time this was the way through creation, that is, the slow awakening to life of the dead, powerless beingness which was not conscious of itself. But this way was not enough, for even if the torments are unthinkable for you men, they were nevertheless no adequate atonement for the great guilt.... But I did not want to give up anything of what was My portion.... And therefore a work of atonement was necessary, which outweighed the exceeding great guilt of sin.... The beings once were blissful and gave up their bliss.... Thus, in order to redeem this great guilt, a being had to voluntarily take the guilt upon Itself, thus, in turn, surrender Its beatitude, yet It did not reject love in defiance but sacrificed Its beatitude out of love for the fallen being, It had to voluntarily take upon Itself an unhappy fate solely for the purpose of helping Its fallen brothers to beatitude. It had to voluntarily divest Itself of light and strength, as those beings had also done.... yet not as a result of lack of love, but as a result and effect of an excessive love.... This being had to take torments and pains upon Itself as man, which were superhuman; It had to let a work come to execution in Itself, which those once fallen beings accomplished through impulse of My opponent at this man. And His great love also requested for these executioner servants the forgiveness of their guilt.... And that man was Jesus, a being of light, which was devoted to Me in all love, which became a cover for Me on earth, in which I Myself could take abode and which I could fill with My love power, so that I therefore embodied Myself in the man Jesus and accomplished the work of redemption in Him. For only love Itself could redeem that guilt, Which only made use of a human form, to which a highest spirit out of the heavens gave life to take upon Itself as man the agonies, which I Myself as God could not suffer.... He and I therefore united completely because I as love from eternity took abode in Him and His human body now offered itself as a sacrifice for the sins of all mankind.... However it is explained to you, you can never fully grasp this My becoming man in Jesus as long as you yourselves still walk over earth as man. But you should know and understand one thing that you will remain eternally separated from Me if you do not accept Jesus' act of salvation, if you do not acknowledge Me Myself in Jesus as your God and father, Who has endured unspeakable suffering in a human form because He wanted to redeem the original sin and enable the fallen beings to return to the father. Why this guilt of apostasy from Me was so great that an own atonement is impossible, that you will also only recognize once you also recognize My immense love in the state of perfection, against which to rebel is the greatest sin a being can ever commit.... And only love Itself could redeem this guilt. And eternal love Itself also did this in the man Jesus, Who therefore also has to be acknowledged as God's son and redeemer of the world, in Whom God Himself became man...._>Amen

Translator
Translated by: Doris Boekers

De oerschuld kon niet door het wezen zelf teniet worden gedaan

Door eindeloos lange tijden heen moest u kwellingen uitstaan waarvoor u elk begrip ontbreekt. En toch waren deze kwellingen niet voldoende om de grote oerzonde uit te wissen, die u door de afval van Mij - door onbewuste weerspannigheid tegen Mij - had begaan. Deze zonde was niet door uzelf uit te wissen, ook niet wanneer er eeuwigheden voorbij zouden gaan, omdat u hem beging - zoals u dat al vaak werd gezegd - in een staat van het helderste inzicht. U kon dus zowel Mij Zelf onderkennen als God en Schepper - ook wanneer Ik voor u niet zichtbaar was - evenals u er zich van bewust was dat u zelf uit Mij was voortgekomen; dat u dus hetzelfde was als uw Schepper van eeuwigheid en dat de Liefde u in het leven had geroepen.

U zondigde dus tegen de Liefde. U wees de Liefde af, die toch uw oerelement was. Al het goddelijke raakte u kwijt en u wendde zich bewust van Mij af. Zou u op één of andere manier gebrekkig gevormd zijn geweest, dan zou uw zonde niet zo onmetelijk groot zijn geweest. Maar juist uw volmaaktheid, die u als goddelijke schepselen eigen was, liet u ook inzien wat u deed. En toch beging u deze zonde. En het gevolg ervan was de val in de diepte. Het gevolg was het verharden van de geestelijke substantie, omdat de doorstraling van Mijn Liefde ontbrak en deze substantie nu totaal niet in staat was enig werk te verrichten, dus aan de dood verviel.

U wist wat u deed en schrok er toch niet voor terug tegen Mij - tegen de eeuwige Liefde - in opstand te komen. En deze schuld was onmetelijk groot en hiervoor kon nooit door het zondig geworden wezen zelf boete worden gedaan. Integendeel, hij was aanleiding tot een volledig afkeren van Mij, tot een scheiding die niet meer kon worden opgeheven van de kant van hen die schuldig waren geworden. Alleen de omstandigheid, dat dit van Mij afgevallen geestelijke eens door Mij uitstraalde kracht was, dus een deel van Mij, gaf Mij aanleiding een weg te vinden en te banen die Mij Mijn schepselen weer terugbracht. Dit was in de eerste plaats de weg door de schepping, dus het langzaam opwekken van het dode en krachteloze, zichzelf niet bewuste wezenlijke tot leven.

Maar deze weg volstond niet. Want al zijn de kwellingen voor u mensen ook onvoorstelbaar, toch waren ze geen gepaste genoegdoening voor de grote schuld. Maar Ik wilde niets opgeven van wat Mijn deel was. En daarom was er ook een daad van boetedoening noodzakelijk die opwoog tegen de overgrote zondeschuld.

Eertijds waren de wezens zielsgelukkig en gaven ze hun gelukzaligheid weg. Zo moest dus, om deze grote schuld teniet te doen, een wezen vrijwillig de schuld op zich nemen, dus wederom zijn gelukzaligheid opgeven, echter niet uit trots de Liefde afwijzen, maar uit liefde voor het gevallene de gelukzaligheid offeren. Het moest vrijwillig een smartelijk lot op zich nemen, alleen met de bedoeling daardoor zijn gevallen broeders te helpen gelukzalig te worden.

Het moest vrijwillig afstand doen van licht en kracht, zoals ook die wezens dit hadden gedaan. Maar niet als gevolg van liefdeloosheid, maar als gevolg en uitwerking van een overgrote Liefde. Dit wezen moest kwellingen en pijnen - die bovenmenselijk waren - op zich nemen als mens. Hij moest bij zich een daad laten voltrekken, die de eertijds gevallen wezens door aansporing van Mijn tegenstander bij deze mens ten uitvoer brachten. En zijn grote Liefde vroeg ook voor deze beulen vergeving van hun schuld.

En die Mens was Jezus, een Wezen van het licht, dat Mij in alle liefde was toegedaan, dat Mij op aarde tot omhulling werd, in wie Ik Zelf verblijf kon nemen en die Ik kon vervullen met Mijn Liefdekracht, zodat Ik Zelf Mij dus in de Mens Jezus belichaamde en in Hem het verlossingswerk volbracht. Want die schuld teniet doen kon alleen de Liefde Zelf, die alleen gebruik maakte van een menselijke gedaante, aan welke een hoogste Geest uit de hemelen het leven gaf om als Mens de kwellingen op zich te nemen die Ik Zelf als God niet kon ondergaan.

Hij en Ik verenigden ons dus volledig, omdat Ik als de Liefde van eeuwigheid in Hem verblijf nam en Zijn menselijk lichaam nu zichzelf ten offer bracht voor de zonden van de gehele mensheid.

Hoe het u ook wordt uitgelegd, u zult deze menswording van Mij in Jezus nooit geheel en al kunnen begrijpen, zolang u zelf nog als mens over de aarde gaat. Maar dat ene zult u moeten weten en begrijpen, dat u eeuwig van Mij gescheiden blijft wanneer u het verlossingswerk van Jezus niet aanvaardt, wanneer u Mij Zelf niet in Jezus erkent als uw God en Vader, die in een menselijke gedaante onuitsprekelijk leed heeft gedragen, omdat Hij de oerschuld teniet wilde doen en de gevallen wezens de terugkeer naar de Vader mogelijk wilde maken.

Waarom deze schuld van de afval van Mij zo groot was, dat het onmogelijk is zichzelf van de schuld en zonde te bevrijden, zult u pas inzien, wanneer u eenmaal in de staat van volmaaktheid ook Mijn onmetelijke Liefde inziet, tegen welke het in opstand te komen de grootste zonde is die een wezen ooit kan begaan. En alleen de Liefde Zelf kon deze schuld teniet doen. En de eeuwige Liefde Zelf heeft dit ook gedaan in de Mens Jezus, die daarom ook als God en Zoon en Verlosser van de wereld moet worden erkend, in wie God Zelf mens is geworden.

Amen

Translator
Translated by: Gerard F. Kotte