My love and mercy does not allow a being to be eternally in death, to be eternally exposed to the torments of hell, to be eternally unredeemed.... There is no eternal damnation, and even My first-created being.... now My adversary.... will one day be accepted by Me again and be able to enter into supreme beatitude when the time comes. For I am a God of love but not a God of wrath Who mercilessly condemns everything that once opposed Him. A God of love, however, does not punish but seeks to raise up the fallen, He seeks to lift it from the abyss to the height, He wants the lost to find its way back to Him again, with Whom it will always find loving acceptance, because I am a God of love. And thus the state of separation from My once-fallen creations will never last forever, it will end one day and heartfelt communion will unite every being with Me again, as it was in the beginning. Yet the periods of separation can be immeasurably long. The being can certainly spend eternities at a distance from Me and thus be in an unhappy state, and it determines the duration of its departure from Me itself. Thus it also creates the state of hell for itself, for I do not condemn the being due to its past guilt of sin but the being creates the distance from Me for itself, the being itself strove for distance and therefore must also strive for approach itself, because it was initially created free by Me and misused its freedom. Therefore it will once again enter the state of freedom and then it will also have to accomplish the return to Me. A state which the being created for itself must also end itself if it wants to become a truly blissful being again and not just be a puppet which places My will in a place which it did not desire itself. The being is in the state of death for as long as it is at a distance from Me, and My will is and remains to restore the being to the life it lost through its own fault.... Hence there can be no question of condemnation on My part, which portrays Me as an unmerciful judge Who inflicts the most dreadful punishment on a guilt.... to be eternally separated from Me.... My nature is love, and even the creature which has become sinful still possesses My love, because My original nature knows nothing but love.... And love always seeks to please but never to punish or banish, for you are My children whom I created out of My love and who will also always and forever possess My love, even if they are at the greatest distance from Me. And if they stay in hell, if they gather together in droves with a truly satanic mindset, My love will still seek to save them even then and to detach them from My adversary to whom they still cling. And I try everything to win them back again and snatch them from their lord. But this cannot be done forcibly but also requires their own will.... and it is this which often extends the duration of their separation from Me for eternities, and you humans then deem an 'eternal damnation' credible when you are thus taught. You should always remember My love which does not cease, and a loving father does not leave His child forever to His enemy and adversary.... A loving father will pursue His child wherever it may be and always show it a path which leads back to Himself again, into the father's house. But justice also dictates that the child has to take this path itself, because it once distanced itself from the father on this very path.... justice dictates that the child recognizes its wrongdoing and repentantly pleads with the father that He may help it to cover the long and difficult path.... And I will truly not hesitate to come to this child's aid, I will go to meet it and do everything to shorten its way back, but I will also always leave it the free will to likewise seek the father's nearness, just as I seek My child's nearness and don't deny Myself to it. For My love lasts forever, therefore I do not want to be separated from My child forever. Yet it must also give its love to Me and then it will truly be awakened from death to life, it will live eternally in My kingdom and be blissfully happy....
Amen
TranslatorMijn Liefde en Erbarming zal het niet toelaten, dat een wezen zich eeuwig in de dood bevindt, dat het eeuwig is blootgesteld aan de kwellingen van de hel, dat het eeuwig niet wordt verlost. Er bestaat geen eeuwige verdoeming en ook Mijn eerstgeschapen wezen - nu Mijn tegenstander - zal eens weer door Mij worden aangenomen en kunnen binnengaan in hoogste gelukzaligheid, wanneer de tijd daar is. Want Ik ben een God van Liefde, maar niet een God van toorn, die alles meedogenloos verdoemt, wat zich eens tegen hem heeft gekeerd. Maar een God van Liefde straft niet, integendeel, Hij tracht het gevallene op te richten, Hij probeert het op te heffen uit de diepte omhoog, Hij wil dat het verlorene weer de weg terugvindt naar Hem, bij Wie het te allen tijde liefdevol onthaal vindt, omdat Ik en God van Liefde ben. En zo zal nooit de toestand van gescheiden zijn van Mijn eens gevallen schepselen eeuwig duren, deze zal eens beëindigd zijn en de innigste gemeenschap zal ieder wezen weer met Mij verbinden, zoals het eens in het allereerste begin was.
Maar de perioden van een scheiding kunnen onmetelijk lang zijn. Het wezen kan zich wel eeuwigheden verwijderd van Mij - en dus in een ongelukkige toestand - bevinden en het bepaalt zelf de tijdsduur van het zich afkeren van Mij. Dus schept het voor zichzelf ook de toestand van de hel, want niet Ik verdoem het wezen vanwege zijn vroegere zondenschuld, maar het wezen zelf schept voor zich de afstand van Mij; het wezen zelf stuurde op de verwijdering aan en moet daarom ook zelf streven naar het dichter bij Mij komen, omdat het door Mij in het allereerste begin vrij werd geschapen en deze vrijheid van hem heeft misbruikt. Daarom komt het eens weer in de toestand van vrijheid en moet het dan dus ook de terugkeer naar Mij bewerkstelligen. Een toestand, die het wezen voor zichzelf heeft geschapen, moet het ook zelf beëindigen, wil het weer een waarachtig gelukzalig wezen worden en niet slechts een marionet zijn, die Mijn Wil op een plaats stelt, die het niet zelf heeft gewenst.
Het wezen is zo lang in de toestand des doods, als dat het zich op afstand van Mij bevindt. En Mijn Wil is en blijft: het wezen het leven terug te geven, dat het verloor door eigen schuld. Dus kan er geen sprake zijn van een verdoemenis Mijnerzijds, die Mij als een onbarmhartige rechter voorstelt, die een schuld met de meest verschrikkelijke straf oplegt: eeuwig van Mij gescheiden te zijn. Mijn Wezen is Liefde en zelfs het zondig geworden schepsel bezit nog Mijn Liefde, omdat Mijn Natuur vanuit Haarzelf niets anders dan Liefde kent. En liefde wil steeds gelukkig maken, maar nooit straffen of verbannen, want u bent Mijn kinderen, die Ik vanuit Mijn Liefde schiep en die ook Mijn Liefde altijd en eeuwig zullen bezitten, ook wanneer ze zich op de meest grote afstand van Mij bevinden. En wanneer ze zich in de hel bevinden, wanneer ze massaal samenscholen in een werkelijk satanische gezindheid, dan probeert Mijn Liefde hen ook nog te redden en ze los te maken van Mijn tegenstander, die ze nog aanhangen. En alles probeer Ik om ze weer terug te winnen en aan hun heer te ontrukken. Maar dit gaat niet gedwongen, maar eist ook hun eigen wil en deze is het, die de tijdsduur van hun scheiding van Mij vaak eeuwigheden laat beslaan en waardoor u, mensen, dan een “eeuwige verdoeming voor geloofwaardig houdt, wanneer u zo onderricht wordt.
U moet steeds aan Mijn Liefde denken, Die niet ophoudt. En een liefdevolle Vader zal Zijn kind niet eeuwig aan Zijn vijand en tegenstander overlaten. Een liefhebbende Vader zal Zijn kind achterna gaan, waar het ook is, en het steeds een weg wijzen, die weer terugvoert naar Hem in het Vaderhuis. Maar de rechtvaardigheid gebiedt ook, dat het kind deze weg zelf moet gaan, omdat het zich juist op deze weg eens verwijderde van zijn Vader. De rechtvaardigheid gebiedt, dat het kind zijn ongelijk inziet en de Vader berouwvol smeekt, dat Hij hem zou willen helpen, de verre en zware weg te kunnen afleggen.
En Ik zal waarlijk niet aarzelen, dit kind te hulp te komen. Ik zal het tegemoet gaan en alles doen, om zijn terugweg korter te maken, maar Ik zal het ook steeds de vrije wil laten, eveneens de nabijheid van de Vader te zoeken, zoals Ik de nabijheid van Mijn kind zoek en het altijd ter beschikking sta. Want Mijn Liefde duurt eeuwig, daarom wil Ik niet eeuwig van Mijn kind gescheiden zijn. Maar het moet Mij ook zijn liefde schenken en dan wordt het waarlijk vanuit de dood tot leven gewekt, het zal leven in eeuwigheid in Mijn rijk en gelukzalig zijn.
Amen
Translator