Compare proclamation with translation

Other translations:

Awakening the spark of God in man....

My spirit shall become effective in you.... A spark of My spirit is within you, thus something divine slumbers within you which can have an effect on your thinking, wanting and acting if you allow it yourselves. You yourselves decide whether this spiritual spark can become active in you; it is entirely up to your will to awaken the spirit in you to life, for it is indeed within you but it awaits the fulfilment of the conditions under which its activity is permitted. Neither My omnipotence can determine My share in you to be active nor My greater than great love, for the law of eternal order underlies everything, also the human being's shaping with all his abilities and not least the human being's free will, without which a perfect creature is unthinkable and which therefore should also strive to enter the state of perfection again. But it is also not possible for the opposite pole to prevent the divine spiritual spark in you from working if you want it to do so yourselves. You alone determine your attitude towards Me and also towards My adversary; thus you also have free will which can just as well act badly as well. I now know every individual human heart and follow its spiritual development; but I also recognize My adversary's attempts to bring the human being under his influence, and his influence is often so strong that it does not remain without effect, that the human being becomes weak to want what is right and is inclined to give in to the one who wants to steer his will in the wrong direction. The human being is weak without My support.... for this weakness of will is the natural consequence of his distance from Me due to his past sin against Me.... He can want to be right but needs a grant of grace from Me to do so, which is fully at his disposal in his acknowledgement of Christ. Therefore he must acknowledge Christ, Who made the most difficult sacrifice for humanity's strengthened will. For I demand a free decision of will from the human being during his earthly existence, thus I also have to offer him the guarantee to be able to relinquish this free decision of will if I want him to reach perfection. He must be able to use his will in every direction, otherwise I could not make such a demand of him. And your spirit from Me will provide you with the necessary help for this if you grant it the right to do so. The spiritual spark, which is part of Me Myself, always affects you in My will, so that such human being can certainly rightly say that he is guided by divine will, which has given the spirit within itself the right to express itself.

Therefore it is always My concern that you place yourselves in a state where the spirit can work in you, because then you will already be relieved of all responsibility, for as soon as My spirit works in you, you also already submit yourselves to My will, thus My will can be active in you, yet you have voluntarily inserted your will into Mine, not forced by My will....

My spirit, however, can only work in a person who consciously places himself under Christ's cross.... i.e. the once weakened will could now also receive the strengthening from the divine redeemer through the acknowledgement of Christ and His act of salvation to think and act in such a way that the precondition for My working of the spirit was fulfilled.... The human being who awakened the spiritual spark within himself belongs to the earthly children redeemed by His blood, he already made use of the graces acquired through the death on the cross to shape himself into love; his will was turned towards the divine redeemer and thus towards Me as the creator and father of eternity, because the strength for this flowed towards him, because he opened himself for the reception of grace....

Turning to Jesus Christ and acknowledging the act of salvation inevitably also entails the rightly directed will.... for people's weakness of will was the reason for Jesus' great mercy to come to their aid; the will has to be strengthened without, however, being made unfree, now the human being can accomplish something he was previously incapable of doing.... For satan had bound free will to the extent that his influence on people was so strong that they succumbed, which, however, they would not have needed if they had made use of the strength of love.... Thus the will was also free before the act of salvation, only completely weakened by satan’s influence. And thus the will of a person who does not believe in Jesus Christ and His act of salvation will show the same weakness; he will need a great inner struggle to direct his will correctly and often will not be able to do so, yet he will neither be able to be forced from above nor from below in a certain direction of will.

But what he cannot do by his own strength will be easy for him with Jesus Christ.... he is, as it were, released from his weakness of will, he noticeably feels the influx of strength, his will now moves in the right direction, the divine principle in him gains the upper hand.... the spiritual spark flares up and My will has now entered him, because his spirit is My share and cannot think and want otherwise and now transfers his thinking and wanting to the human being, who now lets himself be guided and freely strives out of himself towards Me.... who is now in truth redeemed from My adversary's bonds because he has recognized Me as God and father of eternity, Who came into the world in Jesus Christ in order to redeem people....

Amen

Translator
Translated by: Doris Boekers

Het tot leven wekken van Gods vonk in de mens

Mijn Geest moet in u werkzaam worden. Een vonk van Mijn Geest is in u, dus sluimert er iets goddelijks in u, dat op uw denken, willen en handelen kan inwerken, wanneer u zelf hem dit toestaat. U beslist zelf of deze geestvonk in u werkzaam kan worden. Het hangt geheel van uw wil af, de Geest in u tot leven te wekken. Want hij is wel in u, maar hij wacht op de vervulling van de voorwaarden onder welke zijn werkzaam zijn mogelijk is.

Noch Mijn almacht, noch Mijn overgrote Liefde kunnen Mijn deel in u tot werkzaamheid bewegen. Want de wet van de eeuwige ordening ligt aan alles ten grondslag, ook aan de vorming van de mens met al zijn vermogens en niet op de laatste plaats aan de vrije wil van de mens, zonder welke een volmaakt schepsel niet denkbaar is en die er daarom ook naar moet streven weer in de staat van volmaaktheid binnen te gaan.

Maar het is ook de tegenpool niet mogelijk de goddelijke geestvonk in u te hinderen bij zijn werken, als u dit niet zelf wilt. U alleen bepaalt uw instelling tegenover Mij en ook tegenover Mijn tegenstander. Dus hebt u ook een vrije wil die evengoed slecht als goed kan handelen. Ik ken nu het hart van ieder mens en volg zijn geestelijke ontwikkeling. Maar Ik doorzie ook de pogingen van Mijn tegenstander, de mensen onder zijn invloed te brengen. En zijn invloed is vaak zo sterk, dat die niet zonder uitwerking blijft, dat de mens zwak wordt het juiste te willen en geneigd is toe te geven aan hem die zijn wil in een verkeerde richting wil sturen.

De mens is zwak zonder Mijn bijstand. Want deze wilszwakte is het natuurlijke gevolg van zijn afstand tot Mij door de vroegere zonde tegen Mij. Hij kan het goede willen, maar heeft daartoe een genadegave nodig van Mijn kant, die volledig tot zijn dienst staat in het erkennen van Christus. Daarom dus moet hij Christus erkennen, die voor het versterken van de wil van de mensheid het zwaarste offer bracht.

Want Ik eis van de mens gedurende zijn aardse bestaan een vrije wilsbeslissing, dus moet Ik hem ook garanderen deze vrije wilsbeslissing af te kunnen leggen, wil Ik dat hij de volmaaktheid bereikt. Hij moet zijn wil in elke richting kunnen gebruiken, daar Ik anders niet zo’n eis aan hem zou kunnen stellen. En daartoe verleent uw Geest uit Mij u de nodige hulp, als u hem daartoe het recht geeft. De geestvonk die een deel is van Mij Zelf, werkt steeds op u in vanuit Mijn wil, zodat de mens die de Geest in zich het recht heeft gegeven zich te uiten, wel met recht kan zeggen, door de goddelijke wil te worden geleid.

Daarom is het steeds Mijn zorg dat u zichzelf in een toestand brengt, waar de Geest in u kan werken, omdat u dan al van elke verantwoordelijkheid bent ontheven. Want zodra Mijn Geest in u werkt, onderwerpt u zich ook al aan Mijn wil. Dus kan Mijn wil in u werkzaam zijn. Doch u hebt uw wil vrijwillig aan de Mijne aangepast, niet gedwongen door Mijn wil.

Maar Mijn Geest kan wederom alleen in een mens werken die zich bewust onder het kruis van Christus plaatst. Dat wil zeggen: de eens verzwakte wil kon door het erkennen van Christus en Zijn werk van verlossing, nu ook door de goddelijke Verlosser de versterking ervaren, zo te denken en te handelen dat de voorwaarde voor het werken van Mijn Geest vervuld werd. De mens die de geestvonk in zich deed ontwaken, behoort tot de door Zijn bloed verloste mensenkinderen. Hij deed op de door de kruisdood verworven genaden in zekere zin al een beroep om zich te vormen tot liefde. Zijn wil was toegekeerd naar de goddelijke Verlosser en dus naar Mij, de Schepper en Vader van eeuwigheid, omdat de kracht daarvoor naar hem toestroomde, omdat hij zich zelf opende voor de ontvangst van de genaden.

Een zich wenden tot Jezus Christus en erkennen van het verlossingswerk, heeft onvermijdelijk ook de juist gerichte wil tot gevolg. Want de wilszwakte van de mensen was de beweegreden van het grote erbarmen van Jezus, hen te hulp te komen. De wil moet versterking ondervinden, maar zonder onvrij gemaakt te worden. Nu kan de mens iets volbrengen waartoe hij tevoren niet in staat was. Want de satan had de vrije wil in zoverre gebonden, dat zijn invloed op de mensen zo sterk was dat ze ervoor bezweken, wat ze echter niet hoefden wanneer ze een beroep zouden hebben gedaan op de kracht van de Liefde. Dus was ook vóór het verlossingswerk de wil vrij, alleen volledig verzwakt door het inwerken van de satan. En zo zal ook nu de wil van een mens die niet in Jezus Christus en Zijn werk van verlossing gelooft, dezelfde zwakheid vertonen. Hij zal een grote innerlijke strijd nodig hebben de wil juist te richten en er vaak niet toe in staat zijn. Maar noch van boven, noch van beneden zal hij gedwongen kunnen worden in een bepaalde wilsrichting.

Maar wat hij niet kan uit eigen kracht, zal voor hem gemakkelijker zijn met Jezus Christus. Hij wordt als het ware verlost van zijn wilszwakte. Hij voelt merkbaar de toevoer van kracht. Zijn wil beweegt zich nu in de goede richting. Het goddelijke principe in hem krijgt de overhand. De geestvonk laait op en Mijn wil is nu in hem binnengegaan, omdat zijn Geest een deel van Mij is en niet anders kan denken en willen, en zijn denken en willen nu op de mens overdraagt, die zich nu zal laten leiden en vrij uit zichzelf op Mij aanstuurt. Hij is nu in waarheid verlost uit de boeien van Mijn tegenstander, omdat hij Mij heeft erkend als God en Vader van eeuwigheid, die in Jezus Christus ter wereld is gekomen om de mensen te verlossen.

Amen

Translator
Translated by: Gerard F. Kotte