Whatever you would like to know, ask Me, and I will answer your questions as soon as you put them to Me.... It is of utmost significance for all people that they aim to achieve full maturity of soul during their earthly life and that they firmly believe that one day they will have to give account to a God of justice of how they had used their earthly life. This belief encourages people to be spiritually very active. Thus, it is understandable that a belief in frequent opportunities for higher development through repeated incarnations on earth will make the human being indifferent to his psychological task. This belief is dangerous, because it effectively lessens the endeavour for highest possible maturity of soul while, at the same time, it questions My justice. How should I call this or that person to account, unless I allow every human being to re-incarnate on earth? How should people, who transform themselves into love in accordance with My will during their earthly life be rewarded if I give others, who failed to do so, the opportunity to incarnate themselves again once or several more times for the purpose of achieving higher development? In that case, every person would eventually have achieved the same degree of perfection....
The degree of light determines the degree of bliss in the spiritual kingdom. Hence, the strength of light, which the person has achieved on earth in free will, determines the sphere of activity allocated to him in the spiritual kingdom, where he can consistently increase in wisdom and strength, and also in happiness. In turn, his activity consists of transmitting light and strength to beings who are in darkness and without strength, who require help on earth as well as in the spiritual kingdom. This activity is tremendously gladdening, so that you cannot compare it to any activity on earth. It follows, that every being capable of distributing light and strength to needy souls wants to be fully active, because it thereby makes itself extremely happy, seeing that it receives the strength from Me and is thus effectively a relay station for My emanation of strength. Every being seeks to implement this happiness-inducing process as soon as it has but a shimmer of knowledge, thus no longer moving in deepest spiritual darkness. Then, it will never again voluntarily exchange its abode in the spiritual realm with that on earth, it will never again desire the physical body, since the opportunities of ascent in the spiritual kingdom are equally available when the will to love has awakened in those with but a flicker of knowledge.
The soul can certainly embody itself if it has the will to do so and its cause for incarnation is a noble motive.... such as wanting to help its fellow human beings, or to atone a considerable guilt which prevented the soul from achieving a higher degree of maturity. Then the re-incarnation is not due to My will but the will of the soul itself is the decisive factor. However, since every soul knows that its past memory will be taken away, such incarnation is of utmost danger for the soul since it can just as well fail in free will. It has to walk the path of development like any other human being and its carnal instincts will be particularly strong when it is faced with the same temptation that had caused its guilt in the first place. If a soul compares this with its activity in the spiritual kingdom, which slowly but surely also results in the degree of maturity, while the spiritual benefit of a repeated incarnation is doubtful, it much rather prefers its fate in the spiritual kingdom. Nevertheless, it remains in contact with earth in as much as it takes care of the souls’ destiny on earth, always helping where it had failed itself, but the assumption that the same soul has embodied itself on earth as a human being again, is wrong.
It must always be contended that people on earth will be offered every opportunity to progress, that the flow of grace is unlimited. Due to the act of Salvation, a person’s will can receive enough strength to make failure impossible, and that it is therefore entirely up to him to achieve the high degree of light. Such privileges may not be wilfully rejected in order to then request them anew. The human being has free will. One day he will have to give account of how he has used it and accept the consequences, which consist of a variable fate in the beyond, which he then cannot simply avoid with a repeated embodiment. The success of this is questionable again due to the fact that his past memory will be taken away from him. Admittedly, his will makes the choice, thus he will be incarnated if he so wants, but this will is rare and therefore one cannot speak of frequent incarnations. Besides, this doctrine is a danger to people, in as much as they do not take their earthly life seriously enough in view of a repetition which, however, fails to happen....
Amen
TranslatorWat u verlangt te weten zal u bekend worden gemaakt, zodra u uw vragen ter beantwoording aan MIJ voorlegt. Het is voor alle mensen van de grootste betekenis, als zij zich tot doel stellen in het aardse leven hun ziel tot voltooiing te brengen. Als zij er vast in geloven dat zij zich eens moeten verantwoorden voor een rechtvaardige GOD, in hoeverre zij hun aardse leven benut hebben.
In geestelijk opzicht spoort dit geloof de mens aan tot de grootste activiteit. Dus is het begrijpelijk dat een geloof aan meerdere mogelijkheden van een opwaartse ontwikkeling, de mens lauwer laat worden in de arbeid aan zijn ziel. En dat dit geloof een ernstige gevaar is omdat het in zekere zin het streven naar de hoogst mogelijke zielerijpheid vermindert, en bovendien ook Mijn Rechtvaardigheid in twijfel trekt.
Want hoe zou IK de een of ander tot verantwoording kunnen roepen, wanneer IK niet voor ieder mens de her-belichaming op aarde zou toelaten? Op welke manier moest dan de beloning wel plaats vinden van hen die zich naar Mijn Wil tot liefde omvormen tijdens hun leven op aarde, wanneer IK hem die gefaald heeft dezelfde gelegenheid zou geven zich een of meermalen te belichamen, met het doel zich opwaarts te ontwikkelen. Dan zou ieder mens ten laatste dezelfde graad van volmaaktheid hebben bereikt!
De lichtsterkte bepaalt in het geestelijke rijk ook de graad van zaligheid. De lichtsterkte, die de mens in vrije wil op de aarde heeft bereikt is beslissend voor het arbeidsveld dat hem in het geestelijke rijk wordt toegewezen, waar hij nu meer en meer kan toenemen in wijsheid en kracht - dus ook in zaligheid.
En zijn werkzaamheid is weer het brengen van licht en kracht tot die wezens die licht- en krachteloos zijn, die dus hulp nodig hebben zowel op aarde als ook in het geestelijke rijk. Deze bezigheid is bovenmate verblijdend, zo dat geen werkzaamheid op aarde aan haar gelijkgesteld kan worden. Daaruit volgt, dat ieder wezen dat in staat is om licht en kracht aan behoeftige zielen uit te delen deze bezigheid ook wil verrichten, omdat het zichzelf daarmee onuitsprekelijk gelukkig maakt. Want het neemt die kracht van MIJ op, en is dus in zekere zin een doorgeefstation van Mijn Krachtuitstraling.
Deze gelukkigmakende ontwikkelingsgang tracht elk wezen te verwezenlijken zodra het maar een sprankje van inzicht heeft, dus niet meer in het diepste duister van de geest verkeert. Dan echter ruilt het wezen nooit meer vrijwillig het verblijf in het geestelijke rijk om voor een leven op de aarde. Het verlangt nooit meer naar het stoffelijke omhulsel terug, want de mogelijkheden op opwaarts te gaan zijn in het geestelijke rijk evengoed aanwezig, wanneer de wil tot liefde eenmaal ontwaakt is bij hen die al een spoortje inzicht hebben.
Zich belichamen kan de ziel wel, als zij zelf de wil daartoe heeft en er een edel motief aan deze belichaming ten grondslag ligt. Hulpverlening aan de medemensen, of het aflossen van een grote schuld die belemmerend tegenwerkt om een hogere graad van zielerijpheid te bereiken. Dan is dat geen terugplaatsen naar de aarde door Mijn Wil, maar de wil van de ziel zelf is doorslaggevend.
Daar nu echter iedere ziel het vermogen zich iets te herinneren van vroeger ontnomen wordt, is zo'n belichaming met het grootste gevaar verbonden omdat de ziel evenzogoed kan wegzinken door haar vrije wil, omdat zij net als ieder mens de ontwikkelingsgang moet afleggen en haar vleselijke lusten zullen daar in het bijzonder naar voren komen, als ze in dezelfde verleiding komt die haar schuldig liet worden in haar vorige belichaming.
Stelt de ziel de werkzaamheid in het geestelijke rijk daartegenover, die haar langzaam maar zeker deze graad van rijpheid bezorgt - terwijl een geestelijk succes door een herhaalde belichaming twijfelachtig is, dan kiest zij veel eerder het lot in het geestelijke rijk. Maar zij blijft toch met de aarde verbonden, inzoverre, dat zij zich om de zielen op de aarde bekommert en hun lot begeleidt. Zij zal steeds helpen waar zij zelf op aarde gefaald heeft, om welke reden echter de veronderstelling fout is dat dezelfde ziel zich weer als mens belichaamd heeft. Want steeds moet er tegen ingebracht worden dat de mens op aarde elke gelegenheid wordt geboden zich opwaarts te ontwikkelen, dat de toevoer van genade onbegrensd is, dat de wil van de mens door het Verlossingswerk een sterker worden kan ervaren die elk falen onmogelijk maakt. Dat het hem dus helemaal vrij staat deze hoge lichtgraad te bereiken en dat deze voordelen niet willekeurig mogen worden afgewezen - om er dan opnieuw weer om te vragen.
De mens heeft een vrije wil en hij moet zich eens voor het gebruik ervan verantwoorden. Hij moet ook de gevolgen ervan dragen die uit uiteenlopende soorten lotsbeschikking in het hiernamaals bestaan, en die hij niet eenvoudig kan omzeilen door een hernieuwde belichaming. Want hiervan is het gevolg weer twijfelachtig omdat elke herinnering aan vroeger hem is ontnomen.
Toch is zijn wil beslissend en hij wordt dus belichaamd als hij wil. Maar deze wil is een zeldzaamheid, waardoor dus van een meermalige incarnering niet gesproken kan worden. Bovendien is deze leer een groot gevaar voor de mensen als zij hun aardse levensgang niet ernstig genoeg nemen, altijd rekening houdend met een herhaling, die echter achterwege blijft.
Amen
Translator