Compare proclamation with translation

Other translations:

Free will.... Knowledge of good and evil.... The new earth....

The human being has free will.... But the use of this free will necessitates a clear understanding of what it should as well as what it can strive for, since the will must be able to choose either direction in order to make a decision.... Hence it must be possible for the human being to distinguish between good and evil otherwise the freedom of his will would be futile or could be questioned. And for that reason God gave the human being intelligence.... Therefore, not to use intellect means to ignore the gift of free will, thus the human being has the duty to apply his intelligence or else he will be held responsible. And this results in the necessity to reflect on the meaning and purpose of life, because it also gives rise to all other questions which have to be considered in order to make a free decision.

In order to achieve spiritual growth it is absolutely essential for the human being to clarify his inner attitude towards God, towards righteousness, for him to learn to understand that a sincere relationship with God is the purpose of earthly life.... that his free will consciously strives towards God and affirms what is good. Hence he also has to know of the power of evil, he has to get to know it so that he can despise it and choose between one and the other. For this reason evil cannot be expelled from the world or the human being could never make a free decision of will. Evil has to be given some room to vent its fury.... And this is God’s adversary’s influence on human beings which is not denied to him because he can, at the same time, release the powers of good, i.e. the human will is prompted to aspire for good or for bad. Consequently even evil forces are of service to God because they inadvertently help the soul to ascend if it uses its free will correctly.

However, they frequently use their influence beyond what is allowed.... in that they, whose actions are not refused by God, try to prevent good actions.... by making it impossible for people to freely choose between good and evil.... by withholding the knowledge of good, of God, and thus try to compel the human will. And for that reason God puts an end to their activities for a long time.... He confines the forces, who had a limited amount of freedom, for a long time, but at the same time also prevents people, who have not yet clearly decided or whose decision gave evil forces power over them, from using their free will. Only those who have chosen God of their own accord and in spite of the greatest temptations will stay alive because they need no further test of will since they have endured the most difficult trial.

In the coming period only people who have undertaken this test of will can live on earth, who knew the effects of the opposing forces, who were exposed to them and yet escaped them by virtue of their free will, because only they have attained the degree of maturity which allows them to live on earth without being influenced by God’s adversary; while those who have failed must endure the long process of development again until they get at the stage once more when they can use their freedom of will.... Human beings always have to encounter good and evil and therefore the earth will remain a battlefield for both powers as long as immature spirits are embodied on it.... In the beginning the new earth will only accommodate beings of light, i.e. mature human beings shall live on the new earth and keep in constant contact with the beings of light in the spiritual kingdom, and God’s might and power will prevent evil from approaching the people. But the first people of the new earth don’t need further trials and therefore negative forces need not be close to earth either, which manifests itself in the fact that earth is in a state of profound peace, in a condition of mutual understanding and with societies of people living in perfect harmony, because love rules and no God-opposing entity can exist in the presence of love.

But this condition will not last forever because later generations will once again give power to God’s adversary over themselves, they will gladly give in to his temptations and distance themselves to the same extent from God, Who wanted to create a paradise for them on the new earth.... And thus the battle between light and darkness will start anew, and this shall again continue until the end of a redemption period, in order that human beings can decide of their own free will which Lord they acknowledge; and they will be judged in eternity in accordance with their free will.... they will have to suffer in darkness or approach eternal light until they are united with the primal light....

Amen

Translator
Translated by: Heidi Hanna

Vrije wil Kennis van het goede en kwade De nieuwe aarde

De menselijke wil is vrij, maar het gebruiken van die wil vereist een klaar begrip van wat de wil kan en moet nastreven. Om te kunnen beslissen moet de wil gelegenheid hebben uit twee richtingen te kiezen, dus moet het voor de mens mogelijk zijn om goed van kwaad te onderscheiden, anders zou de vrijheid van wil geen zin hebben. Om die reden gaf GOD de mens het verstand, daar anders de vrije wil betwijfeld zou kunnen worden.

Het verstand voor zijn eigenlijk werk niet te gebruiken betekent dus ook de gave van de vrije wil buiten beschouwing te laten. De mens heeft dus de plicht zijn verstand te gebruiken, omdat hij er zich voor verantwoorden moet. En daarom is het noodzakelijk over het doel en de betekenis van het leven na te denken, daar dan alle andere vragen opduiken waarover nagedacht moet worden om tot een vrije wilsbeslissing te komen.

En dit is voor de geestelijke ontwikkeling beslist noodzakelijk zodat de innerlijke houding tegenover GOD, tegenover het goede, een verhelderingondergaat, opdat de mens een innige verhouding tot GOD leert kennen als doel van het aardse leven zodat de vrije wil wil bewust op GOD aanstuurt en daardoor met het goede instemt. Hij moet daarom ook de macht van het kwade weten, en moet het kwade leren kennen om het te kunnen verafschuwen en dan voor een van beide beslissen. En juist daarom kan het kwade niet uit de wereld gebannen worden, daar de mens anders deze vrije wilsbeslissing nooit zou kunnen nemen. Het kwade moet ook speelruimte hebben waarin het kan uitrazen. Dit is de invloed van GOD’s tegenstander op de mensen die hem niet verhinderd wordt omdat hij tegelijkertijd de goede krachten tot ontplooiing kan brengen, en de wil van de mens aangespoord wordt het goede of het kwade na te streven. Derhalve zijn ook de negatieve krachten GOD dienstbaar, want zij helpen tegen hun wil al het geestelijke dat zijn wil ten goede gebruikt opwaarts. Maar de negatieve krachten laten vaak hun invloed gelden buiten hun bevoegdheid, doordat zij proberen de bezigheid van goede krachten te verhinderen, wat hun door GOD niet belet wordt. Zij proberen daardoor voor de mensen de vrije beslissing tussen het goede en het kwade onmogelijk te maken, doordat zij hun de kennis van het goede, van GOD, onthouden - en de wil van de mens proberen te overweldigen.

En daarom stelt GOD een einde aan hun activiteiten voor lange tijd. Hij bindt deze krachten die voor lange tijd de vrijheid van handelen hadden, maar tegelijkertijd de mensen die nog geen duidelijke beslissing genomen hebben, of die voor het boze gekozen hebben, hinderen hun vrije wil te gebruiken.

Alleen zij blijven leven die uit eigen beweging, ondanks de grootste verzoekingen, voor GOD beslist hebben. Die dus geen wilsbeproeving meer nodig hebben, daar zij de zwaarste proef hebben doorstaan. Dus kunnen in het komende tijdsbestek alleen mensen op aarde wonen die deze wilsbeproeving ondergaan hebben. Die wisten van de activiteiten van de tegenstander waaraan zij blootgesteld waren, en ze toch ontvlucht zijn krachtens hun vrije wil. Alleen dezen hebben dus de rijpheid bereikt die hun veroorlooft een tijd op aarde te wonen, waarin zij niet beïnvloed worden door de tegenstander van GOD. Terwijl de anderen die gefaald hebben, de lange weg van ontwikkeling nogmaals af moeten leggen, tot zij weer het stadium bereiken waarin zij hun vrijheid van wil gebruiken kunnen. De mensen moeten voortdurend blootgesteld worden aan het goede en het kwade en daarom zal de aarde net zolang een slagveld van beide krachten blijven, als het onrijpe geestelijke zich op haar belichaamt.

De nieuwe aarde zal aanvankelijk alleen door Lichtwezens bewoond worden, d.w.z. door mensen in een staat van hoge geestelijke rijpheid. Zij zullen ook voortdurend contact hebben met de Lichtwezens uit het geestelijke rijk, want het kwade wordt door de Macht en de Wil van GOD verhinderd de mensen te benaderen. De eerste mensen op de nieuwe aarde behoeven immers niet meer een proef te ondergaan, en daarom is het niet nodig dat negatieve krachten zich ophouden in de nabijheid van de aarde. En dat zal te zien zijn aan de staat van diepe vrede die heerst op de nieuwe aarde. Een toestand van overeenstemming en een samenleven der mensen in volkomen harmonie.- Want de liefde regeert, en waar de liefde is kan zich geen wezen ophouden dat vijandig tegenover GOD staat.

Maar deze toestand zal niet voor eeuwig zo blijven, want de latere generaties zullen weer de tegenstander van GOD macht over zichzelf geven. Zij zullen gewillig aan zijn verleidingen gehoor geven en zich in dezelfde mate van GOD verwijderen, DIE hun een paradijs bereiden wou op de nieuwe aarde. En dan zal de strijd tussen licht en duisternis weer opnieuw beginnen en voortduren tot het einde van een verlossingsperiode, opdat de mensen vrij beslissen kunnen welke heer zij over zich accepteren willen. En in de eeuwigheid zal er hun gedaan worden volgens deze vrije wilsbeslissing. Zij zullen in de duisternis moeten smachten of het "eeuwige LICHT" tegemoet gaan, tot zij zich met het OERLICHT verenigd hebben.

Amen

Translator
Translated by: Gerard F. Kotte