Compare proclamation with translation

Other translations:

The struggle for existence.... Struggle in the preliminary stages.... Struggle as a human being....

Every struggle for existence contributes to the higher development of the soul if the human being overcomes the resistance, i.e. unfolds his strength in order to remain victorious in the struggle. Fighting is a utilization of the strength that flows to every living being from God.... The life force to which every human being is entitled is used correctly when it is needed to defeat all resistance. A life without resistance would not demand any development of strength, thus it would not require any utilization of the life force, and then the soul would not be able to make any progress either, for the latter can only be possible with God's support.... i.e. through the influx of divine strength. At every stage of development before the embodiment as a human being the being has to endure this battle, it has to defend itself, for it will always be pressurised in a way which results in its development of strength. And it will always defeat the weaker one, and this is permitted by God's wisdom because it creates new opportunities for higher development. Thus it is also God's will that the weaker one succumbs in this battle, because every creature only develops higher and never reaches the degree of maturity on earth which would make a new deformation superfluous. So the creature will continue to fight with the stronger one until it has passed into its final form as a human being. Then, however, its battle is no longer a purely external one, i.e., one person is not allowed to destroy or defeat the other by virtue of his strength so that ultimately only the strong could still assert itself on earth, but the strong must use its strength in a different way.... it must support the weak, it must help the strong to overcome resistance so that it serves the weak. Then the human being uses his strength well, he utilizes it according to divine will, in that he certainly fights the resistance but does not want to completely defeat the weak, for otherwise he misuses the strength from God, he then uses this strength for a work that goes against God's order and against His divine love. He sins insofar as he treats something striving upwards like him unlovingly by wanting to deprive it of the opportunity to develop higher.... and he uses his strength to dominate the weaker. The human being should try to become master of the oppositions, but he should not try to overcome what opposes him as if outwardly, for it is truly an act of greatest development of strength if he tries to recognize everything in love, even the weak, as also a creature of God and he now only fights against that which harms his spiritual higher development and thus overcomes it....

Amen

Translator
Translated by: Doris Boekers

De strijd om het bestaan – De strijd in het voorstadium – De strijd als mens

Elke strijd om het bestaan draagt aan de opwaartse ontwikkeling bij, als de mens de weerstand overwint. Dat wil zeggen zijn kracht zo ontwikkelt dat hij overwinnaar in de strijd blijft. Strijden is een gebruiken van de kracht, die vanuit God naar elk levend wezen stroomt. De elk mens toekomende levenskracht wordt goed gebruikt, als deze gebruikt wordt om alle weerstanden te overwinnen. Een leven zonder weerstand zou geen krachtontwikkeling vereisen, dus ook geen gebruik van de levenskracht vereisen en dan zou de ziel ook geen vooruitgang op te tekenen hebben, want dat laatste kan alleen maar mogelijk zijn met de hulp van God. Dat wil zeggen door de toestroom van goddelijke kracht.

In elk stadium van de ontwikkeling voor de belichaming als mens moet het wezen in deze strijd standhouden. Het moet zich teweerstellen, want het zal steeds op een manier bedreigd worden, die zijn krachtontwikkeling ten gevolge heeft. En steeds zal het wezen het zwakkere overwinnen en dit is door Gods wijsheid zo toegelaten, omdat daardoor weer nieuwe mogelijkheden tot opwaartse ontwikkeling geschapen worden. Het is dus door God gewild dat het zwakkere in deze strijd het onderspit delft, omdat elk schepsel zich alleen maar opwaarts ontwikkelt en op aarde nooit de rijpheidsgraad bereikt, die een nieuwe verandering van vorm overbodig zou maken.

Zodoende zal het wezen net zo lang in strijd zijn met het sterkere, tot het overgegaan is in zijn laatste vorm, namelijk tot mens. Maar dan is zijn strijd niet meer een puur uiterlijke. Dat wil zeggen dat een mens de andere mens op grond van zijn kracht niet mag vernietigen of overwinnen, zodat uiteindelijk alleen nog de sterken op aarde zich zouden kunnen handhaven, maar de sterke moet zijn kracht op een andere manier gebruiken. Het moet het zwakke ondersteunen, het moet het sterke helpen om weerstanden te overwinnen, opdat dit het zwakke dient.

Dan gebruikt de mens zijn kracht goed. Hij gebruikt deze volgens de goddelijke wil, doordat hij wel de weerstand bestrijdt, maar niet de zwakken geheel wil overwinnen, want anders misbruikt hij de kracht uit God. Hij gebruikt deze kracht dan voor een werk, dat tegen Gods ordening en tegen zijn goddelijke liefde indruist. Hij bezondigt zich in zoverre, dat hij iets wat net als hij opwaarts streeft, liefdeloos behandelt, doordat hij hem de mogelijkheid tot opwaartse ontwikkeling wil ontnemen, zodra hij zijn kracht gebruikt om het zwakkere te overheersen.

De mens moet proberen de weerstanden meester te worden. Maar hij moet niet dat, wat hem in de weg staat, proberen uiterlijk te overwinnen, want het is waarlijk een daad van de grootste krachtontwikkeling, als hij probeert om in liefde alles, ook het zwakke, te erkennen als ook een schepsel van God en hij nu alleen maar tegen dat strijdt, wat zijn geestelijke opwaartse ontwikkeling schade berokkent en dit dus overwint.

Amen

Translator
Translated by: Peter Schelling