Compare proclamation with translation

Other translations:

Unification of the soul with the spirit act of grace....

The fact that the soul can unite with the spirit is an act of grace of the greatest significance. It is the spiritual spark, which God has put into every man, divine share, it is a spark of divine love, which for the time being still lacks the soul and now establishes the connection between that, what was begotten by the opponent of God in the wrong will, and the giver of the power, which was needed for the begetting. It is God's share of the spark of love, but it can also be misused by the human being by turning the love towards the one who has begotten the being. But it can also develop into a brightly blazing flame of love when the spark of love strives back to God. When the soul unites with the spirit within itself, then all of the human being's thinking, feeling and willing is directed towards making contact with divine love itself. Soul and spirit then strive back to eternal love, to the spirit of God. If the soul had not been joined by the divine spiritual spark, it would hardly pass its last test of life on earth. It would inevitably fall back again and strive towards the one to whom it was in bondage for endless times, as it would lack the knowledge of what is God's share. But the spirit within it seeks to turn it towards the eternal divine. It therefore wrestles with God's adversary for the soul, although it does not force it to join him. But he does have an influence on the soul if it is not completely resistant. God thus helps the weak by giving him a strength which he only needs to utilize. For the divine spiritual spark in every human heart is strength, just as God Himself is strength in Himself. It is now an incomparable blessing when the soul unites with the spirit, i.e. utilizes the strength it is entitled to through God's great love. For to unite with the spirit means to be relieved of all responsibility for the soul, for then the spark of the spirit, the strength from God, will guide the human being's thoughts, and whatever he now begins will find the approval of the heavenly father. And thus the union of the spiritual spark with the soul is the certainty for the final return to God, for the divine spiritual spark radiates from God and also back to Him again. And it draws the soul with it, as it were. But the divine spiritual spark is love, it will teach love, and therefore the human being, whose soul unites with the spirit, must completely shape himself into love, he must overcome the love for matter and ignite in ardent love for God, and the soul is regained by God, it has become one with the one Who is love Itself....

Amen

Translator
Translated by: Doris Boekers

Vereniging van de ziel met de geest is een daad van genade

Dat de ziel zich met de geest kan verenigen, is een begenadiging, die van het grootste belang is. De geestvonk, die God in elk mens gelegd heeft, is een deel van God. Het is een vonk van goddelijke liefde, die de ziel eerst nog ontbrak en nu de verbinding tot stand brengt tussen dat, wat door de tegenstander van God met de verkeerde wil voortgebracht is en de Schenker van de kracht, die voor deze verwekking nodig was. De liefdesvonk is een deel van God, maar deze kan ook door de mens misbruikt worden, doordat de liefde zich richt op degene, die het wezen verwekt heeft. Maar het kan zich ook tot een heldere liefdesvlam ontwikkelen, wanneer de liefdesvonk ernaar streeft om terug te keren naar God.

Als nu de ziel zich met de geest in zich verenigt, is dus al het denken, voelen en willen van de mens erop gericht om met de goddelijke liefde zelf in verbinding te treden. Dus dan streven de ziel en de geest naar de eeuwige liefde, naar de geest van God terug. Als nu de goddelijke geestvonk niet bij de ziel gevoegd zou zijn, dan zou ze op aarde nauwelijks haar laatste levensproef doorstaan. Ze zou onvermijdelijk weer terugvallen en naar dat streven, waarvan ze door eindeloze tijden heen afhankelijk was, omdat haar de kennis zou ontbreken, van wat het deel van God is.

Maar de geest in haar probeert haar naar het eeuwig goddelijke toe te laten keren. Hij strijdt dus met de tegenstander van God om de ziel, ofschoon hij haar niet dwingt om zich bij hem aan te sluiten. Maar hij heeft toch invloed op de ziel, als deze niet geheel weerspannig is. God helpt zo de zwakke, doordat Hij kracht bij hem brengt, die hij alleen maar hoeft te gebruiken. Want de goddelijke geestvonk in het hart van elk mens is kracht, zoals God Zelf eveneens kracht in Zichzelf is.

Het is nu een ongeëvenaarde zegen, als de ziel één wordt met de geest. Dat wil zeggen de kracht gebruikt, die haar door Gods grote liefde toekomt. Want één worden met de geest betekent voor de ziel dat ze van elke verantwoordelijkheid ontheven is, want dan zal de geestvonk, de kracht uit God, het denken van de mens leiden en wat hij nu ook onderneemt, het zal de goedkeuring van de hemelse Vader vinden.

En hiermee is de vereniging van de geestvonk met de ziel de zekerheid voor de uiteindelijke terugkeer naar God, want de goddelijke geestvonk straalt van God uit en ook weer naar Hem terug. En hij trekt als het ware de ziel met zich mee. Maar de goddelijke geestvonk is liefde. Hij zal liefde onderwijzen en daarom moet de mens, wiens ziel zich met de geest verenigt, zich volledig tot liefde vormen. Hij moet de liefde voor de materie overwinnen en in vurige liefde voor God ontvlammen en dan is de ziel teruggewonnen door God. Ze is één geworden met Degene, Die de liefde Zelf is.

Amen

Translator
Translated by: Peter Schelling