Compare proclamation with translation

Other translations:

Forbearance towards the weakness of others....

He is wise who does not take offence at the weaknesses of his fellow human beings, for those who do so are weak themselves, and they succumb to a test that has been put to them to test their patience and willpower. For strength lies in overcoming oneself, and so whoever is strong will not be agitated by the weakness of his fellow man, it will not make him discouraged and will not be a cause for impatience. And he who trains himself to be patient will also be able to convince his fellow human being if he is lacking, and thus exert a good influence on him; but he will never achieve this as long as his nature is agitated, for this also triggers agitation in his fellow human being and determines him to contradict. Forbearance cannot be sufficiently preached to people, and they should constantly be in control of themselves so that the power that strives for their spiritual decline does not gain control over them. Man is in this danger as soon as he becomes weak, for God's adversary uses weakness to bring man down. He wants to cause him to act and think in an unloving way, and often a small cause is enough for him to achieve his goal. Therefore, constant vigilance is required and constant wrestling with oneself. The struggle with oneself strengthens man, the struggle against one's fellow man makes him weak. Everyone should bear this in mind and behave accordingly if he finds himself in a situation where he is put to the test. His fight should only be a fight against unkindness, but otherwise he should listen patiently to what provokes him to speak back. He will grow stronger inwardly and judge his fellow human being's weaknesses leniently, thereby maturing spiritually, for only by overcoming himself will man progress in his higher development....

Amen

Translator
Translated by: Doris Boekers

Consideratie met de zwakte van de medemensen

Wijs zijn degenen, die zich niet ergeren aan de zwakte van de medemens, want die dat doen, zijn zelf zwak en ze bezwijken onder een proef, waarvoor zij gesteld werden om hun geduld en hun wilskracht te beproeven. Want in het overwinnen van zichzelf ligt de kracht en wie zo sterk is, zal niet opgewonden raken van de zwakte van de medemens. Ze zal hem niet ontstemd maken en geen reden zijn tot ongeduld. En wie zich tot verdraagzaamheid opvoedt, die zal ook de medemens kunnen overtuigen, als deze faalt en zodoende oefent hij dus een goede invloed op hem uit. Maar dit bereikt hij nooit, zolang zijn wezen opgewonden is, want dit veroorzaakt ook weer opwinding bij de medemens en dit brengt deze er weer toe zich te verzetten.

De mensen kan verdraagzaamheid niet genoeg gepredikt worden en voortdurend moeten ze zich onder controle hebben, opdat niet de macht, die zijn geestelijke achteruitgang nastreeft, macht over hem krijgt. De mens verkeert in dit gevaar, zodra hij zwak wordt, want de tegenstander van God gebruikt de zwakte om de mens ten val te brengen. Hij zou hem graag tot liefdeloos handelen en denken aanzetten en vaak is een geringe aanleiding al voldoende en bereikt hij zijn doel. Daarom is een voortdurende waakzaamheid en een voortdurend strijden tegen zichzelf geboden.

In strijd te zijn tegen zichzelf maakt de mens sterker. De strijd tegen de medemens maakt hem zwak. Dat zou eenieder zich moeten bedenken en zich dienovereenkomstig gedragen, als hij in een situatie komt, waar hij op de proef gesteld wordt. Zijn strijd moet alleen maar een strijd tegen de liefdeloosheid zijn, maar anders moet hij geduldig aanhoren, wat hem tot tegenspraak aanspoort. Hij zal innerlijk sterker worden en de zwakte van de medemens welwillend beoordelen en daardoor geestelijk rijpen, want alleen maar door de overwinning op zichzelf schrijdt de mens voort in zijn opwaartse ontwikkeling.

Amen

Translator
Translated by: Peter Schelling