Compare proclamation with translation

Other translations:

Activity of the beings of light....

The unredeemed being constantly needs help because it is powerless of its own accord. Consequently, beings must again constantly be ready to help these powerless beings, and this is the activity of all those beings who have placed themselves into a certain state of maturity through loving activity. These beings are now active in a redeeming way, for they help the unfree to become free from their bound state. The activity in the beyond is therefore a redemption of the spiritual from bondage.... And thus the work of redemption, which was not carried out on earth, is started or continued in the beyond, and countless beings participate in it, namely all spiritual beings which already receive light by distributing light again. The bearers of light in the beyond give their love to immature beings in the beyond as well as to those on earth, for their only endeavour is to impart light to them, that is, to guide them into knowledge.... For only he who is in the light is free.... he who is knowledgeable is also free of every shackle, because knowledge, light and love cannot be thought of without each other and always signify a state of freedom. For knowledge, light and love are synonymous with power, but power also presupposes freedom, just as powerlessness and lack of freedom are also synonymous. power must therefore join powerlessness, or else the bearers of light and knowledge, because they are full of love, must grant their support to the powerless beings, they must supply them with what they lack. This puts the beings in a state to utilize the power imparted to them and to free themselves as well. And this liberation of the unfree spiritual substance from the state of complete powerlessness and bondage is a constant activity in the beyond.... But it is also the most beautiful task of man on earth, which brings him highest spiritual advantage. For the sooner the work of redemption is tackled, the greater the successes will be. The supply of strength from beings of light on the other side has the effect that the human being on earth can already cast off the shackle, that he becomes free from the oppressive force and thus can likewise shape himself into a bearer of light through the transmission of light, knowledge and love, thus becoming a recipient of strength who can again be active in a redeeming way in earthly life or also in the beyond when he leaves earthly life. Everything that is redeemed should assist the unredeemed, and as soon as the being undergoes this task it is free itself and joins the kingdom of light. The task in the beyond is extremely gratifying for the beings of light, for in their love they know of no other more satisfying activity than to help those who have to suffer because they are still unfree, thus to redeem them from their agonizing state. Thus the work of redemption which Jesus Christ accomplished on earth with His death on the cross was the beginning, and all beings which follow Jesus.... which therefore, like Jesus, live a life of love and help the beings which need their help, participate in this work of redemption.... it shares light and knowledge by virtue of its love and thus liberates that which is still bound from its bondage....

Amen

Translator
Translated by: Doris Boekers

Werkzaamheid van de lichtwezens

Het niet verloste wezen heeft voortdurend hulp nodig, omdat het van zichzelf krachteloos is. Bijgevolg moeten er weer voortdurend wezens bereid zijn om deze krachteloze wezens te helpen en dit is de werkzaamheid van al deze wezens, die zichzelf door de werkzaamheid in liefde in een bepaalde rijpheidsgraad gebracht hebben. Deze wezens zijn nu verlossend werkzaam, want ze helpen degene, die niet vrij is, om vrij te komen uit zijn geketende toestand. Zodoende is de werkzaamheid in het hiernamaals een verlossen van het geestelijke uit de onvrijheid.

En zodoende wordt het verlossingswerk, dat op aarde niet tot uitvoering kwam, in het hiernamaals begonnen of voortgezet en talloze wezens nemen daaraan deel. Namelijk al het geestelijke, dat al licht ontvangt, doordat het weer licht uitdeelt. De lichtdragers in het hiernamaals bedenken zowel onrijpe wezens in het hiernamaals, alsook zulke op aarde met hun liefde, want het is hun enige streven om hun licht te geven, dat wil zeggen hen de kennis binnen te leiden. Want alleen maar wie in het licht staat, is vrij. Wie kennis heeft, is ook vrij van elke keten, omdat kennis, licht en liefde zonder elkaar niet denkbaar zijn en het betekent steeds een staat van vrijheid. Want kennis, licht en liefde betekenen hetzelfde als kracht. Maar kracht veronderstelt ook vrijheid, zoals krachtloosheid en onvrijheid eveneens hetzelfde betekenen.

Zodoende moet de kracht zich bij de krachteloosheid aansluiten, ofwel de dragers van licht en kennis moeten, omdat ze vol liefde zijn, de krachteloze wezens hulp verlenen. Ze moeten hun dat doen toekomen, wat hen ontbreekt. Daardoor wordt het wezenlijke in de toestand geplaatst, de hun gegeven kracht te gebruiken en zich nu eveneens vrij te maken. En dit verlossen van het onvrije geestelijke uit de toestand van volledige krachteloosheid en gebondenheid is een voortdurende activiteit in het hiernamaals. Maar het is ook de mooiste taak van de mens op aarde, die hem zelf het grootste geestelijke voordeel oplevert. Want hoe eerder het verlossingswerk aangepakt wordt, des te grotere successen zullen geboekt worden.

De toevoer van kracht van de kant van de lichtwezens in het hiernamaals leidt ertoe, dat de mens op aarde al de ketenen af kan leggen. Dat hij vrijkomt uit de macht die hem kwelt en zich dus eveneens tot een lichtdrager kan ontwikkelen door de overdracht van licht, kennis en liefde. Dus een krachtontvanger wordt, die in het aardse leven weer verlossend actief kan zijn of ook in het hiernamaals, als hij het aardse leven verlaat. Alles wat verlost is, moet het niet-verloste helpen en zodra het wezen deze taak op zich neemt, is het zelf vrij en sluit zich bij het lichtrijk aan.

De opdracht in het hiernamaals is mateloos gelukkig makend voor de lichtwezens, want in hun liefde kennen ze geen andere bevredigende activiteit, dan degenen te helpen, die moeten lijden, omdat ze nog onvrij zijn, hen dus te helpen uit hun kwellende toestand. Hiermee is het verlossingswerk, dat Jezus Christus op aarde met Zijn kruisdood volbracht heeft, het begin geweest en al het wezenlijke, dat Jezus navolgt, dat dus net als Jezus een leven in liefde leeft en het wezenlijke helpt, dat zijn hulp nodig heeft, neemt als het ware deel aan dit verlossingswerk. Het deelt licht en kennis uit op grond van zijn liefde en bevrijdt zo hetgeen nog gebonden is uit zijn gebonden zijn.

Amen

Translator
Translated by: Peter Schelling