By virtue of free will, the human being has it in his power to redeem himself, he is only weak and powerless without the application of the means of grace, without the supply of spiritual strength. Grace is everything that God bestows on man in His love, if he desires it.... To be in God's favour means to be constantly cared for by His love, and this love intervenes wherever a person is in danger. If his soul is in danger, divine love will help him as long as the person himself does not resist this help. The most effective means of grace is prayer. Prayer is the means of receiving unmeasured graces, which means repeated strength and help in all needs and sufferings of the soul. Prayer causes the good spiritual beings to make themselves helpfully available to the human being, that is, to hand over the strength they possess in abundance to the person requesting strength in prayer. For then the free will of man has been active to request power from God. Prayer is therefore a means of receiving unmeasured graces. And a further means of grace is the activity of love.... For with every act of unselfish neighbourly love, divine grace flows to him in the form of divine love, and this urges the human being into ever more active loving activity, and only through love shall the human being redeem himself, thus the more he practises love and thereby receives God's grace, that is, the more strength he receives for his own redemption. No strength or grace can flow to a person who merely fulfils some form; his innermost heart must urge him to pray and to love.... Only then can grace be imparted to him. And worry, illness and affliction are evidence of divine love, for they are intended to bring the human being into a state of using the means of grace, thus to appeal for help in prayer, and to carry out deeds of love for his neighbour. And God thereby directs people such that they desire to stand in the rays of the divine sun of grace; in a manner of speaking, He proposes the means of grace to them so that they make use of them. But the spiritually perfect person is of the same will as God and, as the executor of the will, endeavours in the same way to influence the beings on earth such that they make use of the means of grace.... They stimulate the human being's will to be lovingly active and to appeal to God for His grant of strength.... Only then shall free will be used correctly, only then shall the human being be able to redeem himself, for he does everything with God's help, he makes use of God's grace, and thus lives in and with God....
Amen
TranslatorOp grond van de vrije wil heeft de mens het in zijn macht zichzelf te verlossen. Hij is alleen zwak en krachteloos omdat hij geen gebruik maakt van het genademiddel, dus zonder gebruikmaking van geestelijke kracht. Genade is alles, wat God in Zijn liefde aan de mens geeft, als de mens hiernaar verlangt. In de genade van God te staan, betekent voortdurend door Zijn liefde verzorgd te worden en deze liefde grijpt overal in, waar de mens in gevaar verkeert. Als er gevaar voor zijn ziel dreigt, zal de goddelijke liefde hem helpen, voor zover de mens zich niet tegen deze hulp verzet.
Het doeltreffendste genademiddel is het gebed. Het gebed is het middel om mateloos genaden te kunnen ontvangen, dat wil zeggen steeds weer kracht en hulp in alle nood en leiden van de ziel te ontvangen. Het gebed brengt teweeg, dat de goede geestelijke wezens zich behulpzaam aan de mensen ter beschikking stellen, dat wil zeggen dat ze de kracht, die ze in alle overvloed bezitten, afgeven aan de mensen, die hier in het gebed om vragen. Want dan is de vrije wil van de mens bezig geweest om kracht uit God te vragen. Het gebed is dus een middel om mateloos genaden te ontvangen.
En een ander genademiddel is het werkzaam zijn in liefde. Want met elk werk van onbaatzuchtige naastenliefde stroomt de goddelijke genade hem in de vorm van goddelijke liefde toe en deze spoort de mens tot steeds actievere liefdadigheid aan en enkel door de liefde verlost de mens zichzelf. Zodoende wordt de kracht in de mens des te sterker, naarmate hij zich in de liefde oefent en daardoor de genade van God in ontvangst neemt, dat wil zeggen dat zijn kracht voor zijn zelfverlossing toeneemt. Er kan geen kracht of genade naar de mens toestromen, die alleen maar één of andere formaliteit vervult. Het innerlijke van het hart moet hem aansporen om te bidden en lief te hebben. Alleen dan kan hem genade geschonken worden.
En bezorgdheid, ziekte en ellende zijn bewijzen van de goddelijke liefde, want ze moeten de mensen in de toestand brengen om de genademiddelen te gebruiken, dus in het gebed om hulp te smeken en actief in de naastenliefde te worden. En God leidt de mensen zo, dat ze het verlangen in zich dragen om in de stralen van de goddelijke zon te staan. Hij biedt hun in zekere zin de genademiddelen aan, opdat ze zich hiervan bedienen.
Maar het geestelijk volmaakte heeft dezelfde wil als God en spant zich als uitvoerende van die wil op dezelfde manier in om de wezens op aarde te beïnvloeden, opdat ze zich van het genademiddel bedienen. Ze sporen de wil van de mens aan om liefhebbend werkzaam te zijn en God om Zijn krachtschenking te smeken. Pas dan wordt de vrije wil goed gebruikt. De mens is dan in staat om zichzelf te verlossen, want hij doet alles met behulp van God. Hij doet een beroep op de genade van God en leeft zodoende in en met God.
Amen
Translator