Compare proclamation with translation

Other translations:

God's love and mercy for the souls of darkness....

"Oh, that I had a thousand tongues to praise and glorify the goodness of the lord!" Thus it resounds in the ranks of the heavenly hosts, for the love and goodness of God is infinite. And thus He bends down to all beings full of mercy, and He descends into the kingdom of darkness and seeks to bring redemption to the souls languishing there. And His love shows them the way upwards, He constantly considers them with His grace and sends them His messengers, the bearers of light, so that the desire for light will also be awakened in them.... He comes to meet them with all love and grace and preaches the gospel to them.... He demands nothing more from them than love.... they are only to make up in eternity what they have so far neglected to give love.... and they will be redeemed from all torment. And in the deepest depths there are souls that still carry love within them, which was only previously directed towards God's opposite pole. To reverse this love, to persuade the beings to actively help is the ongoing endeavour of all beings of light who are in God's will.... And God's will is redemption, not damnation.... And thus His ray of grace also shines into the utmost darkness, and the strength of His love seeks to enliven souls willing to receive, and if these souls offer no resistance they feel the benefit of love and become soft and yielding.... and they desire the light.... their will becomes active.... And so, after a long struggle, they detach themselves from the darkness and strive towards the light. The light bearers regocnize every impulse of such a soul and try to accommodate it, partly by encouraging it and partly by hindering it. For such a soul cannot be left to its own devices. It is still weak and often wavering; it must be guided gently and carefully to where it becomes strong and willing in itself. And God's immense love considers every soul according to its feelings.... for He tries to prevent every relapse. He wants this soul, too, to experience His great love and mercy in itself and likewise join the number of those who praise and glorify Him. He is in perpetual care for every single soul, that it may reach the heights, that it may receive light and regocnize its creator in ever brighter surroundings.... They should love Him, not fear Him.... They are to desire His grace and willingly serve Him.... They should likewise become love-receiving and love-giving beings who participate in the great work of redemption in the beyond and again bring souls up from darkness to the light. This is a work of love and can never be accomplished in any other way than through deepest, most unselfish love.... because only love redeems, and God in His infinite love will not let any being fall prey to eternal darkness.... And therefore everything that serves Him should be redemptively active, i.e. give love to all those who are of a dark spirit, for every spark of love enlightens their spirit, and only love is able to banish the darkness, only love is the light that points upwards.... And only love imparts the strength to enter the path upwards. And that is why you, who are willing to love, descend into the darkness and seek to redeem souls there.... Bring light to those who walk in darkness and always remain in love, for love is strength and beings lack it, and therefore you should supply it to the beings so that they, too, will ascend....

Amen

Translator
Translated by: Doris Boekers

Liefde en barmhartigheid van God voor de zielen in de duisternis

“Ach, dat ik duizend getuigen zou hebben om de goedheid van de Heer te loven en te prijzen. Zo klinkt het in de rijen van de hemelse heerscharen, want de liefde en goedheid van God zijn eindeloos. En zo buigt Hij zich in grote barmhartigheid naar alle wezens en daalt Hij af in het rijk van de duisternis en probeert verlossing te brengen aan de daar smachtende zielen. En Zijn liefde wijst hen de weg naar boven. Hij bedenkt hen onophoudelijk met Zijn genade en stuurt hen Zijn boden, de dragers van het licht, opdat ook in hen het verlangen naar het licht actief wordt. Hij komt hen met alle liefde en genade tegemoet en predikt hen het Evangelie. Hij eist niets meer van hen dan liefde. Ze moeten in de eeuwigheid alleen inhalen, wat ze tot nog toe verzuimd hebben aan het geven van liefde. En ze zullen van alle kwellingen verlost worden.

En in de diepste diepte zijn er zielen, die nog liefde in zich dragen, die enkel tot nog toe de tegenpool van God betrof. Deze liefde om te keren, de wezens tot actieve hulp te bewegen, is de voortdurende inspanning van alle lichtwezens, die volgens de wil van God leven. En Gods wil is verlossing, geen verdoemenis. En zo schijnt Zijn straal van genade ook in de uiterste duisternis en Zijn liefdeskracht probeert zielen, die bereid zijn om te ontvangen, op te wekken en als ze geen weerstand bieden, worden ze de weldaad van de liefde gewaar en ze worden weekhartig en toegevend. En ze verlangen naar licht. Hun wil wordt actief. En zo bevrijden ze zich na een lange strijd van de duisternis en streven ze naar het licht.

De lichtdragers kennen elk streven van zo’n ziel en proberen hier rekening mee te houden, deels ondersteunend, deels vertragend. Want zo’n ziel kan niet aan zichzelf overgelaten blijven. Ze is nog krachteloos en vaak aarzelend. Ze moet zachtjes en behoedzaam daarheen geleid worden, waar ze in zichzelf sterk en gewillig is. En Gods enorm grote liefde bedenkt elke ziel overeenkomstig haar gevoelens, want Hij probeert elke terugval te verhinderen. Hij wil, dat ook deze ziel Zijn grote liefde en barmhartigheid in zichzelf ervaart en zich eveneens indeelt in het getal van degenen, die Hem loven en prijzen. Hij denkt met voortdurende zorg aan elke afzonderlijke ziel, dat ze tot de hoogte geraakt, dat ze licht ontvangt en haar Schepper in een steeds lichtere omgeving herkent.

Ze moeten Hem liefhebben, niet vrezen. Ze moeten naar Zijn genade verlangen en Hem bereidwillig dienen. Ze moeten eveneens liefde ontvangende en liefde gevende wezens worden, die een aandeel hebben aan het grote verlossingswerk in het hiernamaals en weer zielen omhooghalen naar het licht. Dit is een werk van liefde en kan nooit op een andere manier volbracht worden dan door de diepste, meest onzelfzuchtige liefde. Want alleen de liefde verlost en God laat in Zijn eindeloze liefde geen wezen aan de duisternis ten prooi vallen. En daarom moet alles wat Hem dient, verlossend werkzaam zijn. Dat wil zeggen liefde geven aan al degenen, die een duistere geest hebben, want elke vonk liefde verlicht de geest van degene, die een duistere geest heeft en alleen de liefde is in staat de duisternis te verdrijven. Alleen de liefde is het licht, dat naar boven wijst. En enkel de liefde geeft de kracht om de weg naar boven te betreden.

En daarom daalt u, die bereidwillig is om lief te hebben, af in de duisternis en probeert daar zielen te verlossen. Breng het licht bij degenen, die zich in de duisternis bevinden en blijf steeds in de liefde, want liefde is kracht en dit is, wat het wezen ontbreekt en daarom moet u het wezen deze liefde bezorgen, opdat ze ook naar de hoogte opklimt.

Amen

Translator
Translated by: Peter Schelling