Detached from the heaviness of earth, the being which has complied with God's will is now presented with a sight in the beyond which cannot be described to man on earth, for he cannot comprehend what God's love has created outside of earth and what joys the father has prepared for those who have proved themselves to be children of God. Incomparable joys await them.... and the more diligently the child on earth worked to fulfil God's will, the brighter the light it now approaches. The soul has now escaped the chaos of darkness, it enters a sphere which is bright, light and clear and closed to the demons of the underworld, and therefore they can no longer influence the souls now standing in the light, so that they can no longer be bothered by evil power. And this state is so exceedingly beneficial and joy-inducing, for the soul's struggle is over.... in it is peace and around it radiant light and indescribable bliss. For all beings who dwell in the same sphere contribute to increasing bliss. The love of these beings has reached a degree that they are now worthy of the nearness of the lord, for they desire by virtue of this love, and the fulfilment of their ardent desire is beyond all measure blissful and of such a kind that the love-receiving being has to pass on everything it receives itself to all beings in the universe in an undiminished way. For the love of the father in heaven does not dry up, it flows uninterruptedly over to all creatures and therefore also reaches all His creatures unceasingly by way of innumerable perfect beings, i.e. beings standing in light and in truth, which are recipients and transmitters of this divine power of love at the same time. Only in a state of perfection is the being able to endure this divine abundance of love, and only in a state of perfection is it able to pass on this strength of love, and thus the latter is also the task of these beings in the beyond, that they are mediators of all strength from God.... that they constantly work in accordance with the will of the eternal deity. People often have such a wrong concept of life in eternity that they imagine it to be contemplative rest and everlasting enjoyment, and yet eternal life is a state of busy activity, all happiness, all state of bliss is expressed in restless activity, in constant help for the release of everything unredeemed, and a state of rest would be tantamount to passing away and ruin. However, the earthly state of toil and oppressive worry cannot be compared with that labour in the hereafter.... eternal life in perfection is completely unaffected by any forces that could be a burden. Only the close union with the divine lord and saviour requires this activity, and only the father's will is fulfilled, as it were, by all those standing in the light carrying out the activity in His will as His children. And thus the human being can never imagine a state of rest as the epitome of eternal bliss, for everything that lives has to be active, and thus eternal life is a perpetual conscious working and carrying out of the divine will....
Amen
TranslatorAan het wezen, dat overeenkomstig de wil van God geleefd heeft en die losgemaakt is van de zwaartekracht vertoont zich een schouwspel, dat voor de mensen op aarde niet te beschrijven is. Want hij begrijpt niet, wat de liefde van God buiten de aarde geschapen heeft en welke vreugden de Vader voor degenen, die zich als kinderen van God bewezen hebben, klaar gemaakt heeft. Onvergelijkbare genoegens staan hen te wachten. En hoe ijveriger het mensenkind op aarde werkzaam was om de wil van God te vervullen, des te helderder is het licht, dat hij nu tegemoet gaat. De ziel is nu ontsnapt aan de chaos van de duisternis. Ze gaat een sfeer binnen, die helder, licht en duidelijk is en gesloten voor de demonen van de onderwereld. En deze demonen kunnen daarom niet meer op de nu in het licht staande zielen inwerken, zodat deze zielen niet langer meer hels door de boze macht behandeld kunnen worden.
En deze toestand is zo buitengewoon weldadig en vreugde brengend, want het worstelen van de ziel is tot een einde gekomen. In haar is vrede en rondom haar is stralend licht en een onbeschrijfelijke zaligheid. Want alle wezens, die in dezelfde sfeer verblijven, dragen eraan bij om de gelukzaligheid te vergroten. De liefde van deze wezens heeft een niveau bereikt, dat ze nu de nabijheid van de Heer waardig zijn. Want ze verlangen op grond van deze liefde naar kracht en de vervulling van hun vurig verlangen is buitengewoon gelukkig makend en van zo’n aard, dat het liefde ontvangende wezen onverminderd alles wat het zelf ontvangt verder moet geven aan alle wezens in het heelal.
Want de liefde van de Vader in de hemel droogt niet op. Ze stroomt ononderbroken naar alle schepselen en wordt dus ook onophoudelijk door talloze volmaakte wezens naar Zijn schepselen gestuurd, dat wil zeggen wezens, die zich in het licht en in de waarheid bevinden, die tegelijkertijd zowel ontvangers als overdragers van deze goddelijke liefdeskracht zijn.
Enkel in de staat van volmaaktheid is het wezen in staat deze goddelijke overvloed van liefde te dragen. En alleen in de volmaakte staat is het geschikt om deze liefdeskracht door te geven en dus is dit laatste, dat ze doorgevers zijn van alle kracht uit God, ook de taak van deze wezens in het hiernamaals. Dat ze onophoudelijk volgens de wil van de eeuwige Godheid werkzaam zijn.
De mensen hebben vaak zo’n verkeerde voorstelling van het leven in de eeuwigheid. Ze stellen zich deze voor als een staat van beschouwelijke rust en een eeuwigdurend genieten. En toch is het eeuwige leven een staat van ijverige werkzaamheid. Alle geluk en de hele zalige toestand uit zich in een onafgebroken werkzaamheid, in een voortdurende hulp al het niet verloste te bevrijden. En een toestand van rust zou hetzelfde betekenen als vergaan en ondergang.
Alleen is de aardse toestand van de inspanningen en de drukkende bezorgdheid niet met enige arbeid in het hiernamaals te vergelijken. Het eeuwige leven in de volmaaktheid is totaal niet onder de indruk van om het even welke krachten, die zich bezwarend zouden kunnen uiten. Alleen de innige vereniging met de goddelijke Heer en Heiland vereist deze werkzaamheid en alleen de wil van de Vader wordt als het ware vervuld, doordat allen, die zich in het licht bevinden als Zijn kinderen de werkzaamheid volgens Zijn wil uitvoeren. En daarom kan de mens zich nooit een toestand van rust als het toppunt van de eeuwige zaligheid voorstellen, want alles wat leeft, moet actief zijn en dus is het eeuwige leven een eeuwigdurend bewust werken en uitvoeren van de goddelijke wil.
Amen
Translator