• Back

Father's heritage.... kingdom of God.... childship to God....

Do not forget that you are God's creatures and that as such you have the right to take up your father's inheritance, which is the eternal kingdom that the father has prepared for you. But if you want to claim the rights of a child for yourselves, you must also identify yourselves as His children and thus testify that you are perfect, just as your father in heaven is perfect. Yet the father will not consider an unrighteous child in the same way, for it does not profess to belong to God but has handed itself over to another power.... it has consciously become the successor of the one who brought lies and deceit, falsehood and deceitfulness into the world. And so its legacy will one day be eternal darkness and ruin.... But whoever proves himself worthy of being a child of God will one day have a glorious fate, for the father in heaven promises eternal bliss.... He will fetch them home to the father's house and grant them unbounded, undreamt-of delights, He will let them participate in His work and endeavours.... And these glories are prepared for all His creatures, and it pities Him if one of His children forgets this bliss, if it is to lose it forever. And therefore He tries to wrest every soul from the adversary, yet this soul does not regocnize the father's infinite love.... and it forfeits the childship to God.... Yet everything that is begotten through His love follows the same path.... the being has the same goal in mind, the same power is at its disposal and the divine will guides every creature and shows it the right path. But where the will of man is stronger resp. opposes the divine will, there the earth being no longer feels the love of the father, and the separation becomes more and more pronounced.... The God of love sees the love of the earthly child grow cold more and more, and thus the being distances itself from God instead of coming closer to Him. It closes its eyes and ears to the whisperings of the beings wanting to help it, and thus such a being's childship to God looks very inadequate; all the glories of the world beyond can be presented to it, it does not respect them and most definitely rejects the soul's survival after death. For it does not regocnize its origin, it does not regocnize itself as a creature of God and will therefore never ever consciously strive for childship to God unless extraordinary evidence of divine activity makes it realize its error. And for the sake of this the lord shakes the earth, for the sake of this His mighty call resounds through all the world. And thereby He wants to break the power of the adversary anew by giving people a weapon with which the adversary is to be put to flight.... Only the will has to decide in complete freedom whether the human being regocnizes himself as God's creature and thus wants to take the path to Him or remain in weakness of spirit and completely disregard the striving for childship to God.... Yet he was given the intellect to regocnize correctly, and God always provides the means to make it easy for people on earth to regocnize....

Amen

Vaderlijk erfdeel – Rijk van God – Kindschap van God

Vergeet niet, dat u een schepsel van God bent en dat u als zodanig het recht hebt om het vaderlijke erfdeel, dat het eeuwige rijk is, dat de Vader voor u klaar gemaakt heeft, te aanvaarden. Maar als u aanspraak wil maken op het recht van een kind, moet u ook bewijzen Zijn kind te zijn en er ook van getuigen, dat u volmaakt bent, zoals de Vader in de hemel volmaakt is.

Maar een ontaard kind zal niet op dezelfde manier aan de Vader denken, want het kind geeft niet toe, dat het aan God toebehoort, maar het heeft zichzelf aan een andere macht uitgeleverd. Hij is bewust een volgeling geworden van degene, die leugen en bedrog, valsheid en gemene streken in de wereld gebracht heeft. En dus zal zijn erfdeel eens eeuwige duisternis en verderf zijn.

Maar het lot van degene, die bewijst het kindschap van God waardig te zijn, zal eens heerlijk zijn, want de Vader in de hemel belooft eeuwige gelukzaligheid. Hij haalt hem naar huis in het Vaderhuis en verleent hem onbeperkt onvermoede gelukzaligheden. Hij laat hem deelnemen aan Zijn scheppen en werkzaam zijn. En deze heerlijkheden zijn voor alle schepselen klaar gemaakt. En Hij heeft medelijden met Zijn kinderen, als ze deze gelukzaligheid verspelen, als deze voor eeuwig voor hen verloren gaan. En daarom probeert Hij de tegenstander elke ziel te ontworstelen, maar deze ziel herkent de eindeloze liefde van de Vader niet. En zo verspeelt ze het kindschap van God.

Maar alles, wat door Zijn liefde voortgebracht is, gaat dezelfde weg. Het wezen staat hetzelfde doel voor ogen, hem staat dezelfde kracht ter beschikking en de goddelijke wil leidt elk schepsel en wijst het de juiste weg. Maar waar de wil van de mens sterker is, respectievelijk zich tegen het goddelijke verzet, daar worden de wezens op aarde niet meer de liefde van de Vader gewaar en de scheiding wordt steeds duidelijker.

De God van de liefde ziet de liefde van het mensenkind steeds meer bekoelen en dus verwijdert het wezen zich van God, in plaats van Hem te naderen. Het sluit de ogen en oren af voor de influisteringen van de wezens, die hem willen helpen en zo ziet het er betreffende het kindschap van God bij zo’n wezen zelfs heel gebrekkig uit. Alle heerlijkheden van de wereld in het hiernamaals kunnen hem getoond worden, maar hij slaat hier geen acht op en hij wijst op een besliste manier een voortleven van de ziel na de dood af. Want het herkent zijn oorsprong niet. Het herkent zichzelf niet als een schepsel van God en zal dus nooit en te nimmer bewust het kindschap van God nastreven, als niet een buitengewoon bewijs van het goddelijk werkzaam zijn hem zijn dwaling laat beseffen.

En ter wille van hem, laat de Heer de wereld schudden. Ter wille van hem klinkt Zijn machtige roep door de hele wereld. En Hij wil hierdoor de macht van de tegenstander opnieuw breken, doordat Hij de mensen een wapen in handen speelt, waarmee de tegenstander op de vlucht gejaagd moet worden. Alleen moet de wil in de volste vrijheid beslissen of de mens zich als schepsel van God erkent en dus de weg naar Hem nemen wil, of dat hij volhardt in zijn zwakheid van de geest en het streven naar het kindschap van God volledig buiten beschouwing wil laten. Maar hem werd het verstand gegeven om het juiste inzicht te hebben en God geeft de mensen altijd de middelen, die het inzicht krijgen op aarde gemakkelijk moet maken.

Amen