Everything on earth serves the spiritual development of the human being. Nothing is visible to the human eye that was not created for this purpose.... All spirit from God animates matter, and again only so that it may one day become free from it and create and shape the same out of itself. Thus, for example, the form, which is in itself insubstantial, is only in connection with the spiritual what you are able to see it as and what is only then visible when the spirit has taken up residence in it. For all external form also consists of substance taken from the spiritual. Simply nothing can exist that is not spiritually enlivened, and a constant change of external form only has the purpose of uniting the different spiritual substance until a complete whole, the human soul, is formed. And this whole must then mature within itself and strive towards perfection. Thus earthly life is, so to speak, the station of formation of the spirit.... it is in the same proportion as the earthly activity of the human being is a constant reshaping of everything that is again accessible to the human being as matter.... since it continuously contributes to the human being's revival and thus constantly supplies the soul's external form, the human body, with vital substances, and all spiritual substances in the air are, as it were, absorbed by the body in order to then unite with the soul, so that the human soul is likewise increased. All form in itself is increased by the very supply from outside which conditions its life.... but so-called dead matter is increased by the human being's will to shape, which again puts together the most diverse spiritual carriers and thus creates a whole from them again. Thus, either a great spiritual power can become active through the joining together of matter or spiritual power can be released through the dissolving or crushing of matter, which then again seeks its abode in another external form, and through joining together likewise in increased power. Therefore every matter has some purpose in the earthly sense, for if it were left completely unused the spiritual substance in it would have no possibility to mature in this external form....
Amen
TranslatorAlles op aarde dient de geestelijke verdere ontwikkeling van de mens. Niets, dat niet voor dit doel geschapen is, is zichtbaar voor het menselijk oog. Alle geest uit God geeft de materie leven en dat weer alleen maar, zodat hij vrij wordt van deze materie en vanuit zichzelf hetzelfde kan scheppen en vormgeven. Zo is bijvoorbeeld de op zich wezenloze vorm pas in verbinding met het geestelijke dat, wat jullie in staat zijn te zien en het is juist pas zichtbaar, wanneer de geest intrek in de vorm genomen heeft. Want de hele uiterlijke vorm bestaat ook uit substantie, ontleend aan de geest.
Wat niet geestelijk tot leven gebracht is, kan niet bestaan. En een voortdurende verandering van de uiterlijke vorm heeft alleen maar ten doel om de verschillende geestelijke substanties te verenigen, net zo lang, tot een compleet geheel, de menselijke ziel, gevormd is. En dit geheel moet dan in zichzelf rijpen en naar volmaaktheid streven. Het aardse leven is dus als het ware de ontwikkelingsplaats van de geest. Ze is in dezelfde verhouding dat, wat ook de aardse werkzaamheid van de mens is, een voortdurende omvorming van alles, wat voor de mens weer als materie toegankelijk is.
Wanneer de ziel van de mens zich dus uit ontelbare zielensubstanties moet vormen, dan moet ook de lucht drager van het geestelijke zijn, omdat ze voortdurend aan de verlevendiging van de ziel bijdraagt en dus de uiterlijke vorm van de ziel, het menselijke lichaam, voortdurend verzorgt met de aanvoer van wat noodzakelijk is voor het leven en al het geestelijke uit de lucht wordt als het ware door het lichaam opgenomen om zich daarna met de ziel te verenigen, zodat de menselijke ziel dus eveneens groter wordt. Alle vormen op zich worden groter door juist die aanvoer van buitenaf, die zijn leven nodig heeft, maar de zogenaamde dode materie door de scheppende wil van de mens, die weer de meest verschillende geestdragers in elkaar zet en zo hieruit weer een geheel schept.
Er kan dus door, of het samenvoegen van de materie een grote geestelijke kracht werkzaam worden, of ook door het ontbinden of kleiner maken van de materie kan er geestelijke kracht vrijkomen, die nu weer in een andere uiterlijke vorm haar verblijfplaats zoekt en wel door samensmelting in kracht toeneemt. Daarom heeft elke materie één of andere bestemming in aardse zin, want als ze volledig ongebruikt zou worden gelaten, zou de geestelijke substantie in haar geen mogelijkheid hebben om in deze uiterlijke vorm te rijpen.
Amen
Translator