In the spiritual world, all beings mean the same.... No soul is valued less and therefore the endeavour to win it for eternity is always the same.... For every soul is a part of God in its original substance and can therefore never be devalued. If an embodiment of the soul has now taken place on earth, then the soul will also want to participate in the transformation to the good to the same extent as the earthly body undergoes this task. The body and spirit have to work equally so that the soul will achieve the highest advantages through earthly life.... and since every soul is equal before God, every soul will also be given the same opportunities to reach the highest state of maturity.... i.e. not one soul will be given less consideration or be deprived of a field of activity which could help it to mature. And therefore every soul will have itself to blame if it does not reach the state of maturity, for it is then its own will or spiritual sluggishness which hindered it on the path to perfection. Where a soul seriously devotes itself to work, it can never again speak of being disadvantaged.... It will be considered in the same way as all spiritual beings.... Embodiment is granted to them as a favour, and so every soul can also develop immensely high in the time of embodiment, only it is up to it how it uses the time for eternity. If it allows itself to be guided into the spheres of its actual destiny then it must also reach that perfect state which is characteristic of all spiritual beings in this sphere.... It will hardly be able to do anything else but develop into a God-like being in every respect, because it has the awareness within itself of being a particle of the eternal deity itself.... And such a God-being which recognizes itself correctly must also be offered the greatest possible help by the spiritual beings, and therefore it will never be able to succumb, even if the resistance sometimes seems great. For the value of the soul remains unchanged.... Everything that is God's remains unalterably the same, it does not lose value and therefore cannot be considered differently or less when it comes to achieving perfection. Only the kind of influence on the souls is different and must also be different, because every soul also has its own conception of the purpose of earthly existence. And as long as it has not yet recognized the pure truth it has to be guided by external influences so that it begins to recognize.... It has to be prepared for the reception of divine truths, and until this state is reached many a soul needs a long time, indeed, it often rejects everything at first and thereby makes the path of realization difficult for itself, and therefore many an earthly person has to fight a difficult inner battle before he is enlightened that every being is nevertheless destined by God to enter into union with Him and that this can only happen if it is completely absorbed in its task which was given to it by the divine creator....
Amen
TranslatorIn de geestelijke wereld betekenen alle wezens evenveel. Geen enkele ziel wordt minder geacht en daarom is ook het streven om deze ziel voor de eeuwigheid te winnen steeds hetzelfde. Want elke ziel is in haar oersubstantie toch een deel van God en kan daarom nooit waardeloos zijn.
Als er nu een belichaming van een ziel op aarde plaatsgevonden heeft, dan zal de ziel in dezelfde mate willen meewerken aan de verandering tot het goede als het aardse lichaam zich aan deze opgave onderwerpt. Het lichaam en de geest moeten evenveel werk verrichten, opdat de ziel het grootste voordeel uit het aardse leven haalt.
En aangezien elke ziel voor God gelijk is, worden er aan elke ziel ook dezelfde mogelijkheden gegeven om de hoogste toestand van rijpheid te bereiken. Dat wil zeggen dat er geen enkele ziel minder toebedeeld zal krijgen of dat haar geen werkingsveld onthouden zal worden dat haar zou kunnen helpen om rijp te worden.
En daarom zal elke ziel het aan zichzelf moeten toeschrijven wanneer ze de toestand van rijpheid niet bereikt. Want dan waren het de eigen wil of geestelijke traagheid die haar hinderden op de weg naar voltooiing. Waar een ziel zich ernstig aan het werk wijdt, kan ze nooit van benadeling spreken. Ze zal op dezelfde wijze bedacht worden als alle geestelijke wezens.
De belichaming wordt hun als genade gegeven. En zo kan ook elke ziel zich in de periode van belichaming buitengewoon hoog ontwikkelen. Alleen staat het haar vrij hoe ze de tijd voor de eeuwigheid benut. Als ze zich in de sferen van haar eigenlijke bestemming laat binnenleiden, dan moet ze ook deze volmaakte toestand bereiken, die aan alle geestelijke wezens in deze sfeer eigen is. Ze zal amper iets anders kunnen doen dan zich in elke relatie tot een goddelijk wezen te ontwikkelen, omdat ze in zich het bewustzijn heeft, zelf een deeltje van de eeuwige Godheid te zijn.
En aan zulk een goddelijk wezen dat zichzelf juist herkent, moet ook in de grootst mogelijke mate de hulp van de geestelijke wezens worden geboden. En het zal daarom ook nooit kunnen bezwijken, ook al lijken de weerstanden soms groot. Want de waarde van de ziel blijft onveranderd bestaan.
Alles wat uit God is, blijft onherroepelijk hetzelfde. Het verliest niet aan waarde en het kan zodoende ook niet uiteenlopend of gering toebedacht worden wanneer het er om gaat de voltooiing te bereiken. Alleen de aard van de inwerking op de zielen is verschillend en moet ook verschillend zijn, omdat elke ziel ook een eigen opvatting heeft van het doel van het aardse bestaan. En zolang ze de zuivere waarheid nog niet onderkend heeft, moet ze door inwerking van buiten zo geleid worden dat ze tot inzicht begint te komen. Ze moet voorbereid worden om de goddelijke waarheden te ontvangen.
En vele zielen hebben langere tijd nodig vooraleer deze toestand bereikt is. Ja, vaak wijzen ze aanvankelijk alles af en daardoor maken ze de weg tot inzicht zelf moeilijk. En daarom moeten zoveel mensen op aarde een zware innerlijke strijd uitvechten vooraleer ze tot het inzicht komen dat elk wezen toch door God bestemd is om met Hem in relatie te treden en dat dit alleen kan plaatsvinden wanneer het wezen volledig opgaat in zijn opgave die hem door de goddelijke Schepper gesteld werd.
Amen
Translator