• Zurück

(Fortsetzung zu Nr. 9003) Geistiges Wissen muß mit dem von oben zugeleiteten Wort übereinstimmen ...

Nur eines kann als reine Wahrheit gelten: was Ich Selbst von der Höhe euch zugehen lasse.... Und also muß alles damit übereinstimmen, für das der Anspruch auf Wahrheit erhoben wird. Denn es gibt nur eine Wahrheit, und diese geht von Mir Selbst aus und wird alle jene beglücken, die in wahrem Denken stehen wollen. Was nun aber im Widerspruch steht zu dem von Mir direkt empfangenen Wissen, das kann nicht als "Wahrheit" vertreten werden, denn die Richtlinien dafür sind immer die gleichen, so daß daran der Maßstab angelegt werden kann, ob sich ein Mensch in der Wahrheit bewegt. Und wenn euch Menschen nun ein Wissen zugetragen wird, das euch Anlaß gibt zu Zweifeln, so müsset ihr als erstes euch die Frage stellen: Welche Einstellung haben die Menschen, die dieses Wissen vertreten, zu Jesus Christus und Seinem Erlösungswerk? Euch ist von oben ein klarer Aufschluß gegeben worden, was das Erlösungswerk für die ganze Menschheit bedeutet, und ihr müsset nun jegliches andere Wissen daran abwerten, denn sowie den Menschen keinerlei Kenntnis darüber gegeben wurde, kann es auch nicht den Anspruch machen (erheben), als reine Wahrheit zu gelten. Und um wieder die Begründung und Bedeutsamkeit des Erlösungswerkes zu verstehen, muß euch auch die Kenntnis zugehen von dem Ursündenfall der Geister, weil ihr selbst diese gefallenen Geister seid.... Es ist wohl gut und schön, die Menschen überzeugen zu wollen von einem Weiterleben nach dem Tode, doch so ihr ihnen nicht auch Kenntnis gebet über den Anlaß ihres Menschseins, ist auch das Wissen um das Fortleben nach dem Tode nicht ausreichend, um sie einmal zur Seligkeit gelangen zu lassen.... Denn ohne die Erlösung durch Jesus Christus kann euch das Lichtreich nicht geöffnet werden, und Ewigkeiten werdet ihr im jenseitigen Reich umherirren, wenn nicht dort die Lichtseelen sich eurer erbarmen und euch das Wissen zuführen, das ihr auf der Erde nicht annehmen wolltet, weil ihr euch in einem falschen Denken bewegtet. Und so geht daraus hervor, daß ein jeder Mensch sich als ein Gefäß für den göttlichen Geistesstrom herrichten muß, was er nur durch die Liebe tun kann, die ihn dann hell erleuchtet und das Licht von innen ihm dann die rechte Erkenntnis vermitteln kann. Da dies aber in der lieblosen Zeit kaum noch möglich ist, sollen sich die Menschen um ein Gefäß scharen, aus dem das Lebenswasser hell und klar hervorquillt, sie sollen sich niederbücken und daran sich laben, um wenigstens das Wichtigste in Empfang nehmen zu können.... das Wissen um Jesus Christus und Sein Erlösungswerk. Denn dieses Wissen ist nötig und kann durch nichts anderes ersetzt werden, da es nur Einen gibt, Der den Menschen die Vergebung der Urschuld bringen kann, Der aber dann auch alle Schuld streicht, die der Mensch begangen (auf sich geladen) hat im Erdenleben. Denn die Mission des Menschen Jesus war einmalig, daß Er Sich opferte und die Schuld durch Seinen Kreuzestod beglichen hat.... Euch Menschen muß immer wieder darüber Kenntnis gegeben werden, ihr könnet nicht das Erdenleben Jesu nur als ein Leben in höchster Vollendung bezeichnen, das es wohl gewesen ist, aber dennoch ihr nicht um die tiefe geistige Begründung Seines Kreuzestodes wisset, der einmalig war und für alle Menschen der Vergangenheit, Gegenwart und Zukunft vollbracht wurde. Denn das Anerkennen Seines Erlösungswerkes als ein Werk größter Barmherzigkeit für das sündig gewordene Geistige und die Bitte um Vergebung sind erst der Schlüssel zur Pforte in das Lichtreich, die ihr ohne Ihn nimmermehr öffnen könnet.... Denn Er hat aus Liebe zu Gott und Seinen gefallenen Brüdern die Sünde gesühnt, die in der Rückweisung der göttlichen Liebekraft bestanden hat.... Und diese Sünde kann nicht anders als durch die Anerkennung Jesu als Erlöser der Welt vergeben werden, weshalb auch ein Leben in der von Ihm Selbst gepredigten Liebe die Vorbedingung schafft, Ihn anzuerkennen, aber die Gnaden Seines Erlösungswerkes müssen im vollen Bewußtsein angenommen werden, um Erlösung von der Urschuld zu finden. Immer wieder muß euch Menschen das Wissen darüber vermittelt werden, immer wieder müsset ihr in Kenntnis gesetzt werden, daß es nicht genügt, daß ihr euch Seine Lehre zu eigen machet, sondern bewußt die Erlösung von eurer Urschuld begehret, wozu zwar ein in der Liebe gelebtes Leben euch auch verhelfen wird, weil dies der Erfolg eines Liebelebens ist, daß euch das Licht der Erkenntnis leuchtet.... Dann aber werdet ihr auch nicht mehr die Erlösung durch Jesus Christus leugnen, ihr werdet es wissen, daß ihr in Ihm den Retter gefunden habt, Der von euch die große Last der Ursünde genommen hat und Der euch wieder das Tor öffnet zum Reiche des Lichtes und der Seligkeit....

Amen

Geestelijk weten moet overeenstemmen met het Woord dat van boven toegezonden is (2)

Slechts één ding kan gelden als zuivere waarheid: wat Ik Zelf van boven u laat toekomen. En dus moet alles ermee overeenstemmen, opdat er aanspraak op de waarheid wordt gemaakt. Want er is maar één waarheid en deze gaat van Mij Zelf uit en zal iedereen gelukkig maken die in het juiste denken wil staan. Wat nu echter in tegenspraak is met het rechtstreeks van Mij ontvangen weten, kan niet als “waarheid” verdedigd worden. Want de richtlijnen daarvoor zijn altijd dezelfde, zodat daaraan kan worden afgemeten of een mens zich in de waarheid begeeft.

En wanneer u mensen nu een weten wordt overgebracht, dat u aanleiding geeft te twijfelen, dan moet u zich als eerste afvragen: Welke instelling hebben de mensen die dit weten huldigen, tot Jezus Christus en Zijn verlossingswerk? U is van boven duidelijk opheldering gegeven, wat het verlossingswerk voor de gehele mensheid betekent. En u moet nu aan elk ander weten minder waarde hechten, want als de mensen daarover generlei kennis werd gegeven, kan het ook geen aanspraak erop maken, als zuivere waarheid te gelden.

En om weer de motivering en betekenis van het verlossingswerk te begrijpen, moet u ook de kennis gegeven worden van de oerzondeval van de geesten, aangezien uzelf deze gevallen geesten bent. Het is wel goed en mooi, de mensen te willen overtuigen van een verder leven na de dood, maar als u hun niet ook kennis geeft van de aanleiding voor hun mens-zijn, is ook het weten over het voortleven na de dood niet toereikend om hen eenmaal tot zaligheid te laten komen. Want zonder de verlossing door Jezus Christus kan voor u het lichtrijk niet geopend worden. En eeuwigheden zult u in het rijk aan gene zijde ronddwalen wanneer de lichtzielen zich daar niet over u ontfermen en u het weten toevoeren, dat u op aarde niet wilde aannemen, omdat u in een onjuist denken verkeerde.

En zo vloeit hieruit voort, dat ieder mens zich moet opmaken als een vat voor de goddelijke Geeststroom, wat hij alleen kan doen door de Liefde, die hem dan sterk verlicht. En het licht van binnen kan hem dan ook het juiste inzicht geven. Daar dit echter in de liefdeloze tijd amper nog mogelijk is, moeten de mensen zich rondom een vat scharen, waaruit het levenswater overduidelijk opwelt. Ze moeten zich bukken en zich daaraan laven, om op zijn minst het belangrijkste in ontvangst te kunnen nemen: het weten over Jezus Christus en Zijn verlossingswerk. Want dit weten is nodig en kan door niets anders vervangen worden, omdat er maar Eén is, die de mensen de vergeving van de oerschuld kan schenken, maar die dan ook alle schuld uitwist, die de mens begaan (op zich geladen) heeft tijdens het aardse leven.

Want de missie van de mens Jezus, dat Hij Zich opofferde en de schuld door Zijn kruisdood vereffend heeft, was uniek. U mensen moet steeds weer daarover in kennis worden gesteld. U kunt het aardse leven van Jezus niet alleen maar als een leven in hoogste volmaaktheid omschrijven - dat het wel geweest is - wanneer u toch geen kennis hebt van de diepe geestelijke motivering voor zijn kruisdood, die uniek was en voor alle mensen van het verleden, het heden en de toekomst volbracht werd. Want het erkennen van Zijn verlossingswerk als een werk van grootste barmhartigheid voor het zondig geworden geestelijke en de bede om vergeving zijn pas de sleutel tot de poort naar het lichtrijk, die u zonder Hem nooit meer zult kunnen openen. Want uit liefde tot God en Zijn gevallen broeders heeft Hij de zonde vergolden, die bestaan heeft uit het afwijzen van de goddelijke liefdeskracht.

En deze zonde kan niet anders dan door de erkenning van Jezus als Verlosser van de wereld vergeven worden, om welke reden ook een leven in de door Hem zelf gepredikte Liefde de eerste voorwaarde schept, Hem te erkennen. Maar de genade van Zijn verlossingswerk moet in het volle bewustzijn aangenomen worden om verlossing van de oerschuld te vinden. Steeds weer moet u mensen de kennis daarover verschaft worden. Steeds weer moet u in een weten geplaatst worden, dat het niet voldoet dat u zich Zijn leer eigen maakt. U zult echter bewust de verlossing van uw oerschuld moeten begeren, wat welzeker een in liefde geleefd leven u zal bezorgen, omdat het resultaat van een leven in liefde is, dat u het licht van het besef opgaat.

Dan zult u echter ook niet meer de verlossing door Jezus Christus ontkennen. U zult weten, dat u in Hem de Redder gevonden hebt die de grote last van de oerzonde van u afgenomen heeft en die voor u weer de poort opent naar het rijk van licht en zaligheid.

Amen