• Zurück

Liebegrad ist Maßstab für Wahrheit....

Es ist Mein Wille, daß der Mensch in der Liebe lebt.... weil die Liebe das Grundprinzip eines göttlichen Wesens ist und weil ihr Menschen wieder zu göttlichen Wesen werden sollet, als die Ich euch uranfänglich erschaffen habe. Erfüllet ihr diesen Meinen Willen, dann seid ihr auch gehorsame Kinder, die den Vater nicht betrüben wollen, die sich gern Seinem Willen beugen, die nichts anderes mehr wollen wie Ich, weil sie dann auch Meinen Willen in sich tragen und nicht mehr sündigen können.... Die Liebe ist alles, was Ich von euch verlange, denn dann weichet jegliche geistige Blindheit von euch, dann werdet ihr auch immer erkennen, was für euch wissenswert ist und was euch dazu verhilft, daß eure Seele ausreifet. Ihr könnet es glauben, daß ihr dann auch nicht mehr dem Irrtum verfallen könnet, denn die Liebe, die euch erfüllt, schenkt euch auch eine klare Erkenntnis, was von Mir und was von Meinem Gegner seinen Ausgang genommen hat. Denn die Liebe erweckt den Geist zum Leben, der als wichtiger Anteil Meiner Selbst in euch ruht und der euch immer das rechte Wissen vermitteln wird. Ihr Menschen könntet also nicht mehr im Irrtum dahingehen, wenn ihr ein Liebeleben führen würdet.... Steht ihr aber noch in irrigem Denken, dann mangelt es euch an Liebe.... Dieses müsset ihr beherzigen, wollet ihr jemals in den Besitz der reinen Wahrheit gelangen. Ihr erkennet die Wahrheit nicht als solche, solange der Liebegrad noch zu wünschen übrigläßt.... Denn die Lieblosigkeit bedeutet Finsternis, sie bedeutet Erkenntnislosigkeit, also geistige Blindheit, die nur behoben werden kann durch ein Liebeleben, durch uneigennützige Nächstenliebe, durch Überwinden der Eigenliebe, die niemals göttlich, sondern Anteil Meines Gegners ist. Immer wieder werden euch die Gebote der Liebe gepredigt und immer wieder die Auswirkung eines Liebelebens und die schrecklichen Folgen eines liebelosen Lebenswandels vorgestellt.... Solange ihr dieses aber nicht beherzigt, werdet ihr im Irrtum wandeln, und ob ihr noch so eifrig zu sein glaubet im "Dienst für den Herrn".... der vor Mir keinen Wert hat, wo nicht ein Liebeleben der Beweis dessen ist, daß sich der Mensch im rechten, wahren Denken bewegt. Niemals soll der Mitmensch das annehmen, was ein liebeloser Mensch ihm zu vermitteln sucht.... sonderlich dann, wenn es geistige Dinge berührt, die unbedingt ein Liebeleben voraussetzen, wenn sie der Wahrheit entsprechen sollen. Es muß der Prediger in der Liebe leben, doch auch zum Verstehen einer Predigt ist ein Liebeleben Voraussetzung.... Und eine rechte Liebe muß sich in Werken äußern, sie kann nicht nur durch Worte versichert werden, denn die Liebe ist eine Kraft, und jegliche Kraft wird sich auswirken. Darum kann eine geistige Verbindung mit Mir immer nur hergestellt werden durch Liebewirken, dann fließt auch der Gnadenstrom Meiner Liebe unaufhaltsam in den Menschen ein, und dann wird eine Wandlung seines Wesens sich vollziehen, die Zweck und Ziel des Erdenlebens ist.... Dann lebt der Mensch sein Leben nicht vergeblich, es bringt ihm die Vollendung.... denn die Liebe gab das Wesen einstmals freiwillig hin, und freiwillig muß es wieder die Liebe üben, um nun auch wieder von Mir angestrahlt werden zu können, was ihm auch zur letzten Vollendung verhilft, so daß es sich wieder mit Mir zusammenschließen kann, wie in seinem Urzustand es der Fall gewesen ist. Wenn ihr Menschen euch doch die große Bedeutung eines Liebelebens vorhalten möchtet, dann würdet ihr auch erkennen, wieweit sich die Mitmenschen in der Wahrheit bewegen, wenn ihr nur an der Liebe den Maßstab anleget.... Ihr sollt sie zwar nicht verurteilen, sondern ihnen zu helfen suchen.... Aber ihr wisset dann auch, was ihr von ihnen annehmen dürfet.... ob euch Wahrheit oder Irrtum angeboten wird, denn ohne Liebe kann sich der Mensch nicht in der Wahrheit bewegen.... Liebe aber garantiert rechtes Denken, und nur ein in der Liebe stehender Mensch ist darum berechtigt zu lehren, denn in diesem kann Ich Selbst wirken, Der Ich die Liebe Selbst bin. Niemals aber wird ein liebender Mensch Irrtum annehmen oder verbreiten, weil Ich Selbst ihn daran hindere, denn er ist schon Mein, sowie er sich durch ein Liebeleben Mir verbunden hat, wie Ich es verheißen habe mit den Worten: "Wer in der Liebe bleibt, der bleibt in Mir und Ich in ihm...." Also muß auch dort die Wahrheit sein, denn Ich, die Wahrheit und die Liebe ist eins.... Ob aber ein Mensch in der Liebe lebt, das erkennet ihr an seinen Werken, ob sie in aller Selbstlosigkeit nur dem Nächsten zum Wohl oder zur Hilfe verrichtet werden oder immer nur Werke sind, die Eigenliebe oder Berechnung erkennen lassen.... Dann müsset ihr auch auf der Hut sein, Belehrungen vom jenen anzunehmen, denn dann ist noch keine Wahrheit garantiert, die von Mir Selbst ausgeht, Der Ich immer nur dort sein kann, wo die wahre Liebe anzutreffen ist....

Amen

Graad van liefde is maatstaf voor waarheid

Het is mijn wil dat de mens in liefde leeft, omdat de liefde het grondbeginsel van een goddelijk wezen is en omdat u mensen weer goddelijke wezens zult moeten worden, zoals Ik u in het allereerste begin heb geschapen. Vervult u Mijn wil, dan bent u ook gehoorzame kinderen die de Vader geen verdriet willen doen, die zich graag buigen voor Zijn wil, die niets anders meer willen dan Ik omdat ze dan ook mijn wil in zich dragen en niet meer kunnen zondigen.

De liefde is alles wat Ik van u verlang. Want dan zal elke geestelijke blindheid van u wijken. Dan zult u ook altijd inzien wat voor u wetenswaardig is en wat u helpt bij het rijpen van uw ziel. U zult het kunnen geloven dat u dan ook niet meer een prooi van de dwaling zult kunnen worden, want de liefde die u vervult geeft u ook een duidelijk inzicht wat van Mij en wat van mijn tegenstander is uitgegaan. Want de liefde wekt de geest tot leven, die als voornaamste aandeel van Mij zelf in u rust en die u altijd het juiste weten zal overbrengen. U mensen zou daarom niet meer in dwaling kunnen voortgaan wanneer u een leven in liefde zou leiden. Maar denkt u nog verkeerd, dan ontbreekt het u aan liefde. Dit zult u ter harte moeten nemen als u ooit in het bezit van de zuivere waarheid wilt komen. U herkent de waarheid niet als zodanig zolang de graad van liefde nog te wensen overlaat. Want liefdeloosheid betekent duisternis. Ze betekent onwetendheid, dus geestelijke blindheid die alleen kan worden opgeheven door een leven in liefde, door onbaatzuchtige naastenliefde, door het overwinnen van de eigenliefde die nooit goddelijk is, maar aandeel van mijn tegenstander.

Steeds weer worden u de geboden van de liefde gepreekt en steeds weer worden u de uitwerking van een leven in liefde en de verschrikkelijke gevolgen van een levenswandel zonder liefde voorgehouden. Maar zolang u dit niet ter harte neemt zult u in dwaling wandelen, al gelooft u nog zo ijverig in de "dienst voor de Heer" te zijn die voor Mij geen waarde heeft wanneer een leven in liefde niet het bewijs ervan is dat de mens zich ophoudt in het juiste, ware denken. Nooit moet de medemens dat aannemen wat een liefdeloze mens hem tracht over te brengen, in het bijzonder wanneer het geestelijke zaken betreft die absoluut een leven in liefde vooropstellen wanneer ze overeen moeten stemmen met de waarheid. De prediker moet in liefde leven. Maar ook om een preek te begrijpen is een leven in liefde voorwaarde.

En ware liefde moet zich uiten in werken. Ze kan niet alleen door woorden worden betuigd, want de liefde is een kracht en elke kracht zal een uitwerking hebben. Daarom kan een geestelijke verbinding met Mij steeds alleen tot stand worden gebracht door werkzaam te zijn in liefde. Dan stroomt ook de genadestroom van mijn liefde onophoudelijk bij de mens naar binnen en dan zal zich een verandering van zijn wezen voltrekken die zin en doel is van het aardse bestaan. Dan leeft de mens zijn leven niet vergeefs. Het brengt hem de voltooiing, want het wezen deed eens vrijwillig afstand van de liefde en vrijwillig moet het de liefde weer beoefenen om nu ook weer door Mij aangestraald te kunnen worden, wat het ook de laatste voltooiing verschaft, zodat het zich weer met Mij aaneen kan sluiten zoals het in zijn oertoestand het geval is geweest.

Wanneer u mensen u toch het grote belang van een leven in liefde zou willen voorhouden, dan zou u ook inzien in hoeverre de medemensen zich in de waarheid ophouden, wanneer u alleen de liefde als maatstaf neemt. U moet ze weliswaar niet veroordelen, maar hen trachten te helpen. Maar u weet dan ook wat u van hen zult mogen aannemen, of u waarheid of dwaling wordt aangeboden. Want zonder liefde kan de mens zich niet in de waarheid ophouden. Liefde garandeert het juiste denken en alleen een mens die leeft in de liefde, heeft daarom het recht te onderrichten. Want in deze kan Ik - de Liefde zelf - zelf werkzaam zijn.

Maar nooit zal een liefdevolle mens dwaling aannemen of verbreiden, omdat Ik zelf hem dat verhinder. Want hij is al van Mij zodra hij zich door een leven in liefde met Mij heeft verbonden, zoals Ik het beloofd heb met de woorden: "Wie in de liefde blijft, die blijft in Mij en Ik in hem". Dus moet ook daar de waarheid zijn, want Ik, de Waarheid en de Liefde zijn één.

Maar of een mens in de liefde leeft, dat ziet u aan zijn werken, of ze in alle onzelfzuchtigheid alleen tot welzijn of tot hulp voor de naaste worden verricht, of steeds alleen werken zijn die eigenliefde of berekening laten zien. Dan zult u ook op uw hoede moeten zijn, onderrichtingen van die laatste aan te nemen, want dan is er nog geen waarheid gegarandeerd die uitgaat van Mij zelf, Die steeds alleen daar kan zijn waar de ware liefde is aan te treffen.

Amen