Ständig möchte Ich euch beschenken, denn Meine Liebe kennt keine Grenzen.... Und lässet ein Mensch Mein direktes Wirken in sich zu, dann ist es auch sein Wille, von Mir beschenkt zu werden, dann liegt kein Glaubenszwang vor, denn er öffnet sich Meiner Gnadengabe, weil er an Mich glaubt.... Niemals aber kann Ich dort offensichtlich wirken, wo dieser Glaube mangelt, weshalb auch kein Mensch Meine Stimme vernehmen wird, der nicht durch seinen Glauben.... der durch die Liebe lebendig wurde.... bewußt mit Mir in Verbindung tritt. Alles will Ich den Menschen geben, was ihnen mangelt, seien es geistige oder auch irdische Güter, denn solange Meine Geschöpfe noch unvollkommen sind, brauchen sie ständige Unterstützung, um zur Vollendung zu gelangen, und solange sie über die Erde gehen als Mensch, müssen sie auch irdisch versorgt werden in jeder Weise. Das rechte Maß aber weiß Ich allein.... Ich weiß um den Reifezustand der Seele und also auch, wessen sie bedarf, um auszureifen.... Ich weiß aber auch um ihre irdischen Bedürfnisse, Ich weiß, was ihr nützen kann und was ihr schadet, und Ich bedenke einen jeden seiner Beschaffenheit gemäß.... Denn ihr Menschen seid nicht alle gleich geartet, ihr seid durch euer Vorleben, durch euren Gang durch die Schöpfung, so verschieden gestaltet eurer Seele nach, daß Ich Mich eines jeden einzelnen annehmen muß, um ihm immer das zu geben, was er benötigt.... Und auch irdisch muß Ich euch verschieden bedenken, weil auch dies euer Seelenzustand erfordert. Ihr brauchet alle Meine besondere Betreuung, und ihr sollet es auch glauben, daß Mir eines jeden geistiger Erfolg am Herzen liegt, den Ich zu erhöhen suche durch die rechten Mittel.... Denn das ist Meine Liebe, daß sie euch zur höchsten Reife führen möchte, weil Ich euch in Meinem Reich dann endlos beglücken will und kann. Da ihr einst freiwillig euch von Mir abgewendet habt und also euer mangelhafter Zustand selbstverschuldet ist, sind es nun alles Gnadenmittel, die euch unaufhörlich zufließen, und Meine Liebe wird nie aufhören, bis ihr mit Mir wieder vereinigt seid, denn ihr seid aus Meiner Liebe hervorgegangen und kehret auch unwiderruflich einmal wieder zu Mir zurück. Ihr könnet aber auch dessen gewiß sein, daß Meine Gnadenmittel von Erfolg sind, nur dürfet ihr selbst euch nicht ihnen widersetzen, ihr dürfet euch nicht verschließen Meiner Liebe, indem ihr Mir entgegenwirket, indem ihr euch Meinem Gegner hingebet, der alles daransetzen wird, die Rückkehr zu Mir zu unterbinden.... Ich verlange von euch ein bewußtes Mir-Zuwenden, was gleichzeitig ein Abwenden von Meinem Gegner bedeutet.... Dann aber erfaßt euch Meine Liebe und lässet euch ewiglich nicht mehr fallen.... Ist aber in eurem Herzen kein Raum für Gedanken an Mich, dann besitzt Mein Gegner euer Herz, und dann wird es nur erfüllt sein von weltlichen Gedanken, von irdischen Wünschen, von Begierden jeglicher Art, und dann hat er eure (Herzen) Seele gänzlich in Besitz genommen und lässet sich nur schwer daraus verdrängen. Dann wird Meine Liebe zwar immer wieder versuchen, eine Wandlung eures Willens zu bewirken durch Schicksalsschläge aller Art, doch immer werdet ihr selbst euch überwinden müssen und eure Sinnesrichtung wandeln. Und dazu könnet ihr nicht gezwungen werden, weshalb Ich euch auch nicht direkt anreden könnte, weil eine solche Ansprache für euch ein Glaubens- und Willenszwang wäre. Ihr müsset den Weg zu Mir freiwillig antreten, und wahrlich, ihr werdet überall Stützen finden, die euch den Weg erleichtern und die euch ein Licht vorantragen, damit ihr den Weg erkennet, den ihr wandelt. Und dann werde Ich Selbst euch auch begleiten, Ich werde Mich euch als Führer anbieten, und gesegnet seid ihr, wenn ihr Meine Führung annehmet und euch Mir gänzlich übergebet.... Ich führe euch zwar hinweg von der Welt, doch ihr werdet dann auch nicht mehr zurückschauen, ihr werdet nicht mehr verlangen nach dem Reich, das ihr nun freiwillig verlassen habt, sondern eure Blicke werden aufwärts gerichtet sein und nur ein Ziel anstreben, Mich Selbst.... Und ihr Weltlinge könnet es glauben, daß Ich um eure Seelen ringe und in gleicher Sorge euch verfolge, daß Ich euch immer wieder in den Weg treten werde, denn Ich will euch nicht verlieren, Ich will eure Sinne hinlenken auf geistige Güter, die unvergänglich sind, und Ich will euch daher die Vergänglichkeit der Welt vor Augen stellen.... Denn noch ist euch eine kurze Zeit gegeben, wo euch Meine Liebe und Gnade verfolgt und ihr Mir nur keinen Widerstand entgegensetzen dürfet, um auch der Liebe und Gnade teilhaftig zu werden.... Und Ich will euch immer wieder anreden durch Meine Diener, Ich will euch ein Gnadenmittel zuwenden von größter Wirksamkeit, wenn ihr selbst euch nur nicht widersetzet und bewußt Meine Gnade in Empfang nehmet....
Amen
ÜbersetzerDoorlopend wil Ik aan jullie schenken, want Mijn liefde kent geen grenzen. En laat een mens Mijn rechtstreeks in hem werkzaam zijn toe, dan is het ook zijn wil, door Mij bedacht te worden, dan is er geen sprake van geloofsdwang, want hij opent zich voor Mijn gave van genade, omdat hij in Mij gelooft Maar Ik kan nooit zichtbaar daar werken, waar dit geloof ontbreekt, waarom ook geen enkele mens Mijn stem zal horen, die niet door zijn geloof - dat levend werd door de liefde - bewust met Mij in verbinding treedt.
Ik wil de mensen alles geven, waaraan zij gebrek hebben, of het nu geestelijke of materiële goederen zijn, want zolang Mijn schepselen nog onvolkomen zijn, hebben ze voortdurende ondersteuning nodig, om tot voleinding te komen, en zolang ze als mens over de aarde gaan, moeten ze ook in elk opzicht aardse verzorging krijgen. De juiste maat echter weet Ik alleen Ik ken de staat van rijpheid van de ziel en weet dus ook wat zij nodig heeft om rijp te worden Maar Ik ken ook haar aardse behoeften. Ik weet, wat goed voor haar is en wat haar schaden kan, en Ik bedeel een ieder overeenkomstig zijn gesteldheid.
Want jullie mensen zijn niet allen gelijk geaard, jullie zijn door jullie vorige levens, door jullie gang door de schepping, zo verschillend naar jullie ziel gevormd, dat Ik me over iedereen afzonderlijk moet ontfermen, om hem steeds datgene te geven, wat hij nodig heeft En ook aards moet Ik jullie verschillend bedenken, omdat ook dit de toestand van jullie ziel eist. Jullie hebben allen Mijn bijzondere verzorging nodig, en jullie moeten het ook geloven, dat de geestelijke vooruitgang van een ieder van jullie, welke Ik probeer te bevorderen met de juiste middelen, Mij na aan het hart ligt.
Want dat is Mijn liefde, dat zij jullie naar de hoogste graad van rijpheid wil leiden, omdat Ik jullie dan in Mijn Rijk eindeloos gelukkig maken wil en kan. Omdat jullie je eertijds vrijwillig van Mij afgekeerd hebben en dus zelf schuld hebben aan jullie onvolmaakte toestand, zijn het nu allemaal middelen van genade, die jullie onophoudelijk toestromen, en Mijn liefde zal nooit ophouden, tot jullie weer met Mij verenigd zijn, want jullie zijn uit Mijn liefde voortgekomen en keren ook onherroepelijk eenmaal weer naar Mij terug.
Maar al kunnen jullie er ook verzekerd van zijn, dat mijn middelen van genade succesvol zijn, jullie mogen je er niet tegen verzetten, jullie mogen je niet voor Mijn liefde afsluiten, door Mij tegen te werken, door jullie aan Mijn tegenstander over te geven, die alles zal doen, om de terugkeer naar Mij te verhinderen Ik verlang van jullie dat jullie je bewust tot Mij wenden, wat tegelijkertijd een afwenden van Mijn tegenstander betekent Want dan omvat Mijn liefde jullie en laat jullie voor eeuwig niet meer vallen.
Is er echter in jullie hart geen plaats voor gedachten aan Mij, dan is jullie hart in het bezit van Mijn tegenstander, en dan zal het slechts gevuld zijn met wereldse gedachten, met aardse wensen, met begeerten van allerlei aard, en heeft hij volledig bezit genomen van jullie (hart) ziel en laat hij zich maar moeizaam daaruit verdrijven. Dan zal Mijn liefde weliswaar steeds weer proberen, een verandering van jullie wil te bewerkstelligen door slagen van het noodlot van allerlei aard, maar jullie zullen je steeds zelf weer moeten overwinnen en de richting van jullie gedachten moeten veranderen.
En daartoe kunnen jullie niet gedwongen worden, waarom Ik ook niet rechtstreeks tot jullie zou kunnen spreken, omdat een dergelijk aanspreken een dwingen van jullie geloof en wil zou zijn. Jullie moeten de weg tot Mij vrijwillig betreden, en jullie zullen waarachtig overal steun vinden, die de weg voor jullie lichter maakt en die als een licht voor jullie uit schijnt, zodat jullie de weg waarop jullie gaan herkennen. En dan zal Ik Zelf jullie ook begeleiden, Ik zal Me aan jullie als Leider aanbieden, en gezegend zijn jullie, wanneer jullie Mijn leiding aannemen en je volledig aan Mij overgeeft.
Ik leid jullie weliswaar weg uit de wereld, maar jullie zullen dan ook niet meer achterom kijken, jullie zullen dan niet meer verlangen naar het rijk, dat jullie nu vrijwillig hebben verlaten, maar jullie blikken zullen opwaarts gericht zijn en slechts één doel nastreven, Mij Zelf En jullie aardebewoners kunnen van Mij aannemen, dat ik om jullie zielen worstel en jullie volg met steeds dezelfde zorg, dat Ik steeds weer op jullie weg zal komen, want Ik wil jullie niet verliezen, Ik wil jullie aandacht vestigen op geestelijke goederen, die onvergankelijk zijn, en Ik wil jullie daarom de vergankelijkheid van de wereld voorhouden.
Want nog is jullie weinig tijd gegeven, waarin Mijn liefde en genade jullie volgt en waarin jullie je niet tegen Mij mogen verzetten, om ook deelgenoot te worden van deze liefde en genade En Ik wil jullie steeds weer aanspreken door Mijn dienaren, Ik wil jullie een genademiddel geven dat uiterst werkzaam is, wanneer jullie zelf maar niet tegenstribbelen en bewust Mijn genade in ontvangst nemen.
Amen
Übersetzer