• Zurück

Licht der Erkenntnis durch Ansprache Gottes....

Verstehet es, daß ihr im Licht wandelt, wenn Ich Selbst euch belehre. Dann seid ihr auf dem Wege der Rückkehr zu Mir, wenn ihr Mir Selbst Gelegenheit gebet, euch anzusprechen.... sei es direkt oder auch durch Meine Boten, die euch Mein Wort bringen. Dann weicht die Finsternis von euch, es wird euch ein Wissen erschlossen, ihr gelanget wieder zur Erkenntnis eurer selbst, ihr wisset um euren Ursprung, euren Abfall und euer Ziel.... Ihr seid nicht mehr blind im Geist, wie ihr es wurdet durch euren Abfall von Mir. Ihr hattet euch selbst von Mir, als dem Ewigen Licht, getrennt und mußtet sonach auch ohne Licht sein.... Es ward euch zuerst jegliches Bewußtsein genommen, und in tiefster Nacht habt ihr euer Dasein verbracht, gebunden in den Schöpfungen der Erde durch Meinen Willen, doch nur, damit ihr dem Einfluß Meines Gegners entzogen waret.... Aber Licht besaßet ihr nicht.... Und auch im Stadium als Mensch seid ihr noch verfinsterten Geistes so lange, bis ihr Mir die Möglichkeit gebet, wieder Licht in euch einstrahlen zu lassen.... Und das geschieht, wenn ihr Mich Selbst zu euch sprechen lasset. Dann wandelt sich der Zustand der Lichtlosigkeit langsam wieder in einen Zustand hellster Erkenntnis, und dann könnet ihr glücklich sein, weil dies ein Zeichen ist, daß ihr euch auf dem Rückweg in euer Vaterhaus befindet, daß euer Ziel nicht mehr weit ist und daß ihr es auch sicher erreichet.... Der Mensch auf Erden empfindet seine Lichtlosigkeit nicht, weil er sich begnügt mit Blendlichtern verschiedenster Art, die aber keine Leuchtkraft haben und das Innere des Menschen nicht erhellen.... Aber die Erdenzeit ist ihm gegeben, damit er die Dunkelheit vertreibe.... damit er dem Licht zustrebe, die Finsternis des Geistes besiege.... damit er zur Erkenntnis komme. Und Ich bin jederzeit bereit, ein Licht in euch zu entzünden, vorausgesetzt, daß ihr zum Licht der Erkenntnis gelangen wollet. Und ein solches Licht ist Meine direkte Ansprache, die euch ertönet, wenn ihr es nur begehret, daß ihr erleuchtet werdet. Dann aber beginnet ihr auch zu leben.... ein geistiges Leben zu führen, das nun ewiglich nicht enden wird und das euch beseligt und euch wieder zu dem Wesen macht, das ihr waret im Anbeginn. Denn sowie ihr ein Licht besitzet, gehet ihr auch den rechten Weg, und dieser führt zur Höhe, zurück in euer Vaterhaus.... Die Lichtlosigkeit ist für ein geistiges Wesen das Schlimmste, weil es sich selbst nicht mehr erkennt und weil es auch Mich als seinen Vater nicht erkennt und darum Mich nicht anstrebt, sondern Ewigkeiten in Lichtlosigkeit verharren kann.... Ich aber versuche immer wieder, einen Lichtstrahl in das Herz des Menschen zu senden, der zündet und das Herz von innen erleuchtet; d.h., Ich lenke immer wieder die Gedanken des Menschen so, daß er seinen Gott suchet und Licht begehrt, daß er wissen möchte um Mich und sein eigenes Verhältnis zu Mir.... Und dann zünde Ich ihm auch ein Licht an und erschließe ihm ein rechtes Wissen, das ihn beglücken und nach vermehrtem Wissen verlangen lassen wird. Und ist einmal die Finsternis des Geistes durchbrochen, dann tritt er aus der Nacht heraus in den lichtvollen Morgen, und es wird ihm die Sonne des Geistes scheinen und seinen Weg erleuchten.... Er wird unwiderruflich Mich finden und Mir wieder anhangen wollen, er wird unwiderruflich sich Mir wieder verbinden und in der Vereinigung mit Mir, in Licht und Kraft und Freiheit, selig sein wie einst....

Amen

Het licht van het inzicht door het aanspreken van GOD

Begrijp het, dat u in het licht wandelt als IKZelf u onderricht. Dan bent u op de weg die terug voert naar MIJ, als u MIJ Zelf gelegenheid geeft u aan te spreken - hetzij rechtstreeks of ook wel door Mijn boden, die u Mijn Woord brengen. Dan wijkt de duisternis van u.Er wordt u een weten ontsloten, u komt weer tot het kennen van uzelf en u bent weer op de hoogte van uw oorsprong, uw afval en uw doel, u bent niet meer geestelijk blind - zoals u het werd door uw afval van MIJ.

U had uzelf van MIJ als het eeuwige Licht losgemaakt en moest daarom ook zonder licht zijn. Eerst was van u elk bewustzijn weggenomen en in de diepste nacht hebt u uw bestaan doorgebracht, gebonden in de scheppingen van de aarde door Mijn Wil, maar alleen, opdat u aan de invloed van Mijn tegenstander onttrokken zou zijn.

Maar licht bezat u niet. En ook in het stadium als mens bent u nog zolang duister van geest, tot u zelf MIJ de mogelijkheid geeft, weer licht in u te laten binnenstralen. Dat geschiedt, wanneer u zelf MIJ tot u laat spreken. Dan verandert de lichtloze staat langzaam in een toestand van helder inzicht. En dan kunt u gelukkig zijn, want dit is een teken dat u zich op de weg terug naar uw Vaderhuis bevindt, dat uw doel niet ver meer is en dat u het ook zeker bereikt.

De mens op aarde merkt zijn lichtloze staat niet,omdat hij genoegen neemt met allerlei schijnlichten, die echter geen lichtsterkte hebben en het innerlijke van de mens niet verlichten. Maar de tijd op aarde is hem gegeven opdat hij de donkerte verdrijft, opdat hij naar het licht streeft, de duisternis van geest overwint, opdat hij tot inzicht komt. En IK ben te allen tijde bereid een licht in u te ontsteken, vooropgesteld dat u tot het licht van het inzicht komen wilt. En zo'n licht is Mijn direct aanspreken dat in u weerklinkt, als u het maar verlangt dat u verlicht wordt.

Dan echter begint u ook te leven, een geestelijk leven te leiden, dat eeuwig niet meer ophouden zal, dat u gelukkig maakt en u weer tot het wezen maakt dat u was in het allereerste begin. Want zodra u 'n licht bezit gaat u ook de juiste weg - en deze leidt omhoog - terug in uw Vaderhuis. De lichtloze staat is voor een geestelijk wezen het ergste, omdat het zichzelf niet meer herkent en omdat het ook MIJ als zijn VADER niet herkent en daarom niet naar MIJ streeft - maar eeuwigheden in een lichtloze toestand blijven kan.

IK echter probeer steeds weer een Lichtstraal in het hart van de mens te zenden, die ontbrandt en het hart van binnen verlicht, d.w.z. IK leid steeds weer de gedachten van de mens zo - dat hij zijn GOD zoekt en licht begeert, dat hij MIJ zou willen kennen en zijn eigen verhouding tot MIJ. Dan ontsteek IK voor hem ook een licht en ontsluit hem een juist weten, dat hem gelukkig zal maken en hem een verlangen geeft om nog meer te weten.

En is eens de duisternis van geest doorbroken, dan treedt hij uit de nacht naar buiten in de heldere ochtend en de Zon van de Geest zal voor hem schijnen en zijn weg verlichten. Hij zal MIJ onherroepelijk vinden en MIJ weer willen toebehoren. Hij zal onherroepelijk zich weer met MIJ verbinden en in de vereniging met MIJ in licht en kracht en vrijheid zalig zijn zoals eens.

Amen