Kundgabe mit Übersetzung vergleichen

Weitere Übersetzungen:

Geistige Überlegenheit ist nicht geistige Überheblichkeit....

Die geistige Überlegenheit ist nicht zu verwechseln mit geistiger Überheblichkeit.... Wenn Ich einen Menschen einführe in die Wahrheit, wenn er durch Mein Wort belehrt wird, um wieder den Mitmenschen ein tauglicher Lehrer zu werden, dann darf dieser auch überzeugt sein Wissen vertreten, weil es von Mir stammt, und er wird dann auch dessen gewiß sein können, daß er die reine Wahrheit empfangen hat und daß diese Wahrheit höher zu werten ist als Menschenwissen, das nur der Verstand sich erworben hat und das niemals Garantie für Wahrheit ist, wenn Mein Geist nicht wirken konnte. Von geistiger Überheblichkeit kann also dann niemals gesprochen werden, wenn es um das Vertreten der Wahrheit aus Mir geht, die der Mensch direkt von Mir empfängt. Es würde dann jegliche Zurückhaltung falsch sein, wenn die Möglichkeit besteht, den Menschen Mein Geistesgut zuzuführen. Nur sollet ihr nicht die "Perlen vor die Säue werfen....", d.h. dort reden, wo ihr offen den Geist Meines Gegners erkennt, weil dort auch die Wahrheit nicht erkannt wird als solche und jegliche Reden vergeblich sind. Wer aber von Meinem Geist belehrt wird, der soll auch Meines Geistes Wirken erwähnen, und er soll offen und bestimmt eintreten für Mein Wort. Er wird dies auch können, denn sowie er redet für Mich und Mein Reich, bediene Ich Selbst Mich seiner und rede durch ihn, und dann könnet ihr wahrlich nicht sagen, es sei ein überheblicher Geist, der aus ihm spricht. Wer einmal von Mir in die Wahrheit eingeführt worden ist, der steht auch selbst in der Erkenntnis, er erkennt alle Zusammenhänge und kann also auch darüber reden. Und wenn er der Wahrheit seines Wissens sicher ist, weil er "durch den Geist" belehrt wurde, dann wird er auch selbstsicher auftreten und falsche Ansichten widerlegen oder gute Aufklärung geben können, und dann kann er nicht "überheblich" genannt werden, sondern es muß seine geistige Überlegenheit erkannt und anerkannt werden; es muß die Wahrheit, die er vermittelt, den Zuhörer beeindrucken und ihm auch die innere Gewißheit schenken, daß Ich Selbst es bin, Der durch Menschenmund zu ihm spricht. Und da Ich um den Willen Meiner Lichtträger weiß, kann Ich auch Meine Gaben des Geistes so verteilen, daß sie auch gewertet werden.... Und Ich wähle Mir daher Selbst Meine Diener aus, die den Auftrag haben, die reine Wahrheit weiterzuleiten.... Und wer guten Willens ist, der erkennt die Wahrheit und nimmt sie dankend in Empfang.... wer guten Willens ist, wird mit den Wahrheitsträgern zusammengeführt, auf daß auch er in die Wahrheit geleitet wird je nach seinem Willen. Und immer sollet ihr daran denken, daß Ich nur dem Demütigen Meine Gnade schenke.... daß also ein Mensch, der überheblichen Geistes ist, nimmermehr die Gnadengabe von Mir zugeleitet bekommen könnte, weil nur ein tief demütiges Herz aufnahmefähig dafür ist oder ihr alles verwerfen müßtet, was euch gebracht wird.... was ihr aber bei ernster Prüfung nicht werdet tun können. Geistige Überlegenheit ist nur die volle Gewißheit, in der Wahrheit zu stehen, und diese verlange Ich von Meinen Lichtträgern, ansonsten sie nicht voll überzeugt die Wahrheit aus Mir vertreten könnten ihren Mitmenschen gegenüber.... Und es ist dies nötig, daß den Menschen Licht gebracht werde, die in der Finsternis des Geistes wandeln; es ist nötig, daß ihnen der Weg erleuchtet werde, der zur Höhe führt, denn auf dunklen Wegen kommet ihr Menschen nicht vorwärts, sondern ihr werdet immer weiter der Tiefe zustreben. Darum werde Ich euch immer wieder das Licht zuleiten, und selig, der es annimmt.... selig, der den Weg geht, der ihm im Licht der Wahrheit gezeigt wird....

Amen

Übersetzer
Dies ist eine Originalkundgabe von Bertha Dudde

Geestelijk overwicht is niet hetzelfde als geestelijke arrogantie

Het geestelijk overwicht moet niet worden verward met geestelijke arrogantie. Wanneer Ik een mens binnenleid in de waarheid, wanneer hij door Mijn Woord wordt onderricht om voor de medemensen een bruikbare leraar te worden, dan mag deze ook overtuigd voor zijn weten uitkomen, omdat het van MIJ komt, en hij zal er dan ook zeker van kunnen zijn, dat hij de zuivere waarheid heeft ontvangen en dat deze waarheid hogere waarde heeft dan menselijke kennis die het verstand zich alleen maar heeft verworven en die nooit garant staat voor de waarheid, wanneer Mijn GEEST niet kon werken.

Er kan dus nooit van geestelijke arrogantie worden gesproken wanneer het er om gaat uit te komen voor de waarheid uit MIJ, die de mens rechtstreeks van MIJ ontvangt. Elke terughoudendheid zou dan verkeerd zijn, wanneer de mogelijkheid bestaat de mensen Mijn geestelijke leringen te brengen. U zult alleen niet de "paarlen voor de zwijnen" moeten gooien, d.w.z. dáár spreken waar u duidelijk de geest van Mijn tegenstander herkent, omdat daar ook de waarheid niet als zodanig wordt ingezien en elk spreken tevergeefs is.

Wie echter door Mijn GEEST wordt onderricht, moet ook gewag maken van het werkzaam zijn van Mijn GEEST, en hij moet openlijk en vastberaden optreden voor Mijn Woord. Hij zal dit ook kunnen, want zodra hij spreekt voor MIJ en Mijn rijk, bedien IK ME Zelf van hem en spreek door hem en dan zult u waarlijk niet kunnen zeggen: er spreekt een arrogante geest uit hem. Wie eenmaal door MIJ met de waarheid bekend is gemaakt, heeft ook zelf het inzicht, hij herkent elke samenhang en kan daar dus ook over spreken. En wanneer hij zeker is van de waarheid van zijn weten, omdat hij "door de GEEST" werd onderricht, zal hij ook zelfverzekerd optreden en verkeerde opvattingen weerleggen, of goede opheldering kunnen geven en dan kan hij niet arrogant worden genoemd, veeleer moet zijn geestelijk overwicht worden ingezien en erkend. De waarheid die hij overbrengt moet indruk maken op de toehoorder en hem ook de innerlijke zekerheid geven dat IK het Zelf ben DIE door de mond van een mens tot hem spreek. En daar IK op de hoogte ben van de wil van Mijn lichtdragers, kan IK ook Mijn geestesgaven zo uitdelen dat ze ook worden gewaardeerd.

En IK kies MIJ daarom Zelf Mijn dienaren uit die de opdracht hebben de zuivere waarheid verder te leiden En wie van goede wil is, die herkent de waarheid en neemt ze dankbaar in ontvangst, wie van goede wil is, wordt met de dragers van de waarheid samengebracht, opdat ook hij met de waarheid bekend wordt gemaakt naargelang zijn wil. En steeds zult u eraan moeten denken dat IK alleen de deemoedige Mijn genade schenk, dat dus een mens die arrogant van geest is, nooit of te nimmer de genadegave, door MIJ toegestuurd, zou kunnen ontvangen, omdat daartoe alleen een diep deemoedig hart in staat is ze op te nemen, of u zou alles moeten verwerpen wat er u wordt gebracht - wat u echter bij ernstig onderzoek niet zult kunnen doen.

Geestelijk overwicht is alleen maar de algehele zekerheid vast te staan in de waarheid en dit verlang IK van Mijn lichtdragers, daar ze anders niet met volle overtuiging de waarheid uit MIJ zouden kunnen uitdragen tegenover hun medemensen. En het is noodzakelijk dat de mensen die in duisternis van geest verkeren, licht wordt gebracht, het is nodig dat hun de weg wordt verlicht die opwaarts leidt, want op donkere wegen komt de mens niet vooruit, hij zal integendeel steeds verder afstevenen op de diepte. Daarom zal IK u steeds weer het Licht doen toekomen en zalig hij die het aanneemt, zalig hij die de weg gaat die hem in het Licht van de Waarheid wordt getoond.

Amen

Übersetzer
Übersetzt durch: Gerard F. Kotte