• Zurück

Gottes Gerechtigkeit fordert Sühne....

Es muß ein jedes Unrecht von dem Sünder gesühnt werden.... Solches fordert Meine Gerechtigkeit. Und diese Sünde muß abgetragen werden auf Erden oder im Jenseits und es können ewige Zeiten vergehen, wenn eine Seele mit solchen Sünden belastet das jenseitige Reich betritt, die sie auf Erden begangen hat, bis sie diese Sündenschuld abgetragen hat.... Doch die Ursünde des einstigen Abfalles von Mir kann sie nicht selbst abbüßen im jenseitigen Reich, weil diese Urschuld zu groß ist, als daß sie selbst abgetragen werden könnte von dem Wesen, ob auf Erden oder im geistigen Reich. Dennoch wird auch von einer noch mit der Urschuld-belasteten Seele die Abbüßung ihrer auf Erden begangenen Sünden gefordert, und schon für diese kann sie ein unsäglich schweres und qualvolles Los erdulden müssen, weil Meine Gerechtigkeit eine Ausgleichung jeglicher Schuld fordert. Doch Meine endlose Liebe hat sich aller Sünder erbarmt.... sie hat die Sündenschuld getilgt, sie hat Genugtuung dafür geleistet, sie hat das Erlösungswerk vollbracht für die von Sünden belastete Menschheit, und sie hat auch die Urschuld getilgt, so daß die Seelen wahrhaft erlöst eingehen können in das geistige Reich, wenn sie den irdischen Leib verlassen müssen. Ich Selbst habe im Menschen Jesus die Sühne geleistet durch Mein bitteres Leiden und Sterben am Kreuz, durch ein Barmherzigkeitswerk, das nur die Liebe zu vollbringen vermochte. Und so kann selbst der größte Sünder frei werden von seiner Schuld und in das Lichtreich eingehen, vorausgesetzt, daß er die Erlösung annimmt.... daß er freiwillig zu Mir in Jesus Christus kommt und um des Kreuzestodes willen Vergebung erbittet.... Doch der freie Wille muß diesen Gang zum Kreuz gehen, ansonsten der Mensch sich außerhalb des Erlösungswerkes stellt, ansonsten er nicht zu jenen gehört, für die Mein Blut geflossen ist als Sühne für die Sündenschuld der Menschheit. Nun erst werdet ihr die große Bedeutung des Erlösungswerkes ermessen können, wenn ihr euch bedenket, daß es von euch selbst abhängt, in welchem Los ihr dereinst in der Ewigkeit weilet.... wenn ihr euch vorstellt, daß euch unermeßliche Qualen erwarten, weil ihr gesündigt habt und nicht die Gnade Jesu Christi annehmet, Der euch frei machen will von eurer Sündenschuld.... wenn ihr bedenket, daß ihr selbst in Ewigkeit nicht eure große Schuld zu tilgen vermögt und darum Ewigkeiten schmachten müsset in unsäglicher Qual und Finsternis.... und wenn ihr bedenket, daß ihr auch frei werden könnet von eurer Schuld, wenn ihr euch nur Mir in Jesus übergebt.... wenn ihr mit eurer Sündenschuld zum Kreuz gehet und Mich in Jesus bittet um Vergebung. Ihr müsset für jede Sünde euch verantworten und Sühne leisten, und ihr habt alle gesündigt im Erdenleben.... Aber ihr könnt auch alle Vergebung finden, ihr könnet frei werden von eurer Schuld und als erlöst eingehen in das Reich der Seligkeit, wenn ihr euch nur an Jesus Christus wendet, an den göttlichen Erlöser, Der Mir Selbst zur Hülle gedient hat, weil Meine Liebe das Werk der Erlösung für euch Menschen vollbringen wollte und dies nur konnte in der Außenform eines Menschen, Der alles Leid auf Seine Schultern nahm, Der gelitten hat und gestorben ist als Mensch und Der Sein Blut vergossen hat aus Liebe, um Seinen Mitmenschen zu helfen und sie zu befreien aus geistiger Not. Ihr brauchet nur euren Weg hinzulenken zu Ihm, ihr brauchet nur euch Ihm in eurer geistigen Not anzuvertrauen, Ihm eure Sünden bekennen und Ihn bitten, daß Er auch für euch Sein Blut vergossen haben möge, auf daß ihr frei werdet von eurer Sündenschuld, auf daß ihr entsühnt eingehen könnet in das geistige Reich, wenn der Tag des Abscheidens von dieser Erde für euch gekommen ist.... Und Er wird euch annehmen, Er wird eure Sündenschuld tilgen, denn Er hat Meiner Gerechtigkeit Genugtuung geleistet.... Er hat die Leiden und Schmerzen ertragen, die ihr hättet ertragen müssen und die euch auch nicht erspart bleiben können, wenn ihr unerlöst, ohne Jesus Christus, die Erde verlasset.... Wohl könnet ihr noch im jenseitigen Reich Ihn rufen und finden, und auch dann wird euch Erlösung werden, aber weit und schwer ist der Weg, und oft habt ihr auch dazu nicht den Willen.... Doch ohne Jesus Christus bleibt euch das Tor zum Lichtreich verschlossen, ohne Jesus Christus könnet ihr niemals selig werden....

Amen

Gods gerechtigheid eist genoegdoening

Elk onrecht moet door de zondaar worden goedgemaakt. Dat eist mijn rechtvaardigheid. En deze zonde moet worden afgelost op aarde of in het hiernamaals en er kunnen eeuwige tijden voorbijgaan, wanneer een ziel met zulke zonden belast - zonden die ze op aarde heeft begaan - het rijk hierna binnengaat, tot ze deze zondenschuld heeft afgelost. Maar de oerzonde van de vroegere afval van Mij kan ze niet zelf goedmaken in het rijk hierna, omdat deze oerschuld te groot is om door het wezen zelf te kunnen worden afgelost, hetzij op aarde of in het geestelijke rijk. Toch wordt ook van een nog met de oerschuld belaste ziel de aflossing van haar op aarde begane zonden geëist en voor deze kan ze al een onuitsprekelijk zwaar en kwellend lot moeten verduren, omdat mijn gerechtigheid een vereffening van elke schuld eist.

Maar mijn eindeloze liefde heeft zich ontfermd over alle zondaars. Ze heeft de zondenschuld teniet gedaan, ze heeft er genoegdoening voor verricht. Ze heeft het werk van verlossing volbracht voor de met zonden belaste mensheid en ze heeft ook de oerschuld gedelgd, zodat de zielen werkelijk verlost kunnen binnengaan in het geestelijke rijk wanneer ze het aardse lichaam moeten verlaten. Ik zelf heb in de mens Jezus de verzoening gebracht door mijn bitter lijden en sterven aan het kruis, door een werk van barmhartigheid dat alleen de liefde in staat was te volbrengen. En zo kan zelfs de grootste zondaar vrij worden van zijn schuld en het lichtrijk binnengaan, vooropgesteld dat hij de verlossing aanneemt, dat hij vrijwillig naar Mij in Jezus Christus komt en omwille van de kruisdood om vergeving vraagt. Maar de vrije wil moet deze gang naar het kruis gaan, daar anders de mens zich buiten het werk van verlossing plaatst, daar hij anders niet tot diegenen hoort voor wie mijn bloed gevloeid heeft als genoegdoening voor de zondenschuld der mensheid.

Nu pas zult u de grote betekenis van het verlossingswerk kunnen inzien, wanneer u eraan denkt dat het van uzelf afhangt hoe uw lot is waarin u zich eens in de eeuwigheid bevindt, wanneer u zich voorstelt dat u onmetelijke kwellingen wachten omdat u gezondigd hebt en de genade van Jezus Christus niet aanneemt die u wil bevrijden van uw zondenschuld, wanneer u eraan denkt dat u zelfs in eeuwigheid niet in staat bent uw grote schuld te delgen en daarom eeuwigheden zult moeten smachten in onuitsprekelijke kwelling en duisternis en wanneer u bedenkt dat u ook vrij zult kunnen worden van uw schuld wanneer u zich maar aan Mij in Jezus overgeeft, wanneer u met uw zondenschuld naar het kruis gaat en Mij in Jezus vraagt om vergeving. U zult u voor elke zonde moeten verantwoorden en boete doen en u hebt allen gezondigd in het leven op aarde.

Maar u kunt ook allen vergiffenis krijgen, u zult vrij kunnen worden van uw schuld en als verlost het rijk van gelukzaligheid kunnen binnengaan, wanneer u zich maar tot Jezus Christus wendt, tot de goddelijke Verlosser die Mij zelf als omhulling heeft gediend, omdat mijn liefde het werk van verlossing voor u mensen wilde volbrengen en dit alleen maar kon in de uiterlijke vorm van een mens die al het leed op Zijn schouders nam, die geleden heeft en gestorven is als mens en die Zijn bloed heeft vergoten uit liefde om Zijn medemensen te helpen en hen te bevrijden uit geestelijke nood. U zult alleen uw weg op Hem hoeven te richten, u zult u in uw geestelijke nood alleen aan Hem te hoeven toevertrouwen, Hem uw zonden bekennen en Hem vragen, dat Hij ook voor u Zijn bloed vergoten zou mogen hebben opdat u vrij zult worden van uw zondenschuld, opdat u, van zonde en schuld bevrijd, het geestelijke rijk binnen zult kunnen gaan wanneer de dag van het heengaan van deze aarde voor u is gekomen.

En Hij zal u aannemen, Hij zal uw zondenschuld teniet doen, want Hij heeft mijn gerechtigheid genoegdoening verschaft. Hij heeft al het lijden en de smarten verdragen, die u zou moeten hebben verdragen en die u ook niet bespaard kunnen blijven, wanneer u onverlost, zonder Jezus Christus de aarde verlaat. In het rijk hierna zult u Hem nog wel kunnen vinden en ook dan zal u verlossing ten deel vallen, maar lang en zwaar is de weg en vaak hebt u daar ook de wil niet toe. Maar zonder Jezus Christus blijft de poort naar het lichtrijk voor u gesloten, zonder Jezus Christus zult u nooit zalig kunnen worden.

Amen