• Zurück

Gesetz der ewigen Ordnung.... Verkörperte Lichtwesen....

Es ist euch ein Gesetz gegeben, daß ihr euch in göttlicher Ordnung bewegen sollet während eures Erdenlebens.... Erfüllet ihr dieses Gesetz, dann ist euch auch die ewige Seligkeit gewährleistet, dann beendet ihr das Erdenleben als göttlich-gestaltete Wesen, denn die göttliche Ordnung einzuhalten bedeutet nichts anderes, als das Wesen zur Liebe zu gestalten, die das Zeichen der Göttlichkeit ist, also Wesen schafft, die Gott gleich sind. Dies war das Ziel Gottes bei der Erschaffung Seiner Wesen, die wohl in höchster Vollkommenheit aus Ihm hervorgingen, aber dennoch sich erst den höchsten Grad der Vollkommenheit erwerben mußten.... die selbst sich zu Göttern heranbilden mußten, sollten sie das Ziel erreichen, das Gott allem von Ihm Erschaffenen gesetzt hatte. Denn es war eines dazu nötig, daß die Wesen ihren freien Willen gebrauchen konnten, der nun auch ebensogut das Gegenteil anstreben konnte, der sie zum Fall in die tiefsten Tiefen verleiten konnte, was dann auch geschehen ist bei einem großen Teil der geschaffenen Urgeister. Sie mußten völlige Freiheit haben, wohin sie ihren Willen richteten.... Daß sie ihn verkehrt gerichtet haben, macht es dennoch nicht unmöglich, einmal das letzte Ziel, die Vergöttlichung des Wesens, zu erreichen. Dann aber ist höchster Grad der Vollkommenheit von dem Wesen selbst erreicht worden. Die höchsten Engelswesen haben diesen Grad der Vollkommenheit noch nicht erreicht, wenngleich sie noch sind, wie sie aus der Hand ihres Schöpfers hervorgingen. Aber sie stehen immer noch in der Abhängigkeit vom Willen Gottes, den sie wohl frei erfüllen und dadurch ihre Vollkommenheit unter Beweis stellen.... Dennoch ist der Gang durch die Tiefe erforderlich, und es gehen darum solche Engelswesen auch einmal den Gang als Mensch über die Erde zwecks einer Mission, der aber überaus schwer und leidvoll ist (18.8.1959) und der auch selten nur verlaufen wird bis zum Ende wie der Erdengang anderer Menschen, sondern immer besondere Merkmale aufweiset, wie ungewöhnliche Leiden oder Schicksalsschläge, die kaum tragbar scheinen für andere. Es ist aber ein solcher Gang über die Erde von größter Bedeutung für die Entwicklung des Wesens, denn der höchste Grad der Vollkommenheit kann dadurch erreicht werden, der eben einen Gang über diese Erde fordert. Die Seelen des Lichtes haben zwar keinen weiten Schritt mehr zu gehen bis zu ihrer Vollendung, aber dennoch müssen sie den Gang gehen unbewußt ihrer Beschaffenheit, und da sie empfinden wie jeder andere Mensch, tragen sie oft unvorstellbar schwer an ihrem Lose, das sie jedoch vollbewußt auf sich nehmen, wenn ihnen der Erdengang vor der Verkörperung vor Augen gestellt wird. Denn sie wissen um das Ziel, die Gotteskindschaft zu erreichen, sie wissen um den höchsten Grad der Vollendung, den sie selbst im freien Willen anstreben und erreichen müssen, weil er ihnen nicht geschenkt werden kann. Daß ein Wesen nun während des Erdenlebens versagt, das verhüten die Lichtwesen, die unausgesetzt wachen und die schlechten Kräfte abwehren, die sich an jenem Menschen versuchen wollen. Zudem ist das Verlangen nach Gott bei ihnen besonders stark, was zwar auch besonders starke Anfechtungen zur Folge hat, denn das wäre ihr größter Triumph, einen reinen Engelsgeist während des Erdenlebens zum Fall zu bringen.... Die Kraft der Liebe aber ist in einem solchen Menschen gleichfalls besonders stark, und diese wird jeder solchen Versuchung widerstehen können, ohne ein Opfer der finsteren Welt zu werden. Denn auch er wird sich von Jesus Christus Kraft holen und allzeit Widerstand leisten können, weil die Bindung zwischen einem Lichtgeist und Jesus Christus auch dann nicht aufhört, wenn ersterer als Mensch verkörpert das Erdenkleid angelegt hat. Die Seele ist stark und hält die Bindung mit Ihm aufrecht, Der gleichfalls über die Erde gegangen ist, um das letzte Ziel.... die Vergöttlichung.... zu erreichen. Und diese Bindung bewahrt ihn vor der Tiefe, die ohne Jesus Christus und Seine Kraft wohl möglich wäre, weil die Versuchungen auch überstark sind, die der Fürst der Unterwelt einer solchen verkörperten Seele bereitet. Doch alle seine Bemühungen sind umsonst, denn Jesus Christus läßt es nicht zu, daß ein Bruder aus dem Lichtreich ihm in die Hände fällt. Und zumeist wird der Erdengang mit dem höchsten Ziel, der Vereinigung mit Gott, enden, und nur in seltenen Fällen kann eine Verzögerung eintreten, aber doch nicht die Lichtfülle verringert werden, die eine solche Seele zu Anfang mit zur Erde bringt. Dann aber steht es der Seele jederzeit frei, den Erdengang noch einmal zu wiederholen, doch immer wird dies nur zum Zweck einer Mission geschehen, und immer wird ein Übermaß von Leid ihr Schicksal auf Erden sein....

Amen

Wet van de eeuwige ordening - Belichaamde lichtwezens

Er is u een wet gegeven, dat u zich in de goddelijke ordening zult moeten ophouden gedurende uw leven op aarde. Komt u deze wet na, dan bent u ook verzekerd van eeuwige gelukzaligheid, dan beëindigt u het aardse leven als goddelijk gevormde wezens, want de goddelijke ordening in acht nemen wil niets anders zeggen dan het wezen tot liefde vormen, die het teken is van goddelijkheid, dus wezens schept, die aan God gelijk zijn. Dit was het doel van God bij de schepping van Zijn wezens, die wel in hoogste volmaaktheid uit Hem voortkwamen, maar toch nog voor zich de hoogste graad van volmaaktheid moesten verwerven, die zelf zich tot goden moesten vormen, wilden ze het doel bereiken, dat God aan al het door Hem geschapene had gesteld. Want daartoe was er een ding noodzakelijk: dat de wezens hun vrije wil konden gebruiken, die nu ook net zo goed op het tegenovergestelde kon aansturen: die hem ertoe kon brengen te vallen in de diepste diepte, wat dan ook is gebeurd bij een groot deel van de geschapen oergeesten. Ze moesten volledige vrijheid hebben, waarheen ze hun wil ook zouden richten.

Dat ze hem verkeerd hebben gericht, maakt het nochtans niet onmogelijk om het laatste doel - de vergoddelijking van het wezen - te bereiken. Maar dan is de hoogste graad van volmaaktheid door het wezen zelf bereikt. De hoogste engelen hebben deze graad van volmaaktheid nog niet bereikt, ofschoon ze nog zijn zoals ze uit de Hand van hun Schepper voortkwamen. Maar ze zijn steeds nog afhankelijk van de Wil van God, Die ze wel vrij vervullen en waardoor ze hun volmaaktheid bewijzen. Toch is de gang door de diepte noodzakelijk en daarom gaan zulke engelen ook een keer de gang over de aarde als mens ten behoeve van een missie, die echter bovenmate zwaar en vol leed is en die ook maar zelden tot aan het einde zal verlopen zoals de gang over de aarde van andere mensen; veeleer laat deze bijzondere kenmerken zien, zoals ongewoon lijden of slagen van het noodlot, die nauwelijks te dragen lijken voor anderen.

Maar de gang over de aarde is van de grootste betekenis voor de ontwikkeling van het wezen, want de hoogste graad van volmaaktheid kan daardoor worden bereikt, die nu eenmaal een gang over deze aarde vergt. De zielen van het licht hebben weliswaar niet ver meer te gaan tot aan hun voleinding, maar toch moeten ze de gang gaan, onbewust van hun geaardheid, en daar ze voelen, zoals ieder ander mens, gaan ze vaak onvoorstelbaar zwaar gebukt onder hun lot, dat ze echter in het volle bewustzijn op zich nemen, wanneer hen vóór de belichaming de gang over de aarde voor ogen wordt gesteld. Want ze zijn op de hoogte van het doel, het kindschap Gods te bereiken; ze kennen de hoogste graad van voltooiing, die ze zelf in vrije wil moeten nastreven en bereiken, omdat hij hen niet kan worden geschonken.

Dat een wezen nu gedurende het leven op aarde faalt, verhinderen de lichtwezens, die onophoudelijk waken en de slechte krachten afweren, die hun krachten op die mens willen beproeven. Tevens is het verlangen naar God bij hen bijzonder sterk, wat weliswaar ook bijzonder sterke bekoringen tot gevolg heeft, want het zou hun grootste triomf zijn een zuivere engel gedurende het leven op aarde ten val te brengen.

Maar de kracht van de liefde is in zo’n mens eveneens bijzonder sterk en deze zal elk van zulke verzoekingen kunnen weerstaan, zonder een slachtoffer van de duistere wereld te worden. Want ook hij zal voor zich bij Jezus Christus kracht halen en altijd weerstand kunnen bieden, omdat de band tussen een lichtgeest en Jezus Christus ook niet ophoudt, wanneer de eerste als mens het aardse kleed heeft aangetrokken. De ziel is sterk en houdt de band in stand met Hem, Die eveneens over de aarde is gegaan, om het laatste doel - de vergoddelijking - te bereiken. En deze band behoedt hem voor de diepte: een val, die zonder Jezus Christus en Zijn kracht wel mogelijk zou zijn, omdat de verzoekingen ook ontzettend sterk zijn, die de vorst der onderwereld zo’n belichaamde ziel bereidt. Maar al zijn inspanningen zijn tevergeefs, want Jezus Christus laat het niet toe, dat een broeder uit het lichtrijk hem in handen valt. En meestal zal de gang over de aarde, met het hoogste doel - de vereniging met God - eindigen en slechts in zeldzame gevallen kan zich een uitstel voordoen, maar de volheid van licht kan niet verminderd worden, die zo’n ziel bij het begin mee naar de aarde brengt. Maar dan staat het de ziel te allen tijde vrij, de gang over de aarde nog eens te herhalen, maar steeds zal dit alleen ten behoeve van een missie gebeuren en steeds zal een overmaat aan leed haar lot op aarde zijn.

Amen