• Zurück

Große Erlöserarbeit im Jenseits.... Jesus Christus....

Eine große Erlösungsaktion ist im Gange, denn überall, wo sich Lichtwesen verkörpern durften auf Erden, treten diese auch ein für die Verkündigung des Evangeliums unter ihren Mitmenschen. Und ihre Bemühungen werden unterstützt von den Wesen aus der Lichtwelt, die in jeder Weise einwirken auf die Gedanken der Menschen und sie aufgeschlossen machen für das göttliche Wort, sowie es ihnen dargeboten wird. Ebenso ist im Jenseits eine große Erlöserarbeit zu verfolgen, indem sich die Lichtwesen immer öfter in die Tiefe wagen und in die Finsternis Licht hineinzutragen bemüht sind. Es kommt zwar immer wieder auf die Willigkeit der Wesen an, ob sie Licht annehmen oder sich abwenden, wenn immer wieder Lichtfunken aufblitzen und ihnen den Weg zeigen wollen an einen Lichtquell.... Verfolgen sie diesen Weg, dann könnte sehr schnell die Finsternis von ihnen weichen und helles Licht ihnen entgegenstrahlen.... doch lassen sie es unbeachtet, so wird noch Ewigkeiten dichte Finsternis sie umhüllen, und sie werden aufs neue gebannt werden in den Schöpfungen der Erde. Was aber noch getan werden kann, um alle diese Seelen zu retten, das wird wahrlich getan von seiten der lichtvollen Welt.... und wo auf Erden noch die Möglichkeit besteht, daß den Menschen Licht gebracht werden kann, dort gehen die Lichtträger wahrlich nicht vorüber, die in der letzten Zeit auf dieser Erde allerorten verkörpert sind, um mitten unter den Menschen zum Segen zu wirken und ihnen den Weg zur Erlösung zu zeigen.... Aber es ist kein leichtes Beginnen, denn die Stimme der Welt ist lauter. Wo das Wort Gottes verkündet wird, dort werden sich immer nur wenige einfinden, während die Welt zahllos mehr Anhänger aufweisen kann, die lieber die Finsternis wählen als das Licht und die darum auch keine Erlösung finden können während ihres Erdenlebens. Aber es wird gerungen um alle Seelen, denn auch von oben aus dem Lichtreich werden die Bemühungen nicht unterlassen, die Gedanken der Menschen dem Reich zuzuwenden, das nicht von dieser Welt ist. Die Lichtwelt im geistigen Reich ist unentwegt bemüht, das Licht herabstrahlen zu lassen auf die verfinsterte Menschheit, und so werden immer wieder Verbindungen angeknüpft werden vom geistigen Reich zur Erde, und die Menschen werden willig ausführen, was ihnen von den Lichtwesen nahegelegt wird als notwendig und zum Seelenheil der Mitmenschen dienlich. Und sie werden dem Drängen der Lichtwesen nachkommen.... was nun erkenntlich wird durch eifrige Arbeit im Weinberge des Herrn, durch das Verkünden des Evangeliums, durch die Verbreitung des göttlichen Wortes, durch geistige Gespräche, Aufklärungen und immerwährende Hinweise auf (zu) Jesus Christus, den göttlichen Erlöser. Seines Namens wird immer wieder Erwähnung getan werden, und der Eifer wird nicht nachlassen, sondern zunehmen, weil überall auch ein Samenkorn auf guten Boden fällt.... weil Jesus Christus Selbst die Menschen ergreift, die zu Ihm ihre Schritte lenken, die nach Ihm das Antlitz wenden und also das Verlangen haben, von Ihm erlöst zu werden. Diese lässet Er nimmer, und ob es auf Erden oder auch im Jenseits ist.... ein inniger Ruf zu Ihm wird gehört werden und der Seele auch geben, was sie begehrt. Ein inniger Ruf beweiset Ihm, daß Er anerkannt wird von der Seele, und nun ist ihr Los gesichert in der Ewigkeit.... Darum ist jede Erlöserarbeit gesegnet von Ihm, und bei jeder Erlöserarbeit beteiligt Sich Jesus Christus Selbst, Der nur den freien Willen des Menschen benötigt, um Sein Erlösungswerk an der Seele vollbringen zu können, auf daß diese frei wird von Sünde und Tod und nun in dieser Freiheit eingehen kann zur ewigen Seligkeit....

Amen

Grote inspanningen in het hiernamaals om verlossend bezig te zijn - JEZUS CHRISTUS

Een grote verlossingsactie is aan de gang, want overal waar zich lichtwezens mochten belichamen op aarde zetten zij zich ook in, het evangelie onder hun medemensen te verkondigen. En hun inspanningen worden ondersteund door de wezens uit het lichtrijk die op elke wijze de gedachten van de mensen beïnvloeden, en hen ontvankelijk maken voor het goddelijke Woord - zodra het hun aangeboden wordt.

Evenzo is er in het hiernamaals een grote inspanning op te merken doordat de lichtwezens zich steeds vaker in de uiterste diepte wagen, en zich ook heel erg inspannen in de duisternis licht te brengen. Wel komt het altijd op de gewilligheid van de wezens aan of zij licht aannemen of zich afwenden, als er steeds weer lichtvonken oplichten, die hun de weg willen wijzen naar een bron van licht. En volgen zij deze weg, dan kan zeer snel de duisternis van hen wijken en helder licht hen tegenstralen. Maar slaan ze daar geen acht op, dan zal nog eeuwigheden lang dichte duisternis hen omringen en zij zullen opnieuwd gekluisterd worden in de scheppingen van de nieuwe aarde.

Wat echter nog gedaan kan worden om al deze zielen te redden, dat wordt waarlijk gedaan van de kant van de wereld vol van licht. En waar op aarde nog de mogelijkheid bestaat dat de mensen licht gebracht kan worden, daar gaan de lichtdragers zeker niet aan voorbij. Want dezen zijn in deze laatste tijd overal op de aarde belichaamd om midden onder de mensen tot zegen van hen te werken, en hun de weg naar verlossing te tonen.

Maar dat is geen gemakkelijke onderneming, want de stem van de wereld is luider. Waar het Woord van GOD wordt verkondigd zullen er altijd maar weinige verschijnen, terwijl de wereld kan bogen op talloos meer aanhangers die echter liever de duisternis kiezen dan het licht en daarom ook geen verlossing kunnen vinden tijdens hun aardse leven. Maar er wordt geworsteld om alle zielen, want ook van boven uit het lichtrijk wordt geen moeite achterwege gelaten om de gedachten van de mensen op dat rijk te richten, dat niet van deze wereld is. De lichtwereld in het geestelijke rijk is onvermoeid bezig het licht te laten neerstralen op de verduisterde mensheid. En zo zullen er steeds weer verbindingen worden aangeknoopt vanuit het geestelijke rijk met de aarde, en de goede mensen zullen gewillig nakomen wat hun door de lichtwezens wordt aangeraden als noodzakelijk en dienstig voor het zieleheil van de medemensen.

En zij zullen ook de aansporing van de lichtwezens in acht nemen, wat nu zichtbaar wordt door de ijverige arbeid in de wijngaard des HEREN, door het verkondigen van het evangelie - door de verbreiding van het Woord van GOD, door geestelijke gesprekken, ophelderingen en een voortdurende verwijzing Naar JEZUS CHRISTUS, de goddelijke Verlosser. Van Zijn Naam zal steeds weer gewag gemaakt worden en de ijver zal niet verminderen maar toenemen, omdat overal ook een zaadkorrel op goede bodem valt. Omdat JEZUS CHRISTUS Zelf die mensen vastpakt die de weg naar HEM inslaan, die hun gelaat naar HEM wenden en dus het verlangen hebben door HEM verlost te worden. Dezen zal HIJ nimmer verlaten, of het op aarde is of ook in het hiernamaals. Een innige roep tot HEM zal gehoord worden en de ziel ook geven wat zij verlangt. Een innige roep is voor HEM het bewijs dat HIJ door die ziel wordt erkend, en dan is haar lot voor eeuwig verzekerd. Daarom is elke arbeid om te verlossen door HEM gezegend, en aan al deze arbeid neemt JEZUS CHRISTUS Zelf deel. Want HIJ heeft alleen de vrije wil van de mens nodig om Zijn Verlossingswerk aan de ziel te kunnen volbrengen, opdat deze vrij wordt van zonde en dood en nu in deze vrijheid de eeuwige zaligheid kan binnengaan.

Amen