• Zurück

Kraftzufuhr im Jenseits bedingt liebenden Hilfswillen....

Jeder trachte danach, sich zu vollenden, solange er auf dieser Erde weilt, denn ist er erst einmal in unvollkommenem Zustand in das jenseitige Reich eingegangen, dann wird er weit weniger Kraft haben als auf Erden, und er wird sich vorerst Kraft erwerben müssen durch Liebewirken, das aber auch wieder Kraft voraussetzt.... während er auf Erden über die Lebenskraft verfügt, die er nach eigenem Willen anwenden kann, also auch zum Liebewirken. Bedenket, daß immer nur Liebetätigkeit eure Vollendung bewirkt, daß eure Seele nur durch Liebetätigkeit ausreifen kann, ganz gleich, ob auf Erden oder im Jenseits.... Bedenket, daß ihr in jedem Falle Kraft benötigt dazu.... Ihr seid zu bedauern, wenn ihr drüben in kraftlosem Zustand anlangt und nun auf die Hilfe der Menschen auf Erden oder der Lichtwesen im geistigen Reich angewiesen seid, um vorerst wieder zu etwas Kraft zu gelangen. Die Menschen können euch diese Kraftzufuhr vermitteln durch liebende Fürbitte, weshalb ihr aber auch auf Erden euch die Liebe der Mitmenschen erringen solltet, die euch nun in ihre Fürbitte einschließen, auf daß ihr Kraft erlanget. Die Lichtwesen werden euch auch zu Hilfe kommen, aber sie können nicht willkürlich euch Kraft zuleiten.... ihr müsset willig sein, mit dieser Kraftzufuhr anderen Seelen zu helfen in ihrer Not, und gerade dieser Liebewille muß selbst in euch erwachen, erst dann wird euch die nötige Kraft zum Liebewirken zugehen. Wohl ist viel Not auch im jenseitigen Reich, doch wer auf Erden an der Not der Mitmenschen vorübergegangen ist, der wird auch im Jenseits wenig berührt werden davon, weil die Eigenliebe noch zu groß ist und er nur seiner eigenen Notlage gedenkt. Darum ist es weit schwerer, zu einem höheren Grade der Vollendung zu kommen als auf Erden, und ihr Menschen solltet darum nicht gleichgültig sein, sondern eure euch zur Verfügung stehende Lebenskraft gut nützen für euer jenseitiges Heil.... Ihr könnet euch wahrlich viele Schätze sammeln auf Erden, wenn ihr nur eifrig Werke uneigennütziger Nächstenliebe verrichtet, und ihr werdet kraft- und lichtvoll eingehen in das geistige Reich und also eure geistigen Schätze sogleich verwerten können als Helfer der unglückseligen Wesen, die es versäumt haben auf Erden, sich geistigen Reichtum zu sammeln, und die darum in äußerster Not angewiesen sind auf liebende Hilfe. Denn nur die Liebe kann ihnen Hilfe bringen, wenn auch der eigene Wille erst bereit sein muß, diese Liebe anzunehmen und gleichfalls wieder zu helfen ihren notleidenden Gefährten, die ebenso wie sie selbst es versäumten, auf Erden sich geistige Schätze zu erringen. Die Not ist groß im jenseitigen Reich, und wer darum weiß, wer es glaubt, was an Berichten darüber ihm zugeht, der soll auf Erden noch suchen, zur Reife seiner Seele zu gelangen, und er wird bei seinem Eintritt in das geistige Reich glücklich sein, diesen Ermahnungen gefolgt zu sein, denn er wird niemals das nachholen können, was ihm auf Erden bei gutem Willen überaus leicht möglich ist.... Er wird wohl auch noch zum Licht und zur Seligkeit gelangen können, aber sehr viel längere Zeit und sehr große Überwindung wird es erfordern, nur wenige Schritte weiter zu kommen, während jedoch das Erdenleben vollauf genügt hatte, um den höchsten Grad.... den Grad der Gotteskindschaft.... erreichen zu können, den zu erreichen ihm im jenseitigen Reich aber nicht mehr möglich ist. Darum lebet in der Liebe, tut alles, um eure Seele zur Vollendung zu bringen noch auf Erden, und ihr werdet dereinst selig sein im Übermaß und als wahre Helfer auch Erlösungsarbeit verrichten können im Jenseits an denen, die aus eigener Schuld in Finsternis verblieben sind und nur unter größten Mühen zum Licht und zur Freiheit gelangen können....

Amen

Krachttoevoer in het hiernamaals vereist liefdevolle hulpvaardigheid

Ieder moet ernaar streven zich te vervolmaken zolang hij op deze aarde vertoeft. Want is hij eerst eenmaal in onvolmaakte toestand het rijk hierna binnengaan, dan zal hij heel wat minder kracht hebben dan op aarde. En hij zal vooralsnog kracht moeten verwerven door werken van liefde, maar dit vergt ook weer kracht, terwijl hij op aarde over de levenskracht beschikt die hij naar eigen wil kan gebruiken, dus ook voor werken van liefde.

Denk eraan dat steeds alleen maar werkzaam zijn in liefde uw volmaaktheid bewerkstelligt, dat uw ziel alleen maar rijp kan worden door werkzaam te zijn in liefde, het doet er niet toe, of op aarde of in het hiernamaals. Denk eraan dat u in elk geval daar kracht voor nodig hebt. U bent te beklagen wanneer u daarboven in een krachteloze toestand aankomt en nu op de hulp van de mensen op aarde of van de lichtwezens in het geestelijke rijk bent aangewezen om vooreerst weer wat kracht te krijgen. De mensen kunnen u deze toevoer van kracht doen toekomen door liefdevolle voorspraak, waarom u echter ook op aarde de liefde van de medemensen zou moeten verwerven, die u nu in hun voorbede insluiten opdat u kracht zult verkrijgen.

De lichtwezens zullen u ook te hulp komen, maar ze kunnen u niet willekeurig kracht toevoeren. U zult bereid moeten zijn met deze toevoer van kracht andere zielen te helpen in hun nood. En juist deze wil om liefde te geven moet zelf in u ontwaken. Pas dan zal de nodige kracht om werkzaam te zijn in liefde u toekomen. Wel is er veel nood, ook in het rijk hierna, maar wie op aarde aan de nood van de medemensen voorbij is gegaan, die zal ook in het hiernamaals daar weinig door worden getroffen, omdat de eigenliefde nog te groot is en hij alleen maar aan zijn eigen noodtoestand denkt. Daarom is het veel moeilijker tot een hogere graad van voltooiing te komen dan op aarde. En u mensen zou daarom niet onverschillig moeten zijn. Integendeel, u zou de tot uw beschikking staande levenskracht goed moeten gebruiken voor uw heil in het hiernamaals.

U zult waarlijk veel schatten kunnen verzamelen op aarde, wanneer u maar ijverig werken van onbaatzuchtige naastenliefde verricht. En u zult vol van kracht en licht binnengaan in het geestelijke rijk en dus uw geestelijke schatten meteen kunnen gebruiken als helper van de ongelukkige wezens die verzuimd hebben op aarde geestelijke rijkdommen te verzamelen en die daarom in uiterste nood zijn aangewezen op liefdevolle hulp. Want alleen de liefde kan hun hulp brengen, ofschoon de eigen wil eerst bereid moet zijn deze liefde aan te nemen en eveneens weer hun noodlijdende metgezellen te helpen, die evenals zij zelf verzuimden op aarde geestelijke schatten te verwerven.

De nood is groot in het rijk hierna. En wie daarvan op de hoogte is, wie gelooft wat hem aan berichten daarover toekomt, moet proberen nog op aarde tot rijpheid van zijn ziel te komen. En hij zal bij zijn binnengaan in het geestelijke rijk gelukkig zijn aan deze aanmaningen gevolg te hebben gegeven. Want hij zal nooit datgene kunnen inhalen wat voor hem op aarde met goede wil buitengewoon gemakkelijk mogelijk is. Hij zal ook nog wel tot licht en gelukzaligheid kunnen komen, maar het zal veel meer tijd en een zeer grote overwinning vragen om slechts weinig schreden verder te komen, terwijl het aardse leven daarentegen volop toereikend was om de hoogste graad - de graad van het kindschap Gods - te kunnen bereiken. Maar in het rijk hierna is het hem niet meer mogelijk deze graad te bereiken. Leef daarom in de liefde. Doe alles om uw ziel tot voltooiing te brengen, nog op aarde, en eens zult u bovenmate gelukzalig zijn en als ware helpers ook verlossingsarbeid kunnen verrichten in het hiernamaals bij diegenen, die uit eigen schuld in duisternis zijn gebleven en alleen met de grootste moeite tot licht en vrijheid kunnen geraken.

Amen