Nichts darf euch davon zurückhalten, die Arbeit an eurer Seele zu leisten, denn sie allein bestimmt euer Los in der Ewigkeit. Und niemand kann euch diese Arbeit abnehmen, niemand kann sie für euch leisten. Und darum ist auch jeder Tag verloren, an dem ihr nicht eurer Seele einen kleinen Fortschritt errungen habt, und wenn es nur ein einziges Liebewerk ist, das ihr verrichtet.... es hilft dies aber eurer Seele zum Ausreifen. Jeder Tag, der nur eure Ichliebe befriedigt hat, der nur eurem Körper Vorteile brachte, ist ein verlorener, denn sowie die Seele darben mußte, war ein solcher Tag vergeblich gelebt. Und doch könntet ihr leicht vorwärtsschreiten, denn es bieten sich euch viele Gelegenheiten, da ihr euch bewähren könnet, da ihr ebenjene Seelenarbeit leisten könnet.... Gelegenheiten, wo ihr euch selbst überwinden müsset, wo ihr ankämpfen müsset gegen Begierden oder Untugenden aller Art, wo ihr Freude bereiten könnet durch gute Handlungen, freundliche Worte oder Hilfeleistungen, die immer eurer Seele einen geistigen Vorteil eintragen.... Immer wieder werden sich euch Gelegenheiten bieten, wo ihr auch innige Zwiesprache halten könnt mit eurem Gott und Vater, um daraus Segen zu ziehen für eure Seele.... Und immer wieder könnt ihr das Wort Gottes anhören oder lesen und durch diese Ansprache Gottes eurer Seele eine ganz besondere Hilfe zuteil werden lassen, weil ihr nun der Seele Nahrung bietet, durch die sie fähig ist zum Ausreifen. Und ob die Tage noch so eintragsreich sein mögen für euch an irdischem Gewinn, eine noch so kleine gute Tat ist weit höher zu werten, denn sie bringt der Seele einen Gewinn, den sie ewig nicht mehr verlieren kann. Was aber der Körper empfängt, das bleibt ihr nicht, es ist nur geliehenes Gut, das ihm jeden Tag wieder genommen werden kann. Und darum könnet ihr auch der Seele täglich Schaden zufügen, wenn ihr sie belastet mit Sünde.... wenn euer Lebenswandel nicht gut ist und ihr zu der bestehenden Ursünde noch viele andere Sünden hinzufügt, die allein die Seele einmal verantworten muß, weil sie unvergänglich ist. Und darum solltet ihr nicht gedankenlos in den Tag hineinleben, ihr solltet euch wohl bedenken, was ihr tut, und ihr solltet euch bemühen, mehr eurer Seele als eures Körpers zu achten, denn die Seele ist euer eigentliches Ich, das den Gang über die Erde zurücklegen muß zum Zwecke ihres Ausreifens, zum Zwecke ihrer Vervollkommnung, die sie nur auf Erden erreichen kann. Aber dies setzt auch euren Willen voraus, der eben darin besteht, bewußt anzukämpfen gegen Schwächen und Fehler aller Art.... Und will nun der Mensch vollkommen werden, dann muß er sich auch die Kraft erbitten, nach Gottes Willen zu leben, d.h., Werke der Liebe zu verrichten.... was ihm dann sicher auch gewährt wird. Er muß ein bewußtes Leben führen, immer mit dem Ziel, sein noch unvollkommenes Wesen zur Vollendung zu führen, und sich nach Kräften bemühen, es zu tun. Und er wird dann auch von innen heraus angetrieben werden zum Wirken in Liebe.... er wird nicht anders können, als gute Werke zu verrichten, und so also auch täglich einen geistigen Fortschritt verzeichnen können.... Und dann wird er sich auch nicht zurückhalten lassen durch weltlichen Anreiz.... Denn sowie es ihm einmal ernst ist um das Erreichen seines Zieles, zur Vollendung zu gelangen, wird er die Arbeit an seiner Seele immer voranstellen, und es wird ihm auch stets geholfen werden von seiten der geistigen Wesen, die über seinem Erdengang wachen.... die immer wieder seine Gedanken so zu beeinflussen suchen, daß er im Willen Gottes denkt, redet und handelt.... Denn der Erdenzweck ist allein das Ausreifen seiner Seele, was aber selten nur erkannt wird, und darum das Los der Seelen oft ein unglückseliges, jedoch aus eigener Schuld, denn immer wieder wird es dem Menschen vorgestellt, weshalb er über die Erde geht.... Will er nicht glauben, so muß seine Seele es einst büßen, indem sie die Finsternis mit in das jenseitige Reich hinübernimmt, mit der sie die Erde als Mensch betreten hat....
Amen
ÜbersetzerNiets mag u ervan afhouden te werken aan uw ziel, want zij alleen bepaalt uw lot in de eeuwigheid. Niemand kan u deze arbeid uit handen nemen, niemand kan ze voor u verrichten. Daarom is ook elke dag waarin u niet een kleine vooruitgang hebt behaald voor uw ziel, verloren. En al is het maar een enkel werk van liefde dat u verricht, toch helpt het uw ziel om te rijpen. Elke dag die alleen uw eigenliefde bevredigd heeft, die alleen voor uw lichaam voordeel bracht, is een verloren dag. Want zodra de ziel gebrek moest lijden was zo'n dag vergeefs geleefd. En toch zou u gemakkelijk vooruit kunnen gaan. Want er doen zich zo veel gelegenheden aan u voor waarin u zich kunt waarmaken, waarin u nu net dat werk aan uw ziel zou kunnen verrichten. Gelegenheden waarin u zichzelf zou moeten overwinnen en strijden tegen begeerten en ondeugden van allerlei aard. Gelegenheden waarin u vreugde kunt brengen door goed te doen, door vriendelijke woorden of door hulpverlening, die steeds uw ziel een geestelijk voordeel opleveren.
Steeds weer worden u gelegenheden geboden waarin u met uw God en Vader ook innige samenspraak zou kunnen houden, om daaruit zegen te verkrijgen voor uw ziel. Altijd weer kunt u het woord van God aanhoren of lezen en door dit spreken van God een bijzondere hulp aan uw ziel ten deel laten vallen, omdat u nu de ziel geestelijk voedsel aanbiedt waardoor ze in staat is zich verder te voltooien. En al zijn de dagen voor uw aardse gewin nog zo succesvol, een nog zo kleine goede daad heeft een veel grotere waarde, want die is een verrijking voor uw ziel die zij voor eeuwig niet meer verliezen kan. Wat echter het lichaam ontvangt beklijft niet. Het is maar geleend goed dat het lichaam elke dag weer kan worden afgenomen. En wederom kunt u ook uw ziel schade toebrengen door haar te belasten met zonden wanneer uw levenswandel niet in orde is en u aan de reeds bestaande oerzonde nog vele andere zonden toevoegt, die alleen de ziel eenmaal moet verantwoorden omdat zij onvergankelijk is. Daarom moet u niet zo onnadenkend van de ene dag in de andere leven. U moet goed weten wat u doet en u moet er op letten meer acht te slaan op uw ziel dan op uw aardse lichaam. Want de ziel is uw eigenlijke ik, dat de weg over de aarde moet afleggen met het doel te rijpen, ten gunste van haar vervolmaking die ze alleen op aarde bereiken kan. Maar dit stelt ook uw wil voorop, wat juist hierin bestaat, bewust te strijden tegen allerlei zwakheden en gebreken.
En als de mens nu volmaakt wil worden, dan moet hij voor zichzelf ook kracht vragen om naar Gods wil te leven, dat wil zeggen: om daden van liefde te verrichten. En deze kracht zal hem dan ook zeker geschonken worden. Hij moet een bewust leven leiden, steeds met het doel zijn nog onvolmaakt wezen tot volmaaktheid te brengen en dit naar beste vermogen te doen. Hij zal dan ook innerlijk worden aangespoord om in liefde te werken. Hij zal niet anders kunnen dan goede daden verrichten en zodoende zal hij ook dagelijks geestelijke vooruitgang kunnen boeken. En dan zal hij zich ook niet meer laten weerhouden door wereldse verleidingen. Want zodra het hem eenmaal ernst is zijn doel te bereiken, tot volmaaktheid te komen, zal hij de arbeid aan zijn ziel altijd voorop stellen. En hij zal ook altijd geholpen worden door de geestelijke wezens die over zijn weg over de aarde waken. Die steeds weer zijn gedachten proberen te beïnvloeden, zodat hij vanuit Gods wil denkt, spreekt en handelt. Het doel van zijn aardse leven is alleen het rijpen van zijn ziel, wat echter maar zelden wordt ingezien en daarom is het lot van de ziel vaak zo ellendig, evenwel door eigen schuld. Want steeds weer wordt het de mens voorgehouden waarom hij op aarde leeft. Wil hij niet geloven, dan moet zijn ziel er eens voor boeten doordat zij de duisternis waarmee zij de aarde als mens heeft betreden met zich meeneemt in het rijk hierna.
Amen
Übersetzer