• Zurück

Das Wissen um den seligen wie auch unseligen Zustand....

Ihr könnet nicht die Seligkeiten ermessen im Reiche des Lichtes, wie ihr euch auch keine Vorstellung machen könnet von den Qualen, welche die Seelen im Reiche der Finsternis erdulden müssen. Doch immer wieder werdet ihr durch Mein Wort von beidem in Kenntnis gesetzt; ihr seid also nicht ganz ohne Wissen. Ob ihr jedoch glaubet, das steht euch frei, ist aber bestimmend für euer eigenes Los, wenn eure Seele den Leib verläßt und hinübergeht in das jenseitige Reich. Denn sowie ihr glaubt, was euch durch Mein Wort immer wieder gesagt wird, werdet ihr auch entsprechend euren Erdenwandel führen, denn kein gläubiger Mensch lebt verantwortungslos in den Tag hinein, ein jeder wird sich bemühen, nach Meinem Willen zu leben, wenngleich seine Willensschwäche ihn oft zum Fall bringen kann.... Doch wiederum soll nicht allein die Furcht vor der Finsternis oder die Erwartung der Seligkeiten im Lichtreich ihn zu seinem Lebenswandel veranlassen, denn dies allein würde seinen Seelenzustand nicht sehr günstig beeinflussen, aber der gläubige Mensch denkt nach, und es treibt ihn von innen heraus an zu einem Gott-gefälligen Leben, während berechnend nur der Mensch ist, der einen sogenannten Formglauben sein eigen nennt, der wohl Kenntnis hat durch Mein Wort, der aber gleichsam alles nur durch einen Druck von außen, durch Gebote oder Bestimmungen, ausführt und der um des verheißenen Lohnes oder der zu fürchtenden Strafen willen jenen Geboten nachkommt. Ein rechter Glaube aber stellt auch die Verbindung her mit Dem, an Den der Mensch glaubt. Und dann fühlt er auch in sich die Verantwortung Mir gegenüber, und er ist bemüht, Meinem Willen gemäß zu leben auf Erden.... weil er Mich Selbst nicht betrüben will, weil er auch fühlt, daß Ich ihn liebe und er sich dieser Liebe würdig erweisen möchte.... Doch das Wissen um den sowohl seligen als auch unseligen Zustand, den eine Seele zu erwarten hat nach dem Leibestode, soll das Verantwortungsbewußtsein im Menschen heben; er soll wissen, daß er nicht zwecklos sein Erdendasein lebt, er soll nicht sagen können, daß ihm keine Hinweise gegeben worden seien über die Auswirkung eines rechten oder verkehrten Lebenswandels. Und es soll ihm auch gleichzeitig der Zweck dessen vorgestellt werden, der eben in dem Zustand besteht, den die Seele erreichen kann. Und darum muß er auch wissen, wie jener Zustand beschaffen sein kann. Aber Beweise dafür können euch nicht erbracht werden, doch einem Ernst-Strebenden werden auch immer wieder Beweise aus dem Jenseits zugehen, die ihn dann nicht mehr zum Glauben zwingen, weil nur ein gläubiger Mensch sie wird erfahren dürfen oder sie jenen Schwachgläubigen als Gnadenbeweis dienen sollen, die eine kleine Stärkung ihres schwachen Glaubens benötigen, aber von sich aus willig sind, Meinem Willen gemäß zu leben auf Erden. Doch wer achtsam ist, der wird auch Dinge erleben und sehen, die er als Beweis gelten lassen kann, doch zum Glauben zwingen dürfen keine Bekundungen aus dem Jenseits, und darum werden immer nur einzelne über Erlebnisse zu berichten wissen, die in das jenseitige Leben hineinragen. Und diesen einzelnen wird wieder nur Glauben geschenkt werden von ebenfalls geistig-strebenden Menschen, während die Ungläubigen sie verspotten und als Lügner oder Phantasten hinstellen werden und sie darum auch keinen Nutzen ziehen für sich selbst. Aber es offenbart sich auch die jenseitige Welt, sowohl das Lichtreich als das Reich der Finsternis.... doch niemals so, daß die Menschheit gezwungen ist zum Glauben.... weshalb auch Erscheinungen jeglicher Art immer abgestritten werden können oder auch jeder einzelne machen kann daraus, was er will.... Und wieder wird der Lebenswandel des einzelnen, wenn er in Liebe geführt wird, auch bestimmend sein für rechte Erkenntnis, es wird der liebende Mensch gestärkt werden zu immer eifrigerem Streben, wozu ihm auch die Lichtwelt helfen wird, und für ihn wird es keine Zweifel mehr geben über ein Fortleben nach dem Tode, das entsprechend ist seinem auf Erden geführten Lebenswandel.... Und er wird suchen das höchste Ziel zu erreichen, denn er wird in ständiger Bindung bleiben mit Mir....

Amen

De kennis van de zalige alsook de onzalige staat

U kunt de zaligheden in het lichtrijk niet beseffen, evenals u zich ook geen voorstelling kan maken van de kwellingen die de zielen in het duistere rijk moeten verduren. Toch wordt u door Mijn Woord steeds weer van beide op de hoogte gebracht, u bent dus niet geheel zonder kennis. Het geloven echter staat u vrij, maar het is echter wel beslissend voor uw eigen lot als uw ziel dit lichaam verlaat en heengaat naar het rijk hierna.

Want zodra u gelooft wat u door Mijn Woord steeds weer verkondigd wordt, zult u ook uw levenswandel daarnaar inrichten, want geen gelovig mens leeft zomaar van de ene dag in de andere. Een ieder zal zijn best doen naar Mijn Wil te leven, ofschoon zijn zwakheid van wil hem nog vaak ten val kan brengen.

Maar wederom mag niet alleen de vrees voor de duisternis of de te verwachten zaligheid in het lichtrijk hem tot zijn levenswandel aansporen, want dat alleen zou de toestand van zijn ziel niet zeer gunstig beïnvloeden. Maar de gelovige mens denkt na en het spoort hem van binnen uit aan tot een GOD welgevallig leven. Terwijl de mens die een zogenaamd vormgeloof zijn eigen noemt berekend is. Die wel de kennis heeft door Mijn Woord, die echter a.h.w. alles alleen maar door dwang van buitenaf, door geboden of voorschriften, nakomt en die om het beloofde loon of vanwege de gevreesde straffen al die geboden onderhoudt.

Een waar geloof brengt echter ook de verbinding tot stand met HEM aan WIE de mens gelooft. En dan voelt hij ook innerlijk de verantwoording tegenover MIJ en hij doet zijn best om naar Mijn Wil te leven op aarde, omdat hij MIJ niet wil bedroeven omdat hij ook voelt dat IK hem liefheb en hij deze liefde waardig zou willen zijn.

Maar de kennis van zowel de zalige als de onzalige staat die een ziel te verwachten heeft na de lichamelijke dood, moet het verantwoordelijkheidsgevoel in de mens vergroten. Hij moet weten dat hij niet zonder doel op aarde leeft. Hij zal niet kunnen zeggen dat hem geen aanwijzingen gegeven zijn over de gevolgen van een goede of een verkeerde levenswandel. En er moet hem tegelijkertijd ook het doel ervan worden duidelijk gemaakt, dat juist uit die toestand bestaat die de ziel bereiken kan. En daarom moet hij ook weten hoe deze staat bereikt kan worden.

Maar bewijzen daarover kunnen u niet gegeven worden, doch iemand die het ernstig meent zullen ook altijd weer bewijzen uit het hiernamaals bereiken, die hem dan niet meer tot geloven dwingen, omdat alleen een gelovig mens ze zal kunnen vernemen. Omdat voor diegenen van wie het geloof zwak is, die bewijzen als teken van genade zullen dienen. Hun zwak geloof heeft wat versterking nodig, al zijn zij vanuit zichzelf gewillig volgens Mijn Wil op aarde te leven.

Maar wie oplettend is zal ook dingen zien en beleven die hij ook als een bewijs kan laten gelden. Maar tot geloven dwingen mogen de openbaringen uit het hiernamaals nooit. Daarom zullen er altijd slechts enkelen weten te vertellen over wederwaardigheden die tot in het hiernamaals reiken. En alleen eveneens geestelijk strevende mensen zullen deze enkele weer geloof schenken, terwijl de ongelovigen hen bespotten en hen als leugenaars en fantasten wegzetten, en er daarom ook geen voordeel uit trekken voor zichzelf.

Maar ook het hiernamaals openbaart zich, zowel het Lichtrijk alsook het rijk der duisternis, maar nooit zo dat de mensheid gedwongen wordt te geloven. Om deze reden kunnen verschijningen van allerlei aard altijd bestreden worden, en ieder kan daaruit opmaken wat hij wil.

En weer zal de levenswandel van ieder afzonderlijk, als hij in liefde gegaan wordt, ook beslissend zijn voor het ware inzicht. Een liefhebbend mens zal gesterkt worden om steeds ijveriger voort te gaan, en hierbij zal de lichtwereld hem ook zeker helpen. Voor hem zal er ook geen twijfel meer bestaan over een voortleven na de dood, dat in overeenstemming is met zijn op aarde afgelegde levensweg. En hij zal proberen het hoogste doel te bereiken, want hij zal vast verbonden blijven met MIJ.

Amen