Wer sich zu den Meinen zählt, der weiß es auch, daß die Endzeit angebrochen ist, daß die Menschheit vor einer Wende steht, geistig und irdisch. Denn den Meinen sagt es der Geist, die Meinen können durch den Geist in sich angesprochen werden, und sie vernehmen Meine Stimme, sei es direkt oder auch gedanklich.... Und sie nehmen auch im Glauben das Wort entgegen, das ihnen durch Meine Boten zugetragen wird und von Mir seinen Ausgang nimmt.... Die Meinen also wissen, in welcher Zeit sie leben, sie wissen es, daß die letzte Stunde der Weltenuhr bald geschlagen hat, daß eine Nacht sich herniedersenkt für unzählige Menschen auf dieser Erde und daß ein neuer Tag erstrahlet für die anderen, für die wenigen, die Mir treu bleiben bis zum Ende, die Meiner kleinen Herde angehören.... die Ich also mit den "Meinen" bezeichne. Und diese also haben noch eine Aufgabe auf Erden: auch ihren Mitmenschen Kenntnis zu geben davon, was der Erde bevorsteht.... Es wird dies nicht leicht sein, denn so überzeugt auch die Meinen sind von der Wahrheit Meines Wortes.... also auch von den Ankündigungen eines Endes und des Gerichtes.... die Mitmenschen werden ihnen keinen Glauben schenken und sich unwillig abwenden, wenn ihnen gegenüber des letzten Endes Erwähnung getan wird. Dennoch sollen sie immer wieder versuchen und davon reden, daß jenes von Mir angekündigte Ende nicht mehr lange auf sich warten läßt. Und als Beweis dessen sollt ihr auch auf das Naturgeschehen hinweisen, das noch zuvor die ganze Welt in Aufruhr versetzen wird.... Und ihr sollet ihnen sagen, daß mit gleicher Sicherheit auch das darauf folgende Ende erwartet werden kann, denn durch das Naturgeschehen will Ich den Menschen noch eine letzte Mahnung, einen letzten Hinweis geben, auf daß es ihnen nicht so schwerfällt, zu glauben, was ihr ihnen sagt.... Wer selbst im Licht steht, soll auch das Licht hinausstrahlen lassen in die Dunkelheit.... Und wer selbst an Mich und Mein Wort glaubt, der soll auch versuchen, seine Mitmenschen zum Glauben zu führen, und in aller Liebe auf sie einwirken, damit er nicht auf Widerstand stößt.... Und darum wird das Naturgeschehen nicht mehr lange auf sich warten lassen, soll es doch auch dazu beitragen, die Menschen vorzubereiten auf das Ende.... Auch des Naturgeschehens, Meines Eingriffes, von dem jeder Mensch wird Kenntnis nehmen können, sollet ihr Erwähnung tun, denn es wird von ungeheurem Ausmaß sein und nicht als alltägliches Geschehen abgetan werden können....
Auf dieses Geschehen also sollet ihr unentwegt hinweisen und euch nicht fürchten, offen darüber zu reden, denn es wird kommen mit unumstößlicher Gewißheit.... Und wer davon durch euch erfahren hat, der wird dann auch leichter zu glauben vermögen an das von Mir gleichfalls angekündigte Ende. Die Meinen also sollen Mir tüchtige Mitarbeiter sein, und wenn ihre Arbeit auch nur darin besteht, zu reden von dem Bevorstehenden.... Dann schon leisten sie Mir große Dienste, denn Ich will es, daß die Menschen Kenntnis erlangen, kann aber nur durch Menschenmund diese Erkenntnis ihnen geben, der sie nun Glauben schenken können oder nicht, aber sie haben einmal davon erfahren, und sie werden dessen auch gedenken, wenn der Tag gekommen ist, wo die ganze Welt den Atem anhalten wird angesichts der Naturkatastrophe, die unsagbares Leid bringen wird über die Menschen, die sie erleben.... Fürchtet nicht, daß ihr irrige Prophezeiungen verbreitet, sondern redet frei und offen, daß Ich Selbst euch diese zugeleitet habe und daß ihr Meinen Worten unerschütterlich glaubet.... Sie werden euch nicht Lügen strafen können, denn schneller als sie denken werden sie die Bestätigung erfahren. Doch es soll den Menschen dann dieses Wissen dienen, ihre Zweifel den Endankündigungen gegenüber aufzugeben.... Und dann ist schon viel erreicht, dann können sie sich vorbereiten und also gerettet sein vor dem Abgrund....
Amen
(Die Kundgaben NR. 6883 und 6884 sind verloren gegangen.)
ÜbersetzerWie zich tot de mijnen rekent weet ook dat de tijd van het einde aangebroken is, dat de mensheid voor een geestelijk en aards keerpunt staat. Want de geest spreekt tot de mijnen en zij kunnen innerlijk door de geest worden aangesproken. Zij vernemen dus direct of als gedachte mijn stem en zij nemen het woord dat hun door mijn boden gebracht wordt en dat van Mij afkomstig is, ook gelovig aan. De mijnen weten dus in welke tijd zij leven. Zij weten dat het laatste uur op de wereldklok spoedig zal hebben geslagen, dat voor talloze mensen op deze aarde de nacht aanbreekt. Dat echter ook een nieuwe dag aanbreekt voor de anderen, voor de weinige die Mij trouw blijven tot het einde, die tot mijn kleine kudde behoren, die Ik dus de "mijnen" noem. Deze hebben dus nog een taak op aarde. Zij moeten ook hun medemensen vertellen wat de aarde te wachten staat. Dat zal niet gemakkelijk zijn. Want hoe overtuigd de mijnen ook zijn van de waarheid van mijn woorden, dus ook van de aankondigingen van het einde en het laatste gericht, de medemensen zullen hun geen geloof schenken maar veel eerder zich onwillig afwenden wanneer tegenover hen melding wordt gemaakt van het laatste gericht.
Maar u die Ik kan aanspreken, u zult steeds weer moeten proberen daarover te spreken dat het door Mij aangekondigde einde niet lang meer op zich laat wachten. Als bewijs daarvan zult u ook moeten wijzen op de natuurcatastrofe die vooraf nog de hele wereld in beroering zal brengen. U moet hen duidelijk maken dat met evengrote zekerheid ook het daaropvolgende einde verwacht kan worden. Want door het natuurgebeuren wil Ik de mensen nog een laatste waarschuwing, een laatste aanwijzing geven, opdat het hun niet zo zwaar valt te geloven wat u hun zegt. Wie zelf in het licht staat moet ook licht laten stralen in de duisternis. Wie zelf in Mij en mijn woord gelooft, moet ook proberen zijn medemensen tot geloof te brengen en in alle liefde op hen inwerken opdat hij niet op weerstand stuit. Daarom zal het natuurgebeuren niet lang meer op zich laten wachten, dient het toch ertoe bij te dragen dat de mensen worden voorbereid op het einde. Ook zult u melding moeten maken van het natuurgebeuren, van mijn ingrijpen waarvan ieder mens kennis zal kunnen nemen. Want het zal van een ontzaglijke omvang zijn en niet als een alledaags gebeuren kunnen worden afgedaan.
U moet onophoudelijk op dat gebeuren wijzen en niet bang zijn er openhartig over te spreken, want het zal plaatsvinden met onomstotelijke zekerheid. En wie door u daarvan heeft vernomen, zal ook gemakkelijker in het door Mij verkondigde einde kunnen geloven. De mijnen moeten dus duchtige medewerkers voor Mij zijn, al bestaat hun werk ook alleen maar daarin om over de komende dingen te spreken. Dan bewijzen zij Mij al een grote dienst. Want Ik wil dat de mensen daarvan weten. Ik kan hun dit echter alleen door de mond van mensen laten weten - wat zij dan kunnen geloven of ook niet. Maar zij hebben dan daarover gehoord en zullen er ook aan denken wanneer de dag gekomen is waarop de hele wereld de adem zal inhouden vanwege het natuurgebeuren dat onzegbaar leed zal brengen onder de mensen die dit zullen beleven.
Vrees niet dat u misleidende voorspellingen verspreidt, maar spreek vrij en openlijk uit wat Ik u zelf heb laten weten en dat u mijn woorden onwankelbaar gelooft. Zij zullen het niet kunnen ontkennen omdat zij spoediger dan zij denken de bevestiging daarvan zullen ervaren. Dit weten moet dan ertoe dienen dat de mensen hun twijfel over de aankondigingen over het einde opgeven, en dan is er al veel bereikt. Want dan kunnen zij zich voorbereiden en dus gered zijn van de afgrond.
Amen
Übersetzer