• Zurück

Gottes Führung und Hingabe des Willens....

Ein gesegnetes Erdenleben werdet ihr führen, so ihr euch Mir voll und ganz hingebet und bewußt Meinen Willen zu erfüllen trachtet. Dann ist euer einstiger Widerstand gebrochen, und das Erdenleben dienet nun nur noch dazu, die Vergöttlichung eures Wesens zu erreichen, die euch die Kindschaft Gottes einträgt. Denn ob auch eure Seele Mir nun gänzlich zugewandt ist, euer Leib aber ist aus noch unreifen Substanzen zusammengesetzt, denen ihr auch zur Vergeistigung verhelfen sollet und könnet während eures Erdenlebens. Und auch die Seele wird noch nicht völlig ausgereifte Substanzen aufweisen, die in den Vorverkörperungen nicht restlos sich in Meine Ordnung von Ewigkeit einfügten und auch erst zur gerechten Ordnung kommen müssen, was aber leicht ihr erreichen könnet eben durch euren bewußten Lebenswandel, durch eure Erkenntnis um euren Erdenlebenszweck. Wo aber der Wille vorhanden ist, ganz sich Meinem Willen zu unterwerfen, dort ist auch keine Gefahr mehr, daß der Mensch versagen könnte, denn er wird wie ein Kind an der Vaterhand geführt, und er kann darum nicht fehlgehen. Um aber den Willen dem Meinen zu unterstellen, muß vorerst ein tiefer Glaube vorhanden sein an Mich als Gott und Schöpfer und als Vater Seiner Kinder.... Denn letzteres erst erklärt das Vertrauen zu Dem, Dessen Kind der Mensch sein will, der sich aber nur vorerst als Sein Geschöpf fühlt. Der Mensch begibt sich nun in Meine Obhut, er unterstellt sich Meiner Führung im festen Glauben, nun auch recht gelenkt zu werden. Wie leicht können alle Menschen zur Vollendung gelangen noch auf Erden, wenn sie diesen Glauben hätten, daß sie eines Führers bedürfen, wenn sie recht gehen wollen, wenn sie ihrer Erdenaufgabe nachkommen wollen.... Doch dazu ist erst die Kenntnis nötig, daß jeder Mensch eine Aufgabe zu erfüllen hat im Erdenleben. Und wo diese Kenntnis fehlt, wird auch schwerlich der Glaube an einen Gott und Vater zu finden sein und darum auch nicht die Verbindung zu Ihm hergestellt werden durch Hingabe des Willens. Ein jeder Mensch aber müßte einen Zweck seines Erdenlebens für wahrscheinlich halten, und ein jeder Mensch müßte darum auch zeitweise in Unruhe geraten und sich selbst Fragen stellen. Doch das Weltgetriebe hindert ihn daran, und tauchen einmal solche Fragen in ihm auf, dann werden tausend andere Gedanken sie schnell wieder verjagen.... es sei denn, die Wertlosigkeit und Vergänglichkeit irdischer Güter wird ihm bewußt und er sucht darum nach einem anderen Lebenszweck.... Und darum muß Ich diese "Vergänglichkeit des Irdischen" immer wieder den Menschen vor Augen stellen, Ich muß ihnen nehmen, woran ihr Herz hängt, Ich muß ihnen so oft Schmerzen zufügen, auf daß sie zum Erkennen der Wertlosigkeit alles dessen kommen, was ihre Gedanken gefangenhält. Dann kann Ich es mitunter erreichen, daß sie ein anderes Ziel suchen und anstreben, und dann ist es auch möglich, daß sie ihren Willen Dem unterstellen, Den sie erkennen mußten in Verlusten und Schicksalsschlägen aller Art. Aber oft gehen die Menschen lange Irrwege, bis sie den rechten Weg einschlagen, wo es doch überaus leicht wäre, würden sie sich vom Anfang ihres Erdenlebens schon führen lassen.... was jedoch einen tiefen Glauben bedingt.... Der Glaube aber kann ihnen nicht gegeben werden, er muß erworben werden durch Liebewirken, dann wird sich der Mensch nicht mehr sträuben, die ihm zugeführten Belehrungen über Mich und Mein Wesen anzunehmen.... Dann wird er sich selbst in Kontakt zu bringen suchen mit dem Wesen, an Das er nun glauben will.... Und Ich versichere euch allen immer wieder, daß der geringste gute Wille von Mir erkannt und beachtet wird, daß Ich jedem Menschen nun augenscheinlich nahetrete, der diesen Willen erkennen lässet, und daß ihr euch nun ständig von Mir gelenkt wissen könnet, sowie ihr dies nur wollet, sowie ihr euren einstigen Widerstand aufgebet und Mir zum Wohlgefallen leben wollet. Diese eure Willenswandlung zieht unwiderruflich auch eure Wesenswandlung nach sich, weil Ich Selbst euch helfe, weil Ich keinen mehr aufgebe, der sich einmal dazu entschlossen hat, seinen Willen dem Meinen zu unterstellen. Und es sollte euch Menschen allen wahrlich leicht sein, einen Gott und Schöpfer anzuerkennen.... Der aber euer Vater sein will und zu Dem ihr auch darum im vollen Vertrauen auf Seine Hilfe immer kommen könnet.... Er wird immer für euch da sein, doch niemals wider euren Willen euch bestimmen....

Amen

Gods leiding en de overgave van de wil

U zult op aarde een gezegend leven leiden als u zich helemaal aan Mij overgeeft en bewust mijn wil tracht te vervullen. Dan is uw vroegere weerstand gebroken en het aardse bestaan dient er nu alleen nog voor de vergoddelijking van uw wezen te bereiken die u het kindschap Gods oplevert. Want al is uw ziel nu ook geheel op Mij gericht, toch is uw lichaam nog samengesteld uit onrijpe substanties welke u ook zult moeten en kunnen helpen te vergeestelijken gedurende uw leven op aarde. En ook de ziel zal nog niet geheel tot volle ontwikkeling gekomen substanties vertonen die zich in de vroegere belichamingen niet totaal aan mijn ordening van eeuwigheid aanpasten en ook eerst tot de juiste ordening moeten komen, wat u echter gemakkelijk zult kunnen bereiken juist door uw bewuste levenswandel, door uw inzicht in het doel van uw aardse bestaan.

Maar waar de wil om zich geheel aan mijn wil te onderwerpen aanwezig is, daar is ook geen gevaar meer dat de mens zou kunnen falen. Want hij wordt als een kind aan de hand van de Vader geleid en hij kan daarom niet verkeerd gaan. Maar om de wil aan mijn wil te onderwerpen moet er eerst een diep geloof aanwezig zijn in Mij als God en Schepper en als Vader van Zijn kinderen. Want dit laatste verklaart pas het vertrouwen in Degene wiens kind de mens wil zijn, maar die zich vooreerst alleen als Zijn schepsel voelt. De mens stelt zich nu onder mijn hoede. Hij plaatst zich onder mijn leiding in het vaste geloof nu ook juist geleid te worden.

Hoe gemakkelijk kunnen alle mensen nog op aarde de voltooiing bereiken, wanneer ze dit geloof zouden hebben dat ze een Leider nodig hebben wanneer ze juist willen gaan, wanneer ze hun taak op aarde willen volbrengen. Maar daartoe is eerst de kennis nodig dat ieder mens een taak heeft te vervullen in het leven op aarde. En waar deze kennis ontbreekt, zal ook bezwaarlijk het geloof in een God en Vader te vinden zijn. En daarom zal ook niet de verbinding met Hem tot stand worden gebracht door overgave van de wil. Maar ieder mens zou het voor waarschijnlijk moeten houden dat zijn leven op aarde een doel heeft. En ieder mens zou daarom ook soms onrustig moeten worden en zich dingen moeten afvragen. Maar het aards gewoel belet hem dit. En komen zulke vragen een keer in hem op, dan zullen duizend andere gedachten ze weer snel verjagen, tenzij hij zich bewust wordt van de waardeloosheid en vergankelijkheid van aardse goederen en hij daarom naar een ander doel in het leven zoekt.

En daarom moet Ik de mensen deze "vergankelijkheid van het aardse" steeds weer onder ogen brengen. Ik moet hen afnemen waaraan hun hart hangt. Ik moet hun zo vaak pijn en smart bezorgen, opdat ze tot het inzicht komen van de waardeloosheid van datgene wat hun gedachten gevangen houdt. Dan kan Ik soms bereiken dat ze een ander doel zoeken en nastreven. En dan is het ook mogelijk dat ze hun wil onderwerpen aan Degene die ze moesten onderkennen in verliezen en slagen van het noodlot van allerlei aard.

Maar vaak gaan de mensen lange dwaalwegen tot ze de juiste weg inslaan, terwijl het toch buitengewoon gemakkelijk zou zijn als ze zich vanaf het begin van hun leven op aarde al zouden laten leiden - wat echter een diep geloof vereist. Maar het geloof kan hun niet worden gegeven. Het moet verworven worden door werkzaam te zijn in liefde. Dan zal de mens zich er niet meer tegen verzetten de hem toegekomen onderrichtingen over Mij en mijn wezen aan te nemen. Dan zal hij proberen zichzelf in contact te brengen met het Wezen waarin hij nu wil geloven.

En Ik verzeker u allen steeds weer dat de geringste goede wil door Mij wordt herkend en er aandacht aan wordt geschonken, dat Ik ieder mens nu klaarblijkelijk nader kom die deze wil zal laten onderkennen en dat u nu voortdurend zult kunnen weten door Mij te worden geleid zodra u dit maar zult willen, zodra u uw weerstand van weleer zult opgeven en zult willen leven naar mijn welgevallen. Deze verandering van uw wil heeft onherroepelijk ook de verandering van uw wezen tot gevolg, omdat Ik zelf u help, omdat Ik niemand meer opgeef die er eenmaal toe heeft besloten zijn wil aan mijn wil te onderwerpen. En het moest voor u mensen allen waarlijk gemakkelijk zijn een God en Schepper te erkennen - Die echter uw Vader wil zijn en tot Wie u daarom ook steeds zult kunnen komen in het volle vertrouwen op Zijn hulp. Hij zal er steeds voor u zijn, maar nooit voor u beslissen tegen uw wil.

Amen