Ich will Barmherzigkeit üben an allen, die eure Liebe Mir anvertraut.... Es ist eine große Not im jenseitigen Reich, besonders für die Seelen, die keinen Fürsprecher auf Erden haben, die vergessen sind von den Menschen oder sich so wenig Liebe erworben haben, daß ihrer nur in Unmut gedacht wird. Alle diese Seelen haben ein bitteres Los, sie sind in quälender Finsternis und völlig ohne Kraft, so daß sie sich allein nicht helfen können und angewiesen sind auf Hilfe. Sie ernten, was sie gesät haben, und ihr Los ist nicht ungerecht, es ist nicht unverdient, denn es können solche Seelen nichts anderes erwarten, als was sie sich selbst erworben haben im Erdenleben, wo sie völlig ohne Liebe waren.... Dennoch soll auch ihnen geholfen werden, und die ihnen mangelnde Liebe muß von anderer Seite geboten werden.... die Ich aber auch annehme und zugunsten jener Seelen buche.... Was ihr diesen Seelen an Liebe schenkt, das geht ihnen wieder als Kraft zu, die sie nun verwenden können ihrem Willen entsprechend. Eine Seele, die durch eure Liebe Kraftzufuhr erhält, weiß aber auch, zu welchem Zweck ihr diese zugeht, und sie ist so dankbar für die Hilfe, daß sie eifrig bemüht ist, die Kraft zu vermehren.... daß sie die Kraft nun gleichfalls verwendet zum Liebewirken. Sie wird niemals die Liebe eines Menschen zurückweisen, während sie den gleichen Bemühungen von seiten der Lichtwelt oft Widerstand leistet, weil sie keinen Glauben hat an das, was diese ihr sagen, denn die Lichtwesen stehen in gleicher Verfassung vor ihnen und werden darum nicht angehört. Menschen auf Erden aber, besonders die ihnen nahestanden, erreichen viel mehr, denn zu ihnen schauen jene unglückseligen Seelen auf, weil sie die Liebekraft als Strahl von ihnen ausgehen sehen, der ihnen eine Wohltat ist.... Ihr Menschen habt eine große Macht über jene Seelen in der Finsternis, wenn ihr ihrer in Liebe gedenket.... wenn ihr ihnen helfen wollet.... Denn das fühlen sie, und sie haben Zutrauen zu euch und hören euch auch an, so ihr ihnen Vorhaltungen macht oder ihnen das Evangelium verkündet. Und ob eine Seele noch so verstockt ist, ob sie noch so blind ist und unwissend.... eure Liebe ändert diesen Zustand, sie versteht euch sofort, wenn eure Gedanken liebeerfüllt sind, und dann nimmt sie auch an.... Ohne Liebe gibt es keinen Fortschritt, sowohl auf Erden als auch im geistigen Reich.... ohne Liebe gibt es keine Erlösung aus der Tiefe.... Und Ich gebe den Seelen in der Finsternis die große Gnade, daß die Liebe, die von der Erde aus ihnen zugewandt wird, als Licht erkenntlich ist.... als Licht, das ihnen Hoffnung gibt und niemals vergeblich erstrahlt.... Derer ihr gedenket, deren Not euch veranlaßt zu einem Hilferuf zu Mir, die sind wahrlich nicht verlassen, denn was ihr Mir gebt durch eure Liebe zu jenen Seelen, das gebe Ich auch weiter und beauftrage auch Meine Boten im geistigen Reich zur Hilfeleistung besonderer Art.... Und es wird nicht ohne Erfolg sein. Der Seelen im jenseitigen Reich wird von seiten der Menschen nur wenig gedacht.... Der Glaube an ein Fortleben ist nicht sehr stark vertreten, und darum sind für die meisten Menschen auch die Verbindungen aufgehoben, die Sorge um das geistige Wohl beschäftigt sie nicht, und es folgen ihnen nur wenige Gedanken nach.... Es ist auch um die Menschen auf der Erde finster, und die Seelen kehren nicht dorthin zurück, wo sie nichts finden, was ihnen wohltut.... Gedenket auch jener Seelen, die ohne Fürbitte sind, rufet sie zu euch im Willen, ihnen zu helfen, lasset eure Liebe auch in die Tiefe strahlen, denn immer wird sich eine Seele an diesen Lichtstrahl klammern und zur Höhe steigen, und sie wird zu euch kommen, woher ihr das Licht erstrahlte.... Gebet ihr, woran sie Mangel leidet.... Licht und Kraft.... Bringet ihr Mein Wort nahe, und es ist euch schon gelungen, ihr Rettung zu bringen, weil Mein Wort diese Kraft hat, daß sie es immer zu hören begehrt und sich darum stets dort aufhalten wird, wo ihr Speise und Trank geboten wird, das eure Liebe ihnen zugänglich machen kann.... Und jene erlösten Seelen werden es euch danken ewiglich....
Amen
ÜbersetzerIk wil barmhartigheid betrachten jegens allen die uw liefde aan Mij toevertrouwt. Er is een grote nood in het rijk hierna, in het bijzonder voor de zielen die geen voorspreker hebben op aarde, die vergeten zijn door de mensen of zo weinig liefde hebben verworven dat er alleen met misnoegen aan hen wordt gedacht. Al deze zielen hebben een bitter lot. Ze bevinden zich in kwellende duisternis en zijn geheel zonder kracht, zodat ze zich alleen niet kunnen redden en aangewezen zijn op hulp. Ze oogsten wat ze hebben gezaaid en hun lot is niet onrechtvaardig. Het is niet onverdiend, want zulke zielen kunnen niets anders verwachten dan wat ze zelf hebben verworven in het leven op aarde, waar ze geheel zonder liefde waren. Toch moeten ook zij worden geholpen. En de hun ontbrekende liefde moet van andere zijde worden geboden, die Ik echter ook aanneem en ten gunste van deze zielen laat komen. Wat u deze zielen aan liefde schenkt, komt hun weer als kracht toe die ze nu kunnen gebruiken in overeenstemming met hun wil.
Een ziel die door uw liefde kracht krijgt toegevoerd, weet echter ook met welk doel haar dit toekomt. En ze is zo dankbaar voor de hulp, dat ze ijverig haar best doet de kracht te laten toenemen, dat ze nu de kracht eveneens gebruikt om in liefde werkzaam te zijn. Ze zal nooit de liefde van een mens afwijzen, terwijl ze dezelfde pogingen van de kant van de lichtwereld vaak weerstand biedt omdat ze niet gelooft aan datgene wat deze haar zeggen. Want de lichtwezens staan in dezelfde hoedanigheid voor hen en daarom wordt er niet naar ze geluisterd. Maar mensen op aarde, in het bijzonder zij met wie ze nauwe betrekkingen hadden, bereiken veel meer. Want tegen hen zien die ongelukkige zielen op, omdat ze de liefdeskracht als een straal van dezen zien uitgaan, die voor hen een weldaad is.
U mensen hebt grote macht over die zielen in de duisternis, wanneer u in liefde aan ze denkt, wanneer u ze wilt helpen. Want dit voelen ze en ze hebben vertrouwen in u en luisteren naar u als u ze verwijten maakt of ze het evangelie verkondigt. En al is een ziel nog zo koppig, al is ze nog zo blind en onwetend, uw liefde verandert deze toestand. Ze begrijpt u meteen wanneer uw gedachten vervuld zijn van liefde en dan neemt ze ook aan. Zonder liefde is er geen vooruitgang, niet op aarde en ook niet in het geestelijke rijk. Zonder liefde is er geen verlossing uit de diepte. En Ik schenk de zielen in de duisternis de grote genade, dat de liefde die hun vanaf de aarde wordt geschonken, als licht duidelijk zichtbaar is, als licht dat hun hoop geeft en nooit tevergeefs straalt. Degenen waar u aan denkt, wier nood u aanzet om naar Mij om hulp te roepen, zijn waarlijk niet verlaten. Want wat u Mij geeft door uw liefde voor deze zielen, geef Ik ook door. En Ik draag mijn boden in het geestelijke rijk op om hulp te bieden van bijzondere aard. En het zal niet zonder succes zijn.
Aan de zielen in het rijk hierna wordt van de kant van de mensen slechts weinig gedacht. Het geloof aan een verder leven is niet zo sterk vertegenwoordigd en daarom zijn voor de meeste mensen ook de verbindingen opgeheven. De zorg voor het geestelijk welzijn houdt hen niet bezig en er volgen de zielen maar weinig gedachten na. Ook om de mensen op aarde heen is het duister en de zielen keren niet terug naar waar ze niets vinden wat ze goed doet.
Denk ook aan die zielen die geen voorbede krijgen. Roep ze tot u met de wil hen te helpen. Laat uw liefde ook in de diepte stralen, want steeds zal een ziel zich aan deze lichtstraal vastklampen en omhoog klimmen en ze zal tot u komen vanwaar het licht naar haar toe straalde. Geef haar datgene waaraan ze gebrek lijdt: licht en kracht. Leer haar mijn woord kennen en het is u al gelukt haar redding te brengen, omdat mijn woord deze kracht heeft dat ze het steeds wenst te horen en ze zich daarom steeds daar zal ophouden waar haar spijs en drank wordt aangeboden dat uw liefde voor hen toegankelijk kan maken. En die verloste zielen zullen u eeuwig dankbaar zijn.
Amen
Übersetzer