Nicht die Tat selbst entscheidet, sondern der Wille, der dieser Tat zugrunde liegt. Es kann ein guter Wille eine Tat ausführen, die sich anders als segenbringend auswirkt.... es kann aber auch ein schlechter Wille einer Tat zugrunde liegen, die von den Augen der Mitmenschen als gut angesehen wird. Der Wille allein wird bewertet von Gott. Dennoch muß der Verstand des Menschen jede Tat bedenken, und es wird der Mensch guten Willens dann erkennen, ob er falsch oder richtig handelt.... aber auch der Mensch, dessen Wille nicht gut ist, wird eine Tat unterlassen, die er als gegenteilig seinem Willen erkennt. Und auf daß des Menschen Denken recht ist, soll er beten, was zwar nur der Mensch tun wird, der einen guten Willen hat, dieser aber dann auch niemals eine Tat begehen wird, die sich schlecht auswirkt an den Mitmenschen. Ihr habt zwar freien Willen, ihr werdet darum nicht gehindert, was ihr auch planet oder ausführet, doch ihr müsset euch verantworten für euer Tun, und das sollet ihr bedenken, und ihr werdet dann nicht leichtfertig handeln, ihr werdet gewissenhaft vorgehen und euch stets die Gebote Gottes zur Richtschnur nehmen und dann auch nicht sündigen. Denn diese Gebote schreiben euch euren Erdenlebenswandel vor, und so nun all euer Denken und Handeln von der Liebe zu Gott und zum Nächsten bestimmt ist oder geleitet wird, kann sich euer Erdenwandel nur zum Segen der Mitmenschen auswirken, denn die Liebe schaltet jeden Irrtum aus, weil die rechte Liebe auch den Geist erleuchtet und rechtes Denken gewährleistet. Also müsset ihr euch prüfen, ob eine Tat, die ihr ausführen wollet, die Liebe zum Anlaß hat, und sie dann erst begehen, wenn diese Prüfung zu euren Gunsten ausfällt, wenn euch also Liebe zu Gott und zum Mitmenschen dazu veranlaßt. Dann wird sie gut sein, und ihr brauchet eine Verantwortung nicht zu fürchten.... Ohne Liebe aber ist immer die Gefahr, daß ihr sündigt, denn ohne die Liebe ist auch der Wille nicht gut, und was ihr nun ausführet, wird entsprechend auch seine Wirkung haben. Denn eure Mitmenschen könnet ihr wohl täuschen, niemals aber Gott, Der in eure Herzen sieht. Das Lob der Mitmenschen aber soll euch nicht zu Taten verleiten, die vor Gott nicht bestehen können.... Liebe allein macht eine Tat wertvoll, und die Liebe wird auch immer recht handeln.... die Liebe wird helfen wollen, und jede hilfreiche Tat ist Gott wohlgefällig und wird von Ihm gesegnet sein....
Amen
ÜbersetzerNiet de daad zelf geeft de doorslag, maar de wil die aan deze daad ten grondslag ligt. Een goede wil kan een daad verrichten die een andere dan zegenrijke uitwerking heeft. Maar er kan ook een slechte wil ten grondslag liggen aan een daad die door de ogen van de medemensen als goed wordt gezien. De wil alleen wordt door God gewaardeerd.
Toch moet het verstand van de mens elke daad overwegen. En de mens die van goede wil is, zal dan inzien of hij verkeerd of juist handelt. Maar ook de mens wiens wil niet goed is zal een daad achterwege laten die hij als tegenovergesteld aan zijn eigen wil ziet. En opdat het denken van de mens juist is, moet hij bidden. Weliswaar zal dit alleen de mens doen die een goede wil heeft, maar deze zal dan ook nooit een daad begaan die een slechte uitwerking heeft op de medemensen.
U hebt weliswaar een vrije wil, maar daarom wordt u niet gehinderd bij wat u ook van plan bent of uitvoert. U zult u echter moeten verantwoorden voor uw doen en daar zult u aan moeten denken. En u zult dan niet lichtzinnig handelen. U zult gewetensvol te werk gaan en steeds de geboden van God tot richtsnoer nemen en dan ook niet zondigen. Want deze geboden schrijven u uw levenswandel op aarde voor. En als nu al uw denken en handelen door de liefde tot God en de naaste is bepaald of wordt geleid, dan kan uw aards bestaan alleen een zegenrijke uitwerking op de medemensen hebben.
Want de liefde schakelt elke dwaling uit, omdat de ware liefde ook de Geest verlicht en een juist denken waarborgt. Dus zult u moeten nagaan of een daad die u zult willen verrichten, de liefde tot beweegreden heeft en haar dan pas uitvoeren, wanneer dit onderzoek in uw voordeel uitvalt, wanneer dus liefde voor God en de medemensen u daartoe brengt. Dan zal zij goed zijn en hoeft u een verantwoording niet te vrezen.
Maar zonder liefde is er steeds het gevaar dat u zondigt. Want zonder liefde is ook de wil niet goed. En wat u dan verricht, zal daarmee in overeenstemming ook zijn uitwerking hebben. Want u zult wel uw medemensen om de tuin kunnen leiden, maar nooit God die in uw hart ziet. Maar de lof van de medemensen moet u niet tot daden verleiden die zich voor God niet staande kunnen houden. Alleen liefde maakt een daad waardevol en de liefde zal ook steeds juist handelen. De liefde zal willen helpen en elke behulpzame daad is God welgevallig en zal door Hem gezegend zijn.
Amen
Übersetzer