Der Geist aus Gott äußert sich in mancherlei Weise, denn je nach Fähigkeit, nach der geistigen Reife kann er im Menschen wirken.... und auch die Wesensart des Menschen ist bestimmend, welche Gabe des Geistes ihm zuteil wird. Eine Geistesgabe zu empfangen setzt immer das Gestalten zur Liebe voraus, also eine Wandlung des Wesens im freien Willen. Es kann sich der Geist Gottes nur in ein Gefäß ergießen, das tauglich ist zur Aufnahme.... ein Gefäß, das also hergerichtet wurde durch uneigennütziges Liebewirken zum Empfang des göttlichen Liebestrahles.... Es kann keine Gabe des Geistes erwartet werden von einem Menschen, der diese Umgestaltung zur Liebe noch nicht vollzogen hat. Folglich also sind die Gaben des Geistes immer nur Auswirkung eines Lebenswandels in Liebe, niemals aber willkürlich verliehene Gaben.... Sie müssen also "angestrebt" werden, was wohl ein jeder kann, aber selten nur getan wird. In welcher Weise nun der Geist Gottes wirksam wird, das entspricht der Aufgabe, die einem vom Geist Gottes beschatteten Menschen im Erdenleben gestellt worden ist, die Gottes Weisheit wohl erkannte als segenbringend für die Menschheit, die aber doch den freien Willen des Menschen voraussetzt. Gott weiß es wahrlich, wer Ihm dienen will und wie dieser sich gestaltet, und Er stellt daher den Menschen an den Platz, wo er am wirksamsten tätig sein kann.... Die Menschen in der Endzeit müssen aufgerüttelt werden, weil sie völlig verflachen in ihrem Denken und daher ungewöhnlich beeindruckt werden müssen, um aus ihrer Ruhe aufgestört zu werden. Aber auch ungewöhnliche Erscheinungen haben eine ganz natürliche Erklärung; doch was dem einen natürlich erscheint, ist dem anderen unfaßbar, weil er geistig blind ist. Diesen "Blinden im Geist" also wird ein "Sehender" gegenübergestellt, ein Mensch, der sich von seiner Erdgebundenheit lösen kann und gleichsam entrückt wird in das geistige Reich und der aus diesem geistigen Reich zurückkehrt zur Erde mit einer Gabe, die irdisch nicht gewonnen werden kann.... Er wird mit Kräften arbeiten, die ihm-unmöglich-Scheinendes möglich machen.... er wird durch das Wort Kranke heilen können oder hellschauend in die Zukunft zu blicken vermögen, er wird tiefste Weisheit besitzen und also auch den Mitmenschen vermitteln können.... oder ihm wird offenbar sein, was den Menschen sonst verhüllt ist.... Er wird in fremden Sprachen reden können.... es wird sichtlich das Wirken des göttlichen Geistes zutage treten.... doch nur dann, wenn es gilt, die Seelen der Menschen für das Reich Gottes zu gewinnen, denn der Geist Gottes wirket nur geistig auf die Menschen, niemals aber, um irdische Interessen zu fördern. Es wird also der Besitzer einer Geistesgabe immer ein Arbeiter im Weinberg des Herrn sein.... Er wird durch diese Gabe ein Vertreter Gottes auf Erden sein, der Sein Reich aufbauen und vergrößern will und sich dies zur Lebensaufgabe gesetzt hat. Nur durch diese bereitwilligen Diener Gottes wird sich Sein Geist äußern, den Mitmenschen erkenntlich, wenngleich ein jeder Mensch erfüllt sein kann mit Seinem Geist und also auch hell und klar erkennt und befähigt ist, seine Erkenntnis den Mitmenschen weiterzugeben. Sie können jedoch immer nur bedacht werden ihrem Willen entsprechend, und Bedingung zum Empfang einer offensichtlichen Geistesgabe ist, daß sie arbeiten wollen für Gott und Sein Reich. Denn Gott will Sich durch Menschen der gesamten Menschheit offenbaren. Gott will erkannt werden in Seinem Wirken, und darum muß sich ein Mensch als Mittler finden, solange Gott Selbst nicht den Menschen entgegentreten kann, solange Unglaube und geistige Blindheit dieses völlig ausschalten.
Und so geht daraus hervor, daß Gott Selbst Sich offenbart durch Seinen Geist, der durch einen Menschen sich äußert, wenn es gilt, die Menschen zum Glauben zu führen, ihnen Licht zu geben, ihre Augen zu öffnen für das Licht, das von oben auf die Menschen herabstrahlt.... wenn es gilt, den Menschen den Zweck ihres Erdenlebens vorzustellen und den Weg zum Ziel zu erleuchten.... Alle Gaben des Geistes haben nur den einen Zweck, auf die Seelen der Menschen einzuwirken in göttlichem Sinn. Dann werden Kräfte in einem Menschen ausgelöst, die sichtlich ein göttliches Einströmen bezeugen.... das Einströmen einer Kraft, die in Gott ihren Ausgang hat.... die Kraft des göttlichen Geistes....
Amen
ÜbersetzerDe Geest uit God uit Zich op velerlei manieren. Want al naar begaafdheid, naar de geestelijke rijpheid, kan Hij in de mens werkzaam zijn. En ook de aard van de mens is bepalend, welke gave van de Geest hem ten deel valt. Het ontvangen van een Geestesgave stelt altijd het (zich) vormen tot liefde voorop, dus een verandering van het wezen in vrije wil. De Geest Gods kan Zich alleen in een vat uitgieten, dat geschikt is om op te nemen. Een vat, dat dus in orde werd gebracht door onbaatzuchtige werken van liefde, om de goddelijke straal van Liefde te ontvangen. Er kan niet op een gave van de Geest worden gerekend door een mens, die deze omvorming tot liefde nog niet heeft volbracht. Derhalve zijn dus de gaven van de Geest steeds alleen het gevolg van een levenswandel in liefde, maar nooit zijn het willekeurig verleende gaven. Ze moeten dus worden nagestreefd, wat ieder wel kan, maar wat slechts zelden wordt gedaan. Op welke wijze nu de Geest Gods werkzaam wordt, beantwoordt aan de taak, die een door God’s Geest overschaduwde mens in het aardse leven is gesteld, die door God’s Wijsheid wel werd ingezien als zegenbrengend voor de mensheid, maar Die toch de vrije wil van de mens vooropstelt.
God weet waarlijk wie Hem wil dienen en hoe deze zich vormt. En Hij zet daarom de mens op de plaats, waar hij het meest doeltreffend bezig kan zijn. De mensen in de eindtijd moeten worden wakker geschud, omdat ze totaal vervlakken in hun denken en daarom buitengewoon onder de indruk moeten komen, om uit hun rust te worden gehaald. Maar ook ongewone verschijnselen hebben een heel natuurlijke verklaring, doch wat de één natuurlijk voorkomt, is voor de ander onbegrijpelijk, omdat hij geestelijk blind is. Dus tegenover deze blinden van geest wordt een “ziende” geplaatst, die zich van zijn gebonden zijn aan de aarde kan losmaken en als het ware weggenomen wordt in het geestelijke rijk en die uit dit geestelijke rijk naar de aarde terugkeert met een gave, die aards niet kan worden verkregen. Hij zal met krachten werken, die hem wat onmogelijk schijnt mogelijk maken. Hij zal door het woord zieken kunnen genezen of in staat zijn helderziend in de toekomst te kijken. Hij zal diepste wijsheid bezitten en dus ook aan de medemensen kunnen overbrengen, of hem zal duidelijk zijn wat voor de mens anders is verborgen. Hij zal in vreemde talen kunnen spreken, zichtbaar zal het werken van de goddelijke Geest aan het licht komen, maar alleen dan, wanneer het er om gaat de zielen van de mensen voor het rijk Gods te winnen. Want de Geest Gods werkt alleen geestelijk in de mensen, maar nooit om aardse belangen te bevorderen. Dus zal de bezitter van een gave van de Geest steeds een arbeider in de wijngaard van de Heer zijn. Hij zal door deze gave een vertegenwoordiger van God op aarde zijn, die Zijn rijk wil opbouwen en vergroten en zich dit tot levenstaak heeft gesteld.
Alleen door deze bereidwillige dienaren Gods zal Zijn Geest Zich uiten, voor de medemensen duidelijk zichtbaar, ofschoon ieder mens vervuld kan zijn met Zijn Geest en deze dus ook helder en duidelijk herkent en bekwaam is zijn weten aan de medemensen door te geven. Ze kunnen echter steeds alleen bedacht worden in overeenstemming met hun wil. En voorwaarde om een kennelijke gave van de Geest te ontvangen is, dat ze willen werken voor God en Zijn rijk. Want God wil Zich door mensen uit de gehele mensheid openbaren. God wil herkend worden in Zijn werken. En daarom moet er een mens als tussenpersoon te vinden zijn, zolang God Zelf de mensen niet tegemoet kan treden, zolang ongeloof en geestelijke blindheid dit volledig uitschakelen.
En zo vloeit hieruit voort, dat God Zelf Zich door Zijn Geest openbaart, Die Zich door een mens uit, wanneer het erom gaat de mensen tot geloven te brengen, hen licht te geven, hun ogen te openen voor het licht dat van boven op de mensen neerstraalt; wanneer het erom gaat de mensen de zin van hun aardse leven bekend te maken en de weg naar het doel te verlichten. Alle gaven van de Geest hebben alleen deze ene bedoeling: op de zielen van de mensen in te werken in goddelijke zin. Dan worden krachten in een mens in werking gezet, die duidelijk van een goddelijk binnenstromen getuigen; het binnenstromen van een kracht, die in God zijn oorsprong heeft, de Kracht van de goddelijke Geest.
Amen
Übersetzer