Kundgabe mit Übersetzung vergleichen
Umgestaltung des Wesens.... Vergöttlichen....
Nicht Ich kann euch formen nach Meinem Willen, sondern ihr selbst müsset das Umgestaltungswerk eures Wesens vollbringen, denn dies ist Zweck und Ziel Meines gesamten Schöpfungsplanes, daß sich Meine geschaffenen Werke zu Meinen Kindern gestalten, zu göttlichen Wesen aus freiem Willen.... Es ist so viel Kraft in einem jeden Meiner Geschöpfe, daß das Erreichen des Zieles wohl möglich ist, doch es kann die Kraft ungenützt bleiben, und daran kann auch Meine Allmacht nichts ändern, will Ich nicht gegen Mein Gesetz der ewigen Ordnung Selbst verstoßen und den Willen unfrei machen.
Ihr könnet, wenn ihr es wollet, euch zu Göttern gestalten, zu Mir gleichen Wesen, die in völliger Verschmelzung mit Mir macht- und kraftvoll sind und doch als Einzelwesen denken, wollen und handeln in Seligkeit. Ihr könnet es, doch ob ihr es wollet, müsset ihr selbst bestimmen.... Euer Wollen, Denken und Handeln im Zustand der Unvollkommenheit steht euch völlig frei, kann sich aber nach jeder Richtung entfalten. Daß ihr völlig frei seid, kann zwar auch euren erneuten Absturz in die Tiefe zeitigen, euch aber auch unbegrenzte Seligkeiten schaffen, die niemals einem gebundenen Willen erreichbar sein könnten. Abgrundlos stürzen und euch unermeßlich hoch aufschwingen könnet ihr, immer aber wird euch eine Stütze angeboten, an der ihr euch halten oder euren Aufstieg erleichtern könnet.... Ich Selbst bin immer bereit, euch diese Stütze zu sein, Ich bin immer bereit, euch aufzuhalten, wenn die Gefahr des Absturzes droht, und Ich bin immer bereit, euch emporzuziehen, wenn ihr Meine Hilfe erbittet. Ihr seid niemals schutzlos einer Gefahr ausgeliefert, ihr seid niemals so schwach, daß ihr eine Hilfeleistung nicht erbeten könnet.... doch auch dazu wieder muß euer Wille bereit sein, und ihr müsset an Mich glauben, so ihr Meine Hilfe anfordern wollet. Dieser Glaube an Mich aber ist schon die erste Wandlung eures Willens.... Darum bedeutet er auch sichere Hilfe.... Und diesen Glauben will Ich erwecken in den Wesen, die als Mensch verkörpert ihren Willen nicht recht gebrauchen, die unablässig nach unten streben und in höchster Gefahr sind, abzustürzen in die Tiefe. Ein Fünkchen Glauben an eine Macht kann seinen Sturz aufhalten, und darum suche Ich Selbst Mich den Menschen erkenntlich zu machen, auf daß sie den Glauben an Mich gewinnen. Das Leben jedes einzelnen weiset so viele Beweise eines Eingreifens Meiner Macht und Liebe auf, daß auch ein jeder einzelne den Glauben leicht gewinnen könnte, wenn er nur dieser kleinen Beweise achtete. Doch das Denken des Menschen geht irrige Wege, und das wieder deshalb, weil er ohne Liebe lebt.... denn er kann erst dann glauben, wenn er richtig denkt, und kann erst richtig denken, wenn sein Herz liebewillig ist.... Liebefähig ist wohl jeder Mensch, nur daß das Ziel seiner Liebe er selbst ist und diese Ichliebe erst gewandelt werden muß in Liebe zum Nächsten, bevor das Wort "Liebe" angebracht ist, das den Glauben zur Folge hat. Der Mensch lebt ständig in einer Umgebung, wo er die Nächstenliebe üben kann, doch gezwungen wird er niemals dazu, doch es hängt alles davon ab, ob er die Liebe in sich entzündet und zu einer hellen Flamme werden lässet.... Es hängt alles davon ab, Erkennen, Glaube, rechtes Nützen seines Willens und die ewige Seligkeit.... Zur Liebe aber kann er nicht gezwungen werden, nur ständig ermahnt und angeregt; die Liebe in sich muß er selbst entzünden und dadurch auch gewissermaßen die Wesenswandlung vollziehen, die Zweck und Ziel seines Erdendaseins wie auch Erfüllung Meines Heilsplanes von Ewigkeit ist, der ein Vergöttlichen dessen bezweckt, was als Schöpfungswerk aus Meiner Hand hervorgegangen ist, aber zur höchsten Seligkeit gelangen soll, die Ich ihm nicht geben kann, sondern von dem Wesen selbst erworben werden muß....
Amen
Übersetzer
De verandering van het wezen Vergoddelijking
Niet IK kan u vormen naar Mijn Wil, maar uzelf moet het werk uw wezen te veranderen, volbrengen; want dit is de bedoeling en het doel van Mijn hele scheppingsplan, dat de werken die IK geschapen heb zich tot Mijn kinderen vormen, tot goddelijke wezens uit vrije wil. Er is zoveel kracht in ieder van Mijn schepselen dat het bereiken van het doel heel wel mogelijk is, maar de kracht kan onbenut blijven en daaraan kan ook Mijn Almacht niets veranderen, wil IK niet Zelf tegen Mijn wet van eeuwige ordening ingaan en uw wil onvrij maken.
U kunt, wanneer u wilt, u tot goden vormen, tot wezens die aan MIJ gelijk zijn, die in totale versmelting met MIJ vol van macht en kracht zijn - en die toch als individuen denken, willen en handelen in gelukzaligheid. U kunt het, maar of u het wilt, moet u zelf bepalen. Uw willen, denken en handelen in de staat van volmaaktheid staat u geheel vrij, het kan zich dus naar elke richting heen ontvouwen. Dat u totaal vrij bent, kan u weliswaar onbegrensde vreugden verschaffen die voor een gebonden wil nooit bereikbaar kunnen zijn; maar peilloos diep vallen of u onmetelijk hoog verheffen, liggen beide bij u dicht bij elkaar. Steeds echter wordt u een steun ter beschikking gesteld waaraan u zich kan vasthouden of waardoor u uw weg omhoog lichter kunt maken.
IK Zelf ben steeds bereid u tegen te houden wanneer het gevaar omlaag te storten dreigt - en IK ben ook steeds bereid u omhoog te trekken wanneer u Mijn hulp afsmeekt. U bent nooit weerloos aan een gevaar overgeleverd, u bent nooit zo zwak dat u geen bijstand kunt afbidden - maar ook daartoe moet uw wil weer bereid zijn en moet u in MIJ geloven als u Mijn hulp wilt vragen. En dit geloof in MIJ is al de eerste verandering van uw wil en daarom betekent het zekere hulp voor u.
En dit geloof wil IK tot leven wekken in de wezens die als mens belichaamd, hun wil niet goed gebruiken, die onafgebroken hun weg naar beneden zoeken en in het grootste gevaar zijn neer te storten in de diepte. Een vonkje geloof in Mijn Macht kan hun val tegenhouden en daarom probeer IK Zelf MIJ aan de mensen kenbaar te maken opdat zij het geloof in MIJ verkrijgen.
Het leven van ieder afzonderlijk laat zoveel bewijzen van 'n ingrijpen van Mijn Macht en Liefde zien, dat ook ieder voor zich het geloof makkelijk zou kunnen verkrijgen als hij maar op deze kleine bewijzen acht sloeg. Doch het denken van de mens gaat verkeerde wegen en dat komt weer omdat hij zonder liefde leeft, want hij kan dan pas geloven als hij juist denkt en hij kan pas juist denken als zijn hart bereid is liefde te geven.
Wel is ieder mens tot liefde in staat, alleen maar dat hijzelf het doel van zijn liefde is, en deze eigenliefde eerst veranderd moet worden in liefde tot de naaste, voor het woord "liefde" hier op z'n plaats is, dat het geloof tot gevolg heeft. De mens leeft voortdurend in een omgeving waarin hij de naastenliefde kan beoefenen, maar hij wordt er niet toe gedwongen; het hangt er allemaal van af of hij de liefde in zich ontsteekt en tot een heldere vlam laat worden - alles hangt daar van af: het inzicht, het geloof, het juiste gebruik van zijn wil en de eeuwige gelukzaligheid. Maar tot liefde kan hij niet gedwongen worden, alleen maar doorlopend vermaand en aangespoord. De liefde moet hij zelf in zich ontsteken en daardoor de verandering van zijn wezen voltrekken, wat de bedoeling en doel van zijn aards bestaan is, evenals de vervulling van Mijn heilsplan van eeuwigheid, die een vergoddelijking van datgene ten doel heeft wat als scheppingswerk uit Mijn Hand is voortgekomen, maar de hoogste gelukzaligheid moet bereiken, die IK hem niet kan geven, integendeel door ieder wezen zelf moet worden verworven.
Amen
Übersetzer