• Zurück

Rechte Jünger.... Geistwirken.... Warum Irrlehren....

Meine Jünger waren von Meinem Geist erleuchtet, und darum lehrten sie recht. Sie konnten nichts anderes reden, so sie warben für Mich und Mein Reich, als was Ich ihnen in den Mund legte, was ihnen also Mein Geist kundtat. Und sie lehrten das gleiche, was Ich Selbst auf Erden den Menschen predigte; sie unterwiesen sie in Meinem Namen, sie sprachen an Meiner Statt, und also verkündeten sie das rechte Evangelium den Menschen, wie es Mein Wille war. Und immer werden die ihre rechten Nachfolger sein, die gleichfalls von Meinem Geist erleuchtet sind, denn sie allein werden die Wahrheit reden, sie allein werden Meine rechten Vertreter auf Erden sein. Wer aber nicht von Meinem Geist erleuchtet ist und dennoch predigt, der wird nicht die reine Wahrheit vertreten, denn ein Mensch, in dem Mein Geist nicht wirken kann, der wird die Wahrheit verdrehen, er wird für Mein Wort, das Ich einst gesprochen habe, eine falsche Auslegung anwenden, er wird Irrtum lehren, wenngleich er sich schulmäßig ein Wissen angeeignet hat und er sich befähigt glaubt, als Lehrer die Mitmenschen unterweisen zu können. Die einfachste Erklärung dafür aber ist die: Wo Mein Geist nicht wirken kann, dort wirkt der Geist Meines Gegners, und das wahrlich in einer die Wahrheit bekämpfenden Weise.... Und daraus geht hervor, wie leicht es möglich war, daß Meine reine Lehre verunstaltet wurde und jetzt in der Form eines Zerrbildes den Menschen dargeboten wird. Mein gesprochenes Wort geistig zu verstehen, wie Ich es verstanden haben will, setzt Geisteswirken im Menschen voraus, es setzt ein erleuchtetes Denken voraus und dieses wieder einen Lebenswandel ganz nach Meinem Willen. Letzterer aber besteht nicht im Erfüllen von kirchlich-erlassenen Geboten, sondern einzig und allein im Erfüllen Meiner Gebote, der Gebote der Gottes- und der Nächstenliebe. Ein Leben in Liebe macht den Menschen zum Aufnahmegefäß Meines Geistes, und nur ein solcher Mensch ist befähigt, die Mitmenschen zu belehren, er allein besitzt das Wissen um den geistigen Sinn jedes Meiner Worte.... Und dieses Wissen ist unbedingt nötig, um den krassen Irrtum zu erkennen, den die Menschen aus Meinem Wort gemacht haben. Dieses Wissen, das also durch Meinen Geist einem Menschen, der Mir dienen will, zugeleitet wird, berechtigt zum Lehren, und dann geschieht eine jede Belehrung wieder unter der Assistenz Meines Geistes.... Wer für Mich arbeitet, wird nichts aussprechen, als was in Meinem Willen liegt, weil Ich es will, daß den Menschen die Wahrheit gegeben wird.... (19.2.1950) Der Geist der Unwahrheit beherrscht aber darum die Menschen, weil sich Mein Geist, der Vermittler der Wahrheit, nicht mehr äußern kann bei denen, die da glauben, die Nachfolger Meiner Jünger zu sein, die das Lehramt verwalten und selbst mit dem Geber der Wahrheit nicht in Verbindung stehen. Sie legen wohl Mein Wort aus, doch der geistige Sinn Meines Wortes ist ihnen gänzlich unbekannt, sie lehren, was ihnen die Väter lehrten, gedankenlos nahmen sie diese Lehren hin, und bedenkenlos gaben sie sie auch weiter, uneingedenk dessen, daß sie sich für jedes Wort dereinst verantworten müssen. Sie sind, als selbst blind im Geist, blinde Führer der Mitmenschen, sie führen diese anstatt zur Wahrheit hin von der Wahrheit weg, sie stellen eine Lehre als Lehre Christi hin, die Ich nie und nimmer auf Erden verkündet habe, und das darum, weil sie nur dem Buchstaben nachgehen und den wahren Sinn nicht verstehen, weil Mein Geist sie nicht erleuchten kann. Sie suchen nicht die Wahrheit, weil sie glauben, sie zu besitzen, und also suchen sie nicht Mich, und Ich kann sie deshalb nicht in die Wahrheit leiten. Denn suchten sie Mich, dann lebten sie auch in der Liebe, und dann würden sie Mich auch erkennen, weil Ich Mich einem jeden offenbare, der an Mich glaubt und Meine Gebote hält. Wer Mein Jünger sein will, der muß Mir nachfolgen gleichwie Meine Apostel, der muß ein Leben führen in uneigennütziger Nächstenliebe, auf daß sein Geist in ihm erwache, auf daß er durch die Liebe die Verbindung mit Mir eingeht und er dann von Mir Selbst belehrt werden kann, wie es geschrieben steht: "Ihr werdet alle von Gott gelehret sein...." Mein Geist wird ihn in die Wahrheit leiten, und dann erst kann er Mein Vertreter auf Erden sein....

Amen

Hoe konden dwaalleren ontstaan?

Mijn discipelen waren door Mijn GEEST verlicht en daarom onderwezen zij juist. En wanneer zij mensen voor MIJ en Mijn rijk wierven, konden zij niet anders spreken dan wat IK hun in de mond legde, wat Mijn GEEST hun dus openbaarde. En zij leerden dus hetzelfde wat IKZelf op aarde tot de mensen preekte. Zij onderwezen hen in Mijn Naam, zij spraken in Mijn plaats en zodoende verkondigden zij het zuivere evangelie aan de mensen zoals het Mijn Wil was.

En steeds zullen degenen die eveneens door Mijn GEEST verlicht zijn ook hun ware opvolgers zijn, want zij alleen zullen de waarheid spreken, zij alleen zullen Mijn ware vertegenwoordigers zijn op aarde.

Wie echter niet door Mijn GEEST verlicht is en toch predikt, die zal ook niet de zuivere waarheid uitdragen. Want een mens - in wie Mijn GEEST niet werkzaam is zal de waarheid verdraaien, hij zal aan Mijn Woord, dat IK eens gesproken heb, een verkeerde uitleg geven. Hij zal dwaling verkondigen, ofschoon hij zich door studie een weten heeft eigen gemaakt, en nu denkt bekwaam te zijn om als leraar zijn medemensen te kunnen onderwijzen.

De eenvoudigste verklaring hierover echter is: Waar Mijn GEEST niet kan werken daar is de geest van Mijn tegenstander werkzaam, en dat natuurlijk op een wijze die in strijd is met de waarheid. En daaruit volgt hoe gemakkelijk het mogelijk was dat Mijn zuivere leer misvormd werd en nu in de vorm van een karikatuur de mensen wordt aangeboden.

Om Mijn gesproken Woord geestelijk te begrijpen, zoals IK hebben wil dat het begrepen moet worden, stelt een werkzaam zijn van de GEEST in de mens voorop. Het stelt een verlicht denken voorop en dit weer een levenswandel geheel naar Mijn wil. Deze levenswandel bestaat echter niet in het vervullen van kerkelijk opgelegde geboden, maar enkel en alleen in het vervullen van Mijn geboden, de geboden GOD en de naasten te beminnen.

Een leven in de liefde maakt de mens geschikt als opnamevat van Mijn GEEST, en alleen zo'n mens is bekwaam zijn medemensen te onderrichten. Hij alleen heeft het inzicht van de geestelijke betekenis van elk Woord van MIJ, en dit inzicht is onvoorwaardelijk nodig om de grove dwaling die de mensen uit Mijn Woord gemaakt hebben te herkennen.

Deze kennis die dus door Mijn GEEST aan een mens wordt gegeven die MIJ dienen wil, geeft de bevoegdheid te onderrichten en dan geschiedt ook elk onderricht weer met bijstand van Mijn GEEST. Wie voor MIJ werkt zal niets uitspreken dan wat volgens Mijn Wil is, want IK wil dat de mensen de waarheid gegeven wordt.

De geest der onwaarheid beheerst echter daarom de mensen, omdat Mijn Geest, die de waarheid overbrengt Zich niet meer kan uiten aan hen die van mening zijn de opvolgers van Mijn discipelen te zijn. Die dus het leerambt uitoefenen en toch zelf niet met de Gever van de waarheid in verbinding staan. Zij leggen wel Mijn Woord uit, maar de geestelijke zin ervan is hun geheel onbekend. Zij leren wat de vaderen hun leerden. Zonder na te denken nemen zij deze leringen aan en onbekommerd geven zij deze ook verder, er niet aan denkend - dat zij zich ook voor elk woord eens moeten verantwoorden.

Zij zijn dus zelf geestelijk blind, blinde leiders van hun medemensen. Inplaats van hen tot de waarheid te brengen, leiden zij de mensen steeds verder van de waarheid weg. Zij stellen een leer als de "leer van CHRISTUS" voor, die IK nooit of te nimmer op aarde verkondigd heb. En dat alleen, omdat zij alleen afgaan op de letter, en de ware zin niet begrijpen - omdat Mijn GEEST hen niet verlichten kan. Zij zoeken de waarheid niet omdat zij denken haar te bezitten. Zodoende zoeken zij MIJ niet, en IK kan hen daarom niet in aanraking brengen met de waarheid. Want als zij MIJ zochten zouden zij ook in de liefde leven en MIJ ook herkennen, want IK openbaar MIJ aan een ieder die in MIJ gelooft en Mijn geboden onderhoudt.

Wie Mijn volgeling wil zijn moet MIJ navolgen zoals Mijn apostelen. Hij moet leven in onbaatzuchtige naastenliefde opdat zijn geest in hem zal ontwaken, opdat hij door de liefde de verbinding met MIJ aangaat en hij dan door MIJZelf onderwezen kan worden zoals er geschreven staat: "U moet allen door MIJ onderwezen zijn". Mijn GEEST zal hem de waarheid binnenvoeren en pas dan kan hij ook MIJ op aarde vertegenwoordigen.

Amen