• Zurück

Gnadenmaß unbegrenzt.... Keine Bevorzugung des einzelnen....

Es wird euch allzeit das Maß von Gnade zuteil, das ihr annehmen, d.h. wirksam an euch werden lassen wollet. Ich bin stets bereit, Gnaden auszuschütten über jeden Menschen, doch nicht alle sind gewillt, sie entgegenzunehmen, sich zu öffnen dem Gnadenstrom und sich darin zu baden. Wie oft werdet ihr von Meiner Gnade umwogt, wie oft schütte Ich das Füllhorn Meiner Gnade aus über die Erde, und es hat jeder die Berechtigung, sich in ihren Besitz zu setzen. Doch Meine Gnadengabe wird nur selten gewertet als ein Liebegeschenk von Mir von höchstem Erfolg. Und darum ist die Entwicklung der Menschen auf Erden so verschieden, darum gibt es so viele Stufen der Reife, und darum bleiben viele Menschen unten, während andere zur höchsten Höhe emporsteigen, weil immer mehr Gnade ihnen winkt, je höher sie steigen. Meine Liebe aber umfasset alle Meine Geschöpfe, und darum bedenke Ich keines karg.... Nehmen können sie alle von Mir, soviel sie wollen, aber sie wollen nicht viel, d.h., nur wenige haben den Wert meiner Gnaden erkannt und bereichern sich daran, weil sie nicht beschränkt werden in der Entgegennahme von Gnaden, weil sie ständig arbeiten an sich und also auch die Gnaden wirksam werden lassen. Ich zwinge jedoch niemandem die Gnade auf.... Ich gebe auch denen, die sie nicht von selbst begehren, Ich biete sie ihnen an, aber dann muß erst der Wille des Menschen bereit sein, Mein Geschenk anzunehmen, ansonsten es völlig ohne Wirkung bleibt, also sie in Wirklichkeit keine Gnade empfangen haben. Daß nun bei wenigen Menschen die Zufuhr der Gnade offensichtlich ist, darf nicht zu dem Schluß berechtigen, daß Ich diese Menschen außergewöhnlich bedenke, daß sie nach Meiner Wahl bestimmet sind, Großes zu leisten, und Ich sie darum mit Gnade überschütte.... Der Wille dieser Menschen war bereit, mit Meiner Gnade zu wirken zu Meiner Ehre.... Darum konnten sie auch schöpfen unermeßlich aus dem Gnadenquell, den Meine Liebe jedem Menschen erschlossen hat. Doch wer sich Meiner Gnaden bedienet, der kann alles erreichen auf Erden, was ihm geistig zum Ziel gesetzt ist. Denn Meine Gnade empfangen heißt, nichts mehr ohne Mich zu tun, jegliche Hilfeleistung von Mir zu erbitten und zu erreichen und ständig unter Meinem besonderen Schutz zu stehen.... Er lebt in Meiner Gnade, Ich sehe ihn wohlgefällig an, denn seine Gedanken suchen Mich des öfteren im Bewußtsein dessen, daß Ich sein treuester Freund und Vater bin, Der ihn mit Gnadengaben überreich bedenket. Ohne Gnade braucht kein Mensch auf Erden auszukommen, d.h., stets bin Ich zur Hilfe bereit, wo Meine Hilfe benötigt wird, weil Mein Erbarmen und Meine Liebe allen Meinen Geschöpfen gilt, denen Ich zur Seligkeit verhelfen will; wer Meine Gnade annimmt, der wird selig werden, doch wer sie zurückweiset, der ist rettungslos verloren auf ewige Zeiten, weil niemand ohne Meine Hilfe dem geistigen Tode entrinnen kann....

Amen

De mate van genade is onbegrensd - Geen bevoorrechting van de enkeling

Altijd valt u de mate van genade ten deel die u wilt aannemen, dat wil zeggen: werkzaam bij u wilt laten worden. Ik ben steeds bereid genaden uit te gieten over ieder mens, maar niet alle zijn van zins ze in ontvangst te nemen, zich open te stellen voor de genadestroom en zich daarin te baden. Hoe vaak wordt u gehuld in Mijn genade, hoe vaak giet Ik de hoorn des overvloeds van Mijn genade uit over de aarde. En ieder heeft het recht zich hiervan in bezit te stellen.

Maar Mijn genadegave wordt maar zelden gewaardeerd als een geschenk van Mijn Liefde met het grootste resultaat. En daarom is de ontwikkeling van de mensen op aarde zo verschillend. Daarom zijn er zoveel niveaus van rijpheid. En daarom blijven veel mensen beneden, terwijl andere tot de hoogste hoogte opklimmen, omdat steeds meer genade hen wenkt, hoe hoger ze klimmen.

Maar Mijn Liefde omvat al Mijn schepselen en daarom bedenk Ik er niet één karig. Ze kunnen allen van Mij nemen zoveel als ze willen, maar ze willen niet veel. Dat wil zeggen: slechts weinigen hebben de waarde van Mijn genaden ingezien en verrijken zich eraan, omdat ze niet beperkt worden in het in ontvangst nemen van genaden, omdat ze voortdurend aan zichzelf werken en dus ook de genaden werkzaam laten worden.

Toch dring Ik niemand de genade op. Ik geef ook aan diegenen, die ze niet uit zichzelf begeren. Ik bied ze hun aan, maar dan moet eerst de wil van de mens bereid zijn Mijn geschenk aan te nemen, daar dit anders geheel zonder uitwerking blijft, dus ze in werkelijkheid geen genade ontvangen hebben.

Dat nu bij weinig mensen de toevoer van genade overduidelijk is, mag niet de reden zijn te concluderen dat Ik deze mensen buitengewoon bedenk, dat ze overeenkomstig Mijn keuze zijn voorbestemd iets groots tot stand te brengen en Ik ze daarom met genade overlaad. De wil van deze mensen was bereid met Mijn genade werkzaam te zijn tot Mijn eer. Daarom konden ze ook mateloos putten uit de bron van genade die Mijn Liefde voor ieder mens heeft ontsloten.

Maar wie van Mijn genade gebruik maakt, kan op aarde alles bereiken wat hem geestelijk ten doel is gesteld. Want Mijn genade ontvangen wil zeggen: niets meer zonder Mij te doen, elke hulpverlening van Mij af te smeken en te bewerkstelligen en voortdurend onder Mijn bijzondere bescherming te staan. Hij leeft in Mijn genade. Ik zie hem met welgevallen aan, want zijn gedachten zoeken Mij vaak, in het bewustzijn dat Ik zijn trouwste vriend en Vader ben, die hem met genadegaven rijkelijk bedenkt.

Geen mens hoeft het op aarde zonder genade te klaren. Dat wil zeggen: Ik ben steeds tot hulp bereid waar Mijn hulp nodig is. Want Mijn erbarmen en Mijn Liefde gaan uit naar al Mijn schepselen, die Ik wil helpen zalig te worden. Wie Mijn genade aanneemt zal gelukzalig worden, maar wie ze afwijst is voor eeuwige tijden reddeloos verloren, omdat niemand zonder Mijn hulp aan de geestelijke dood kan ontsnappen.

Amen