• Zurück

Gott spricht durch das Herz zum Menschen....

Was euch das Herz gebietet, das sollet ihr tun, denn durch das Herz rede Ich zu euch, vorausgesetzt, daß ihr Meine Stimme vernehmen wollet. Ihr könnet also das Herz sprechen lassen oder auch den Verstand, d.h., ihr könnet eurem Empfinden Beachtung schenken oder auch die Vernunft walten lassen, also irgendwelchen Vorteil anstreben durch euer Handeln, während das Herz diesen Vorteil nicht erzielt. Wollet ihr aber, daß Ich euch berate, indem ihr zuvor Mich bittet um Unterweisung, dann brauchet ihr nur eures Empfindens zu achten, und es wird wahrlich recht sein, was ihr nun tut. Dann ist euer Herz nur der Vermittler Meines Willens, und seiner Stimme könnet ihr folgen. So auch werdet ihr empfindungsgemäß belehrt, d.h., ihr lehnet instinktiv ab, was falsch ist und nehmet an, was der Wahrheit entspricht. Und so ist auch zu erklären, warum Menschen, die Mir innig verbunden sind, empfindungsmäßig ablehnen, so ihnen Irrlehren unterbreitet werden. Es ist dies ein Zeichen, daß sich ihre Seele wehrt gegen etwas ihr Unzuträgliches, daß sie im Verlangen nach dem Rechten und Wahren vom Geist in sich gewarnt wird, etwas Unwahres anzunehmen, daß sie sich also unbewußt feindlich einstellt und ihre Einstellung nicht verbirgt, sondern offen bekennt. Dann veranlasse Ich Selbst diesen Menschen dazu, daß er sich ablehnend äußert, weil Ich will, daß Irrlehren gebrandmarkt werden als verderblich für die Seele. Schweigt aber in einem Menschen die innere Stimme, daß er nicht das Falsche einer Handlung oder Lehre erkennt, dann verlangt er nicht Meinen Rat, sondern ist von sich selbst oder seiner Urteilsfähigkeit überzeugt.... Er fragt nicht und kann daher auch keine Antwort erhalten.... Ich kann nicht durch das Herz zu ihm sprechen, da er nicht seiner Empfindungen achtet. Der Ablehnungswille würde aber dennoch in ihm erwachen, so es ihm nur ernst wäre um die reine Wahrheit, die er aber immer nur über Mich und durch Mich finden könnte. Wer einer Irrlehre zum Opfer fällt, muß die Schuld bei sich selbst suchen, denn sowie er die Wahrheit verlangt, wird sie ihm geboten werden. Denn stets spreche Ich durch das Herz zu denen, die von Mir unterwiesen werden wollen, weil Ich keinen Menschen im Irrtum belasse, der nach der Wahrheit verlangt....

Amen

God spreekt door het hart tot de mens

U zult moeten doen wat het hart u gebiedt. Want door het hart spreek Ik tot u, vooropgesteld dat u mijn stem zult willen vernemen. U zult dus het hart kunnen laten spreken, of ook het verstand. Dat wil zeggen: u zult aan uw gevoelens aandacht kunnen schenken of ook het verstand laten heersen, dus een of ander voordeel nastreven door uw handelen, terwijl het hart dit voordeel niet verkrijgt. Maar wilt u dat Ik u raad geef doordat u Mij tevoren vraagt om onderrichting, dan hoeft u alleen maar op uw gevoelens te letten en dan zal het waarlijk goed zijn wat u doet. Dan is uw hart enkel de overbrenger van mijn wil. En aan zijn stem zult u gevolg kunnen geven.

Zo wordt u ook overeenkomstig uw gevoel onderricht. Dat wil zeggen: u wijst instinctief af wat verkeerd is en neemt aan wat overeenstemt met de waarheid. En zo is ook te verklaren, waarom mensen die innig met Mij zijn verbonden, het gevoelsmatig afwijzen als hun dwaalleren worden voorgehouden. Dit is een teken dat hun ziel zich verweert tegen iets dat voor haar schadelijk is, dat ze in het verlangen naar het juiste en ware door de geest in zich ervoor wordt gewaarschuwd iets onwaars aan te nemen, dat ze zich dus onbewust vijandig opstelt en haar instelling niet verbergt, maar openlijk bekent. Dan breng Ik zelf deze mens ertoe, dat hij zich afwijzend uit, omdat Ik wil dat dwaalleren worden gebrandmerkt als verderfelijk voor de ziel.

Maar zwijgt de innerlijke stem in een mens, zodat hij het verkeerde van een handeling of leer niet inziet, dan verlangt hij niet naar mijn raad, maar is van zichzelf of zijn beoordelingsvermogen overtuigd. Hij vraagt niet en kan daarom geen antwoord ontvangen. Ik kan niet door het hart tot hem spreken, daar hij niet let op zijn gevoelens. Maar de wil om af te wijzen zou in hem toch worden gewekt, als het hem maar serieus te doen was om de zuivere waarheid, die hij echter steeds alleen via Mij en door Mij zou kunnen vinden. Wie het slachtoffer wordt van een dwaalleer, moet de schuld bij zichzelf zoeken. Want zodra hij de waarheid verlangt, zal ze hem worden aangeboden. Want steeds spreek Ik door het hart tot degenen die door Mij onderwezen willen worden, omdat Ik geen mens in dwaling laat die naar de waarheid verlangt.

Amen