• Zurück

Veranlassung zu Gottes außergewöhnlichem Wirken.... (12. Jahrestag des Wortempfangs)

Groß ist die geistige Not, und wieder ist eine Zeit des Tiefstandes, wie zur Zeit der Niederkunft Christi, denn die Menschen vermögen nicht mehr, Meine Stimme zu vernehmen, sie wollen und können Mich nicht mehr hören und gehen daher plan- und ziellos ihren Erdenlebensweg, wenngleich sie irdische Ziele verfolgen und dafür überaus tätig sind. Doch den Zugang zu Mir finden sie nicht mehr, und also halten sie sich abseits Dessen, Der ihr einziges Ziel sein sollte. Sie erkennen Mich nicht an, weil sie nichts mehr von Mir wissen und daher auch keine Liebe zu Mir empfinden, die sie aus dem geistigen Tiefstand erheben würde zur Höhe. Es ist dies darum ein Notzustand, weil die Erkenntnislosigkeit einen qualvollen Zustand in der Ewigkeit nach sich zieht und die letzte Zeit des Erdenlebens nur ausgenützt zu werden brauchte, um diesem qualvollen Zustand zu entgehen. Ich weiß um das furchtbare Los der Seelen, Ich sehe die Menschen in ihrer Blindheit dem Abgrund zusteuern, Ich rufe ihnen Mahn- und Warnworte zu, Ich sende ihnen Führer in den Weg, die sie zurückdrängen sollen auf den rechten Weg, der zu Mir führt. Doch der Wille der Menschen ist beharrlich auf den Abgrund gerichtet, die Menschen lassen sich nicht belehren, sie leisten Widerstand und entwinden sich Meiner Fürsorge.... sie lehnen sich auf gegen Mich, Den sie lieben sollten aus ganzem Herzen, Dem sie zudrängen sollten wie Kinder ihrem Vater. Sie folgen den Lockrufen der Welt, sie leben nur ein irdisches Leben, und darum kann Ich Mich ihnen nicht nähern, und sie können Mein Wort nicht vernehmen, durch das Ich sie für Mich gewinnen möchte für ewig.... Und doch lasse Ich die Menschen nicht fallen, und so sie Mich Selbst nicht hören wollen, suche Ich Mich ihnen auf Umwegen zu nähern.... Ich sende ihnen Boten zu, denen sie nicht offen ablehnend gegenüberstehen, und durch diese Boten spreche Ich zu ihnen Worte der Liebe und der Sorge um ihre Seelen. Ich möchte zu Meinen Kindern kommen, aber sie nehmen Mich nicht auf.... Und so wähle Ich eine Umhüllung, Ich verberge Mich hinter denen, die für Mich sind und doch auch Umgang haben mit jenen, die Mir noch fernstehen. Und so trete Ich auch mit diesen in Verbindung und offenbare Mich ihnen, wenngleich sie Mich nicht erkennen und nur Meine Boten sprechen hören.

Könnet ihr Menschen nun verstehen, was Mich veranlaßt, außergewöhnlich in Erscheinung zu treten, indem Ich Mein Wort zur Erde leite, indem Ich zu den Menschen spreche durch Mir ergebene Diener? Könnet ihr die große Not begreifen, die Ich beheben möchte und darum zu allen Mitteln greife, um Zugang zu finden zu den Weltmenschen? Es ist nicht mehr viel Zeit, und Hilfe ist dringend geboten, wenn Ich Meine Geschöpfe nicht verlorengehen lassen will, wenn Ich sie bewahren will vor einem nochmaligen Gang durch die gesamte Schöpfung. Die große geistige Not könnet ihr Menschen nicht in ihrer Tragweite ermessen, doch Mich erbarmen die Menschen, die noch so viele Möglichkeiten hätten, ihren Erdenlebenszweck zu erfüllen und die nicht daran denken, was nach ihrem Tode mit ihnen wird. Sie erbarmen Mich, und doch kann Ich ihnen nicht anders zu Hilfe kommen als durch Mein Wort. Ich kann sie nur belehren und ihnen ihre Not vorstellen, doch zwingen kann Ich sie nicht, sich zu wandeln nach Meinem Willen. Nur eines kann Ich den Menschen zu wissen geben, daß Ich wahrlich alle Mittel anwende, um ihnen zu helfen, und daß Ich darum Mich selbst verkörpere im Geiste derer, die Mir helfen wollen an der Erlösung der Menschen. Und so glaubet denen, die Ich als Meine Boten euch zusende, glaubet es, daß die geistige Not riesengroß ist, daß Ich Mich aber eines jeden einzelnen annehme, der Mir nicht Widerstand leistet.... daß Ich Selbst ihm nahetrete und er Mich erkennen kann, wenn er nur will. Lasset euch helfen und weiset Mich nicht ab, kehret noch um, entfliehet dem Abgrund.... noch ist es Zeit, doch kurz nur ist die Frist, die Ich euch noch gebe bis zum Ende.... Lasset euch warnen und folget Meinen Dienern, die Ich euch zusende, und erkennet darin nur die große Liebe eures Vaters, Der euch alle zur Heimkehr in das Vaterhaus bewegen will, auf daß ihr selig werdet....

Amen

De aanleiding tot GOD's buitengewone werkzaamheid

Groot is de geestelijke nood op aarde. Weer is er een laag geestelijk niveau net als in de tijd van Mijn komst op de aarde, want de mensen zijn niet meer in staat Mijn Stem te vernemen. Zij kunnen en willen MIJ niet meer vernemen en gaan daarom zonder doel of plan hun aardse levensweg, ofschoon zij aardse doeleinden beogen waarvoor zij buitengewoon actief zijn. De weg tot MIJ echter vinden zij niet meer en zo houden zij zich afzijdig van HEM, DIE hun enige doel behoort te zijn.- Zij geloven niet meer in MIJ omdat zij niets meer van MIJ weten, en zij voelen daarom ook geen liefde voor MIJ die hen uit hun lage geestelijke toestand zou helpen.

Deze situatie kan als een noodtoestand beschouwd worden, omdat een gebrek aan geestelijke kennis ook een staat van ellende in de eeuwigheid tot gevolg heeft. Maar een ieder kon deze toestand voorkomen, als hij zijn leven op de juiste manier zou benutten. IK ken het vreselijke lot van de zielen en zie de mensen in hun blindheid de afgrond tegemoet gaan. IK roep hun vermaningen en waarschuwingen toe, IK zend leiders op hun weg die hen naar MIJ terug willen brengen, maar de wil van de mensen is bij voortduring op de afgrond gericht. Zij laten zich niet meer onderrichten, maar bieden weerstand aan de door MIJ gevolmachtigden, en onttrekken zich op die manier aan Mijn zorg.

Zij komen zelfs in opstand tegen MIJ, DIE zij van ganser harte zouden moeten liefhebben en tot WIE ze graag moesten willen gaan als kinderen tot hun VADER. Maar zij volgen liever de lokkende roep van de wereld.

Zij kiezen alleen voor het aardse leven en daarom kan IK hen niet meer bereiken. Daarom kunnen zij ook Mijn Woord niet meer vernemen waarmee IK hen wil winnen voor eeuwig. Desondanks laat IK de mensen niet vallen en wanneer zij niet naar MIJ willen luisteren moet IK proberen hen via omwegen te bereiken. IK zend hun dan boden toe waar zij niet afwijzend tegenover staan, en door deze boden spreek IK tot hen dan Woorden van Liefde om de zorg van hun ziel. IK wil graag tot Mijn "kinderen" komen maar zij nemen MIJ niet op. Daarom kies IK voor MIJ een uiterlijke vorm (B.D.) en verberg MIJ achter hen die MIJ zijn toegenegen, maar omgaan met hen die nog ver van MIJ af staan. Op die manier treed IK met hen in verbinding, ofschoon zij MIJ niet herkennen en alleen Mijn boden horen spreken.

Kunt u, mensen nu begrijpen wat MIJ ertoe beweegt MIJzelf op buitengewone wijze te openbaren door Mijn Woord naar de aarde te zenden, door tot de mensen te spreken via MIJ gewillige dienaren? Kunt u de grote nood begrijpen die IK af wil wenden, om welke reden IK alle middelen uitbuit om toegang te krijgen bij de mensen van de wereld? Er is niet veel tijd meer tot het einde, daarom is hulp dringend nodig als IK Mijn schepselen niet verloren wil laten gaan en IK hen bewaren wil voor een herhaalde weg door de gehele schepping.

Deze grote nood kan door u mensen in zijn volle draagwijdte niet gemeten worden. Maar IK ontferm MIJ over de mensen die nog veel mogelijkheden zouden hebben hun aardse doel te bereiken, maar er nochtans niet aan denken hoe het met hen gesteld zal zijn nà hun dood. IK heb medelijden met hen maar kan hen niet anders helpen dan met Mijn Woord van boven. IK kan hen alleen onderrichten en wijzen op hun grote nood, maar om reden van hun vrije wil kan IK hen onmogelijk dwingen zich te veranderen volgens Mijn wens. Alleen dit kan IK de mensen laten weten, dat IK waarlijk alle middelen zal aanwenden om hen te helpen en daarom Mijn GEEST zal uitstorten over hen die MIJ helpen met de verlossing van de mensen.

Geloof dus diegenen die IK u toezend als Mijn boden en geloof dat de geestelijke nood reusachtig groot is. Dat IK een ieder aanneem die MIJ geen weerstand biedt zodat IKZelf hem nader kan komen en hij MIJ kan herkennen als hijzelf maar wil.

Laat MIJ daarom helpen en wijs MIJ niet af, keer op uw schreden terug en ontvlucht de afgrond. Nog bestaat daartoe de mogelijkheid, ofschoon de termijn die IK u nog geef vóór het einde maar kort is. Laat u waarschuwen en volg Mijn dienaren die IK u zend, en herken daaraan de grote Liefde van uw VADER, DIE u allen tot de thuiskeer in het VADERhuis bewegen wil, opdat u zalig wordt.

Amen