Der geistigen Entwicklung gemäß geht auch das Weltgeschehen seinen Gang, und also wird auch das Chaos immer größer werden, weil die Menschheit ständig rückschreitet in der Entwicklung. Denn sie entfernt sich immer mehr vom Liebepol und strebt dem Gegenpol zu, der völlig bar jeder Liebe ist. Und dies muß sich irdisch auswirken in völligem Durcheinander, in völliger Unordnung und also in einem für die Menschen unerträglichen Dasein, in irdischer Not, in Erkenntnislosigkeit, Irrtum, falschem Denken und Handeln und zuletzt völligem Untergang, weil in solcher Unordnung nichts ewig bestehen kann. Und also treibt die Menschheit ihrem geistigen und leiblichen Untergang entgegen, und das ist das Ende.... Wo noch eine Aufwärtsentwicklung vor sich geht, dort wird auch der Zustand der Unordnung nicht in dem Maße anzutreffen sein, doch dem allgemeinen Zustand auf Erden ist auch das Leben des Einzelnen angepaßt, erträglicher nur deshalb, weil dieser sich zu Gott hält und Seine Hilfe in Anspruch nimmt. Weltlich gesehen aber reiht sich ein Geschehen an das andere an, immer dem Entwicklungsgrad der Menschen entsprechend, und da diese Entwicklung also rückschrittlich vor sich geht, so folgen auch immer größere Lieblosigkeiten einander, d.h., irdische Maßnahmen und Verfügungen beschwören immer mehr Unheil herauf für die Menschen, das Leid und die Not wird immer größer, denn die Menschheit lebt ohne Gott und kann daher auch nur solche Pläne zur Ausführung bringen, die der Gegner Gottes ihr unterbreitet. Und daher wird weltlich keine Besserung zu erwarten sein, denn wo eine Besserung angestrebt wird, dort muß die Liebe vorherrschen, diese aber ist erkaltet, und die Lieblosigkeit gebärt nur Gott-Widriges. Und wo eine Besserung ersichtlich ist, dort nur auf Kosten der Mitmenschen, die in vergrößerte Drangsal dadurch gestürzt werden. Es ist das Treiben des Satans in der Endzeit offen ersichtlich und erkennbar jedem, der erkennen will.... Und der Zeitpunkt rückt immer näher, wo seine Macht gebrochen wird auf lange Zeit. Zuvor aber lässet ihm Gott volle Freiheit, denn der Menschen Wille ist ihm zugewandt und vermehrt selbst seine Kraft auf Erden. Und nur die Menschen, die Gott zustreben im freien Willen, können sich seiner Macht entziehen, weil sie von der Kraft Gottes durchströmt sind und das Wirken der Gegenkraft Gottes klar erkennen. Doch alle Menschen können durch das Weltgeschehen auch den erkennen, der ohne Liebe ist, und sie können bei ernstem Willen sich frei machen von ihm.... Denn Gott hat das Gesetz der Liebe in eines jeden Menschen Herz gelegt und dem Menschen Verstand gegeben, klar zu erkennen, sowie gegen dieses göttliche Gesetz gesündigt wird.... Und darum lässet Er auch das große Weltgeschehen sich so abwickeln, daß es den Menschen die Augen öffnen kann, wenn sie sehen wollen.... Und es liegt ihnen selbst ob, sich zum Guten oder zum Schlechten.... zum Liebeswirken oder zu Taten der Lieblosigkeit zu bekennen. Entsprechend wird auch sein Erdenleben sich mehr oder weniger in der Ordnung bewegen und auch der Grad seiner Erkenntnis sein. Und auch das letzte Ende wird ihm nicht überraschend kommen, so er der Zeichen achtet und des Weltgeschehens, das entsprechend dem Willen der Menschheit seinen Lauf nimmt....
Amen
ÜbersetzerOvereenkomstig de geestelijke ontwikkeling heeft ook het wereldgebeuren zijn loop, dus zal ook de chaos steeds groter worden, omdat de mensheid voortdurend achteruitgaat in haar ontwikkeling. Want ze verwijdert zich steeds meer van de liefdepool en stuurt aan op de tegenpool, die helemaal zonder enige liefde is. En dit moet aards zijn uitwerking hebben in volslagen wanorde en dus in een voor de mensen onverdraaglijk bestaan, in aardse nood, in het ontbreken van inzicht, in dwaling, verkeerd denken en handelen en uiteindelijk in de algehele ondergang, omdat er in zo'n wanorde niets eeuwig kan bestaan. En dus gaat de mensheid haar geestelijke en lichamelijke ondergang tegemoet; en dat is het einde.
Waar nog een positieve ontwikkeling gaande is, zal ook de staat van wanorde niet in die mate aan te treffen zijn, doch het leven van de enkeling is ook aan de algehele toestand op aarde aangepast, alleen verdraaglijker, omdat deze zich aan God vasthoudt en een beroep doet op Zijn hulp. Maar werelds gezien stapelt zich de ene gebeurtenis op de andere, steeds beantwoordend aan de ontwikkelingsgraad van de mensen. En daar dus deze ontwikkeling een gedurige teruggang vertoont, volgen zo ook steeds grovere vormen van liefdeloosheid elkaar op, d.w.z.: aardse maatregelen en besluiten veroorzaken steeds meer onheil voor de mensen, het leed en de nood wordt steeds groter, want de mensheid leeft zonder God en kan daarom ook alleen maar zulke plannen ten uitvoer brengen die Gods tegenstander haar voorhoudt.
En daarom zal er werelds geen verbetering te verwachten zijn, want waar een verbetering wordt nagestreefd, moet de liefde de overhand hebben, maar deze is bekoeld en de liefdeloosheid brengt alleen maar dat voort wat tegen God gericht is. En waar een verbetering te zien is, is dat alleen ten koste van de medemensen, die daardoor in een nog grotere tegenspoed worden gestort. De activiteiten van de satan in de eindtijd zijn duidelijk zichtbaar en herkenbaar voor eenieder die zien wil. En het tijdstip komt steeds naderbij waarin zijn macht voor lange tijd gebroken wordt.
Tevoren zal God hem echter de volledige vrijheid laten, want de wil van de mensen is op hem gericht en vergroot zelfs zijn kracht op aarde. En alleen de mensen die in vrije wil de verbinding met God nastreven, kunnen zich aan zijn macht onttrekken, omdat ze met Gods Kracht vervuld zijn en het werkzaam zijn van de aan God vijandige kracht duidelijk herkennen. Maar alle mensen kunnen door het wereldgebeuren ook hem herkennen die zonder liefde is, en door serieus te willen, kunnen ze zich van hem los maken. Want God heeft de wet van de liefde in het hart van ieder mens gelegd en de mensen verstand gegeven om duidelijk in te zien, zodra er tegen deze goddelijke wet wordt gezondigd.
En daarom laat Hij ook het grote wereldgebeuren zo verlopen, dat het de mensen de ogen kan openen wanneer ze zien willen. En het ligt aan hen zelf, uit te komen hetzij ten goede of ten kwade, voor werken van liefde of voor daden van liefdeloosheid. Dienovereenkomstig zal ook zijn aardse leven meer of minder in de ordening verkeren en zal ook de graad van zijn inzicht zijn. En ook het laatste einde zal voor hem niet onverwachts komen, als hij let op de tekens en het wereldgebeuren, dat beantwoordend aan de wil van de mensheid zijn loop neemt.
Amen
Übersetzer