• Zurück

Nichterkennen des Unrechtes.... Eintreten für Recht....

Die Verblendung der Menschen geht so weit, daß sie nicht mehr zu unterscheiden vermögen, wo das Recht aufhört und die Ungerechtigkeit beginnt. Ein jeder Mensch urteilt nach seinem Empfinden, und dieses Empfinden entspricht seinem Lebenswandel, seiner inneren Gesinnung und seiner Einstellung zu Gott und der Welt. Es ist das eine die Folge des anderen, es ist das Leben des Menschen ausschlaggebend, wie er das Handeln des Mitmenschen beurteilt. Und folglich wird das Unrecht nicht mehr als solches erkannt und verabscheut, sondern es wird geduldet und gutgeheißen, denn es lebt die Menschheit nicht mehr dem göttlichen Willen entsprechend, sondern sie wandelt ihren Weg weit ab von den Geboten Gottes, von den Geboten der Liebe. So sie aber darauf hingewiesen wird, die Gebote Gottes zu erfüllen, wird selbst dieser Hinweis als Unrecht angesehen, während der Mensch offene Ungerechtigkeiten ausüben kann ohne Mißbilligung der Mitmenschen. Und jene werden verurteilt und öffentlich gebrandmarkt. Und das ist das verkehrte Denken der Menschen, das Abweichen vom rechten Pfade.... Der rechtlich Denkende aber wird sein Recht nicht mehr verteidigen können, er wird sich beugen müssen, sowie er die irdische Gewalt fürchtet. Und doch soll er sich nicht beirren lassen, er soll tun und reden, was ihm sein Herz gebietet, er soll wissen, daß, so er für Recht und Gerechtigkeit streitet, er für Gott sich einsetzt, Der Selbst das gerechteste Wesen ist und das gleiche auch von den Menschen fordert. Er soll wissen, daß sein Schweigen gleich ist dem Dulden der Ungerechtigkeit, daß er reden muß, so er dadurch Ungerechtigkeiten verhindern kann. Er darf sich auch nicht zurückschrecken lassen von Drohungen der Welt, wo es gilt, die Seele der Mitmenschen zu bewahren vor Irrtum oder falschen Belehrungen. Denn diese haben wieder unzählige falsche oder ungerechte Handlungen zur Folge. Recht ist alles, was der Mensch vor Gott verantworten kann, oder was ihm sein Gewissen bei strengster Selbstkritik erlaubt.... Wer aber Gott Selbst als Richter über sich, über sein Handeln und Denken, anerkennt, den wird auch die Stimme des Gewissens recht leiten, die Gott als Mahner und Warner einem jeden Menschen ins Herz gelegt hat....

Amen

Het niet inzien van onrecht - Opkomen voor recht

De verblinding van de mensen gaat zo ver, dat ze niet meer in staat zijn te onderscheiden waar het recht ophoudt en de onrechtvaardigheid begint. Ieder mens oordeelt naar zijn gevoel en dit gevoel beantwoordt aan zijn levenswandel, zijn innerlijke gesteldheid en zijn instelling tot God en de wereld. Het ene is het gevolg van het andere. Het leven van de mens is doorslaggevend, hoe hij het handelen van de medemens beoordeelt. En bijgevolg wordt het onrecht niet meer als zodanig herkend en verafschuwd, maar wordt het geduld en goed gevonden, want de mensheid leeft niet meer in overeenstemming met de goddelijke Wil, maar ver verwijderd van de geboden Gods gaat ze haar weg, ver verwijderd van de geboden der liefde. Als ze er echter op gewezen wordt, de geboden Gods na te komen, wordt zelfs deze aanwijzing als onrecht beschouwd, terwijl de mens openlijk onrechtvaardigheden kan bedrijven, zonder dat dit wordt afgekeurd door de medemensen. En die eersten worden veroordeeld en openlijk gebrandmerkt. En dat is het verkeerde denken van de mensen, het afwijken van het rechte pad.

Maar hij, die rechtschapen denkt, zal zijn recht niet meer kunnen verdedigen. Hij zal zich moeten buigen, zodra hij de aardse macht vreest. En toch moet hij zich niet in de war laten brengen, hij moet handelen en spreken, wat zijn hart hem gebiedt. Hij zal weten, dat - als hij strijdt voor recht en rechtvaardigheid - hij zich inzet voor God, Die Zelf het meest rechtvaardige Wezen is en ditzelfde ook van de mensen vraagt. Hij zal weten, dat zijn zwijgen hetzelfde is als het dulden van ongerechtigheid; dat hij moet spreken, als hij daardoor onrechtvaardigheid kan verhinderen. Hij mag zich ook niet laten afschrikken door dreigingen van de wereld, als het erom gaat de ziel van de medemens te behoeden voor dwaling of verkeerde onderrichting, want deze hebben weer ontelbare verkeerde of onrechtvaardige handelingen tot gevolg. Recht is alles, wat de mens voor God kan verantwoorden of wat zijn geweten hem bij strengste zelfkritiek veroorlooft. Maar wie God Zelf als Rechter over zich, over zijn handelen en denken erkent, zal ook juist worden geleid door de stem van het geweten, die God als vermaner en waarschuwer ieder mens in het hart heeft gelegd.

Amen