Die nahende Unwetterkatastrophe ist von entscheidender Bedeutung für alle Menschen insofern, als auch das Weltgeschehen dadurch eine Änderung erfährt, die Menschen aber nun vor andere Aufgaben und Ereignisse gestellt werden, die nicht weniger schwer und leidvoll sich auswirken. Es ist eine bange Zeit, die zunächst die Überlebenden durchmachen, denn sie wissen nicht, ob und wann sich diese Naturkatastrophe wiederholen wird. Viele Menschen wissen auch nichts über den Verbleib ihnen nahestehender Menschen, viele werden ganz allein und verlassen zurückbleiben, und Trübsal und Kummer wird überall anzutreffen sein, und es wird fast kein Haus sein, das nicht traurige Menschen birgt, und in dem Lande, wo die Stimme Gottes gesprochen hat, keine Stadt, die nicht Trümmer aufzuweisen hat. Und dann wird sich die Liebe bewähren müssen, und es wird einer dem anderen das Leid tragen helfen müssen, wollen die Menschen sich das Leben erträglich gestalten und nicht gänzlich verzweifeln. Das Leid auf Erden hat nur andere Formen angenommen, es kann aber den Menschen noch nicht gänzlich genommen werden, solange sie sich nicht zu Gott bekehren und ihre geistige Aufgabe zu erfüllen trachten. Und darum müssen auch jene nun betroffen werden, die durch das Weltgeschehen bisher unberührt blieben. Und also löset eine unvorstellbar schwere Zeit die Zeit des Weltenbrandes ab, spürbar überall, wo die Lieblosigkeit vorherrscht. Die Menschen können sich eine Naturkatastrophe in dem Ausmaß nicht vorstellen, wie sie der Erde bevorsteht, und sie wird auch anfangs nicht in ihrem Ausmaß erkannt werden, denn es wird langer Zeit bedürfen, ehe die Kunde davon die Welt durcheilt hat, und diese Ungewißheit erhöht das Leid und die Sorge, ist doch jegliche Verbindung mit der Umwelt abgeschnitten und schwer wieder herzustellen. Und die Menschen werden bedrängt werden von der herrschenden Gewalt und zur Ausübung von Verrichtungen herangezogen werden, die fast über ihre Kräfte gehen, und sie werden sich nicht wehren können und ein hoffnungsloses Leben führen ohne Aussicht auf Besserung. Und doch ist solches Leid nötig, sollen die Menschen ihrer eigentlichen Bestimmung zugeführt werden, d.h. die Verbindung mit Gott anknüpfen und sich dort Rat und Hilfe erbitten. Und dann soll ihnen das Wort Gottes nahegebracht werden, dann soll ihnen gepredigt werden vom Wirken Gottes, von Seinem Willen und Seiner göttlichen Liebelehre, dann sollen sie hingewiesen werden auf das Leben nach dem Tode, auf die Vergänglichkeit alles Irdischen, auf den Sinn und Zweck des Erdenlebens und ihre Aufgabe, die in der Gestaltung ihrer Seelen besteht und in einem dem Willen Gottes entsprechenden Erdenlebenswandel.... Bald ist die Stunde gekommen, da Gott zu den Menschen sprechen wird in einer Weise, daß die ganze Welt in Aufruhr kommen wird. Denn eine Nacht wird unsägliches Elend über die Menschen bringen, deren Länder von dieser Katastrophe betroffen werden, und der anbrechende Tag wird entsetzlich sein, denn er wird den Überlebenden ein Bild der Verwüstung zeigen, das alle Befürchtungen und alle Vorstellungen übertrifft. Doch der Wille Gottes ist unabänderlich, denn Er weiß um die Notwendigkeit einer Erschütterung des menschlichen Denkens, Er weiß um die Not der Seelen, und um ihnen zu helfen in dieser Not, wird es sich vollziehen so, wie es bestimmt ist seit Ewigkeit....
Amen
ÜbersetzerHet naderende rampzalige noodweer is van beslissende betekenis voor alle mensen in zoverre, dat ook het wereldgebeuren daardoor een verandering ondergaat, maar de mensen nu voor andere opgaven en gebeurtenissen worden geplaatst, die een niet minder moeilijke en smartelijke uitwerking hebben. Het is een angstige tijd, die de overlevenden aanvankelijk doormaken. Want ze weten niet of en wanneer deze natuurcatastrofe zich zal herhalen.
Veel mensen weten ook niets over de verblijfplaats van mensen met wie ze nauwe betrekkingen hebben. Vele zullen helemaal alleen en verlaten achterblijven. En ellende en kommer zal overal te vinden zijn. En er zal bijna geen huis zijn, waarin geen treurige mensen wonen en in het land, waar de Stem Gods heeft gesproken, geen stad, waar geen puinhopen te zien zijn. En dan zal de liefde zich waar moeten maken en zal de één het leed moeten helpen dragen van de ander, als de mensen zich het leven draaglijk willen maken en niet helemaal de moed willen verliezen.
Het leed op aarde heeft alleen andere vormen aangenomen. Maar het kan nog niet helemaal van de mensen worden weggenomen, zolang ze zich niet tot God bekeren en proberen hun geestelijke taak te vervullen. En daarom moeten ook diegenen worden getroffen, die door het wereldgebeuren tot dusver onaangeraakt bleven. En dus volgt een onvoorstelbaar zware tijd op de tijd van de wereldbrand, overal duidelijk merkbaar waar de liefdeloosheid overheerst.
De mensen kunnen zich een natuurcatastrofe van die omvang niet voorstellen, zoals ze de aarde te wachten staat. En ze zal ook in het begin niet in haar omvang worden doorzien, want er zal lange tijd nodig zijn, eer de mare ervan de wereld is rondgegaan. En deze onzekerheid maakt het leed en de zorg groter, want elke verbinding met de buitenwereld is verbroken en moeilijk weer tot stand te brengen. En de mensen zullen in het nauw worden gedreven door de heersende macht en worden opgeroepen tot uitoefening van verrichting, die hun krachten bijna te boven gaan. En ze zullen zich niet kunnen verweren en een leven leiden zonder hoop, zonder vooruitzicht op verbetering.
En toch is dergelijk leed nodig, willen de mensen naar hun eigenlijke bestemming worden toegeleid, dat wil zeggen de verbinding met God aanknopen en voor zich daar raad en hulp afsmeken. En dan moet hen het Woord Gods worden bijgebracht. Dan moet hen over de werken Gods worden verkondigd, over Zijn Wil en Zijn goddelijke leer van de liefde. Dan moeten ze gewezen worden op het leven na de dood, op de vergankelijkheid van al het aardse, op de zin en het doel van het leven op aarde en hun taak, die bestaat in de vorming van hun ziel en in een levenswandel op aarde in overeenstemming met Gods Wil.
Spoedig is het uur gekomen, dat God tot de mensen zal spreken op een manier, dat de hele wereld in beroering zal komen. Want een nacht zal onnoemelijke ellende brengen over de mensen, wier landen door deze catastrofe worden getroffen. En de dag, die dan aanbreekt, zal verschrikkelijk zijn, want hij zal de overlevenden een aanblik van verwoesting tonen, die nog veel erger is dan wat ze hadden gevreesd. Maar aan de Wil van God valt niet te tornen. Want Hij is op de hoogte van de noodzaak, het menselijke denken te schokken. Hij kent de nood van de zielen en om hen te helpen in deze nood, zal het zich voltrekken, zoals het is vastgesteld sinds eeuwigheid.
Amen
Übersetzer