Kundgabe mit Übersetzung vergleichen

Weitere Übersetzungen:

Geben, um zu empfangen.... Opfer bringen....

Bringet dem Herrn des Himmels und der Erde jedes Opfer, auf daß Er euch bedenken kann eurer Liebe gemäß. Die Seele verlangt zumeist nach der Welt, sie verlangt nach dem, was dem Körper zuträglich ist, und dies hindert sie, mit dem Geist in ihr in Verbindung zu treten, es hindert sie, dem Begehren des Geistes nachzukommen. Vorteil kann ihr aber nur die Erfüllung dessen eintragen, was der Geist in ihr sie zu tun heißt. Sowie euch nun der Körper drängt nach Erfüllung seiner Begierde, sollt ihr ihm widerstehen, denn dann erst kann sich der Geist in euch entfalten, und was euch der Geist vermittelt, wiegt alle irdischen Genüsse und Freuden auf. Der Geist aber, der sich in euch äußert, so ihr ihm dazu die Möglichkeit gebt durch euren Willen, ist ein Funke des göttlichen Liebegeistes, er ist eine Ausstrahlung Gottes, also ein Teil von Ihm, und dieser göttliche Liebesfunke soll in euch zu einer helleuchtenden Flamme werden, und es ist dazu nichts weiter nötig, als daß ihr diesem Funken ständig Nahrung zuführt, daß er sich zu einer hellen Flamme entwickeln kann. Ihr müsset ständig geben, auf daß ihr empfangen könnt, d.h. alles Irdische hingeben, um Geistiges zu empfangen. Also muß eure Seele nur mehr das befolgen, was der Geist in euch fordert, und alles Verlangen des Körpers unbeachtet lassen. Sie muß opfern, was dem Körper Freude macht, und darf dafür ungeahnte geistige Schätze entgegennehmen, die jedes Opfer ausgleichen. Wer hingibt, der empfängt; wer aber nimmt, dem wird gleichfalls genommen werden. Geistiges Gut aber wiegt jedes Opfer auf, denn es ist wertvoller als jegliche irdischen Reichtümer. Die Zuwendung geistigen Gutes ist immer ein Akt der Liebe, es schließt Gott das Erdenkind voller Innigkeit an Sein Herz, Er teilet also Seine Liebe aus, und (es = d. Hg.) empfängt der Mensch etwas überaus Kostbares, wenn diese Liebe sich in eine äußere Form kleidet, wenn Gott dem Menschen Sein Wort vermittelt. Das göttliche Wort ist sonach ein sichtbares Zeichen der Liebe Gottes zu den Menschen.... Das göttliche Wort ist aber auch nur dann entgegenzunehmen, wenn der Mensch gibt.... wenn er dahingibt, was dem Körper bisher Freude bereitet hat. Es muß der Mensch opfern, um empfangen zu können, denn Opfer bringen bezeuget Liebe.... Gibt der Mensch selbst etwas hin, was ihm wertvoll erschien, so beweist er diese Liebe, und Gott lohnet ihm seinen Willen. Er bedenket den Menschen nun mit Seiner Gnade, denn Seine Liebe ist unendlich, und Er will nicht, daß das Erdenkind darbet, sondern daß es empfängt, doch es darf ihm dann nichts Irdisches wertvoller erscheinen, so daß es dieses begehrt.... Dann verwehrt es der göttlichen Liebe den Eingang zu seinem Herzen. Dann unterbindet der Mensch das Wirken des göttlichen Geistes, und dann ist des Menschen Herz noch nicht aufnahmefähig für die Gabe, die Gott ihm bieten möchte.... denn er kann nur empfangen von Gott, wenn er dahingibt, was der Welt angehört....

Amen

Übersetzer
Dies ist eine Originalkundgabe von Bertha Dudde

Geven om te ontvangen – Offers brengen

Breng de Heer van de hemel en de aarde elk offer, opdat Hij u overeenkomstig uw liefde bedenken kan. De ziel verlangt meestal naar de wereld. Ze verlangt naar dat, wat voor het lichaam bevorderlijk is en dit hindert haar om met de geest in haar in verbinding te treden. Het hindert haar om het begeren van de geest te vervullen. Maar voordeel kan haar alleen maar de vervulling van dat opleveren, wat de geest in haar, haar wil zeggen te doen.

Zodra het lichaam u nu dringt om zijn begeerten te vervullen, moet u zich tegen deze verzetten, want pas dan kan de geest in u zich ontplooien en wat de geest u geeft, weegt tegen alle aardse genietingen en vreugden op. Maar de geest, die zich in u uit, als u hem door uw wil daartoe de mogelijkheid biedt, is een vonk van de goddelijke liefdesgeest. Het is een uitstraling van God, dus een deel van Hem en deze goddelijke liefdesvonk moet in u tot een helder schijnende vlam worden en daarvoor is er niets meer nodig, dan dat u deze vonk voortdurend voedsel geeft, opdat deze zich tot een heldere vlam kan ontwikkelen. U moet voortdurend geven, opdat u ontvangen kunt. Dat wil zeggen al het aardse opgeven, om geestelijk te ontvangen.

Zodoende moet uw ziel alleen maar meer dat naleven, wat de geest in u eist en geen aandacht schenken aan de verlangens van het lichaam. Ze moet dat opofferen, wat het lichaam vreugde verschaft en ze mag daarvoor ongekende geestelijke schatten in ontvangst nemen, die elk offer compenseert. Wie geeft, die ontvangt, maar wie neemt, van hem zal eveneens afgenomen worden. Maar geestelijke goederen wegen tegen elk offer op, want deze zijn waardevoller dan welke aardse rijkdom dan ook.

De schenking van geestelijke goederen is altijd een daad van liefde. God sluit het mensenkind in alle vurigheid aan Zijn hart. Hij deelt dus Zijn liefde uit en de mens ontvangt iets buitengewoon kostbaars, wanneer deze liefde zich in een uiterlijke vorm kleedt, wanneer God de mens Zijn woord geeft. Het goddelijke woord is dus een zichtbaar teken van de liefde van God voor de mens. Maar het goddelijke woord is alleen maar dan in ontvangst te nemen, wanneer de mens geeft. Wanneer hij opgeeft, wat het lichaam tot nog toe vreugde verschaft heeft.

De mens moet opofferen om te kunnen ontvangen, want het brengen van offers getuigt van liefde. Als de mens zelf iets opgeeft, wat hem waardevol leek, dan bewijst hij deze liefde en God beloont hem voor zijn wil. Hij bedenkt de mens nu met Zijn genade, want Zijn liefde is oneindig en Hij wil niet dat het mensenkind gebrek lijdt, maar dat het ontvangt.

Maar niets aards mag hem waardevoller lijken, zodat het mens hiernaar verlangt. Dan ontzegt het de goddelijke liefde de toegang tot zijn hart. Dan verhindert de mens het werkzaam zijn van de goddelijke geest en dan is het hart van de mens nog niet in staat om het geschenk van God, dat God hem zou willen aanbieden, op te nemen, want hij kan alleen maar van God ontvangen, als hij opgeeft, wat bij de wereld hoort.

Amen

Übersetzer
Übersetzt durch: Peter Schelling