Kundgabe mit Übersetzung vergleichen

Weitere Übersetzungen:

Zustand des Todes auf Erden und im Jenseits.... Untätigkeit....

Alles wandelt sich, und nichts bleibt, wie es ist.... Folglich lebt auch alles, was die Schöpfung birgt. Hingegen gibt es einen Zustand, der mit Recht leblos genannt werden kann.... Es ist dies der geistige Stillstand, der dort anzutreffen ist, wo der Materialismus vorherrscht. Dort ist zwar rege irdische Tätigkeit zu erkennen, geistige Tätigkeit jedoch ausgeschaltet. Und es hat dies zur Folge, daß jede seelische Fortentwicklung unmöglich ist, die Seele also im gleichen Zustand verharrt, in dem sie zuvor war. Untätigkeit aber ist ein Zeichen des Todes.... Was tot ist, ist regungslos, es ist gleichsam ohne jegliches Leben, es ist etwas Wertloses, das ohne Zweck und Ziel ist und daher unbeachtet bleibt. Es kann aber nicht von einem toten Wesen an sich gesprochen werden, denn so lange, wie die Kraft aus Gott einem Schöpfungswerk zuströmt, ist auch die Lebensfähigkeit in ihm. Diese Kraft aber entzieht Gott keinem Wesen, wenngleich es diese nicht nützt nach göttlichem Willen. Doch einem geistig untätigen Wesen entzieht Gott Seine Liebe, und dies hat den Stillstand zur Folge, und ein Erkalten der göttlichen Liebe wirkt sich aus in der Verhärtung des Geistigen (der geistigen Substanz ?). Dieses Los ist unsagbar traurig, denn beglückend ist nur der Zustand ununterbrochener Tätigkeit, bedrückend dagegen das Verharren in immer gleicher Außenform und noch bedrückender, wenn das Wesen seine Außenform ablegt und es in das geistige Reich eingeht und es keine Möglichkeit mehr hat, tätig zu sein.... wenn es zwangsmäßig in einen leblosen Zustand gedrängt ist durch eigene Schuld. Ewigkeiten kann das Wesen in diesem Zustand bleiben, ohne daß Ihm Hilfe gebracht werden kann, weil es verstockt ist und jede Hilfe ablehnt, wenn es also nichts dazu tut, den Untätigkeitszustand zu beenden. Im Erdenleben wird das Wesen diesen toten Zustand nicht so spüren, denn irdische Tätigkeit läßt ihn den geistig toten Zustand nicht erkennen. Folglich wird er auch nicht behoben, da dem Wesen der Wille mangelt. Und ist auf der Erde schon der Wille des Wesens gebunden, so ist dies noch weit mehr im Jenseits. Dort können ihm von allen Seiten Ratschläge gegeben werden, die Kraft mangelt dem Wesen auch zum Wollen.... es ist apathisch oder gänzlich verstockt.... Beides aber kennzeichnet die Gottferne und also den gebundenen, unfreien Zustand, der sich in Untätigkeit und mangelndem Willen äußert. Es ist dies der Zustand des Todes, der Finsternis, im Gegensatz zum Zustand des Lebens, das ist der Ewigkeit hellstes Licht und bedeutet unentwegte Tätigkeit....

Amen

Übersetzer
Dies ist eine Originalkundgabe von Bertha Dudde

Toestand van de dood op aarde en in het hiernamaals – Passiviteit

Alles verandert en niets blijft zoals het is. Bijgevolg leeft ook alles, wat de schepping in zich bevat. Daarentegen bestaat er een toestand, die met recht levenloos genoemd kan worden. Dit is de geestelijke stilstand, die daar aan te treffen is, waar het materialisme overheerst. Daar is weliswaar aardse activiteit te herkennen, maar geestelijke activiteit is er uitgeschakeld. En dit heeft tot gevolg, dat elke verdere ontwikkeling van de ziel onmogelijk is. Dat de ziel in dezelfde toestand blijft, waarin ze van tevoren al was.

Maar passiviteit is een teken van de dood. Wat dood is, is onbeweeglijk. Het is in zekere zin zonder enig leven. Het is iets, dat waardeloos is en daarom wordt het niet opgemerkt. Maar er kan niet van een dood wezen op zich gesproken worden. Want zo lang de kracht uit God naar een scheppingswerk toestroomt, is het ook in staat om te leven. Maar God ontneemt geen wezen deze kracht, ofschoon het deze niet volgens de goddelijke wil gebruikt.

Maar God onttrekt Zijn liefde aan een passief wezen en dit heeft de stilstand tot gevolg en een bekoelen van de goddelijke liefde heeft ook effect op de verharding van het geestelijke. Dit lot is onuitsprekelijk treurig, want gelukkig makend is enkel de toestand van ononderbroken werkzaamheid. Belastend daarentegen is het verblijf in steeds dezelfde uiterlijke vorm en nog meer belastend is het, wanneer het wezen zijn uiterlijke vorm aflegt en het het geestelijke rijk binnengaat en het geen mogelijkheid meer heeft om werkzaam te zijn. Wanneer het door eigen schuld gedwongen in een levenloze toestand gedrukt wordt. Het wezen kan eeuwigheden in deze toestand blijven, zonder dat hem hulp gebracht kan worden, omdat het koppig is en elke hulp afwijst. Wanneer het dus niets doet om de toestand van passiviteit te beëindigen.

In het aardse leven zal het wezen deze dode toestand niet zo voelen, want aardse werkzaamheid laat hem de geestelijke toestand niet herkennen. Bijgevolg wordt deze toestand ook niet opgeheven, omdat het het wezen aan de wil ontbreekt. En is op aarde de wil van het wezen al gebonden, dan is dit nog veel meer gebonden in het hiernamaals. Daar kan hem van alle kanten advies gegeven worden, maar het ontbreekt het wezen ook aan de kracht om te willen. Het is apathisch of geheel verstokt.

Maar beiden kenmerken het ver af staan van God en dus de gebonden, onvrije toestand, die tot uiting komt in passiviteit en een ontbrekende wil. Dit is de toestand van de dood. De duisternis, in tegenstelling tot de toestand van het leven. Dat is de eeuwigheid in het helderste licht en het betekent onophoudelijke werkzaamheid.

Amen

Übersetzer
Übersetzt durch: Peter Schelling